Volgens Omroep West zijn in Den Haag weer zo’n 69 auto’s in vlammen opgegaan tijdens de voorbije nieuwjaarsnacht. Dat bericht deed me meteen terugdenken aan het jaar daarvoor, toen we voor het eerst oud en nieuw in Den Haag doorbrachten, een ervaring die we niet snel zullen vergeten.
Neen, vrees maar niet, mijn auto heeft de nacht overleefd, maar ik wil je toch onze belevenissen niet onthouden. Heel anders dan we hier in België gewoon zijn. Het vuurwerk vloog ons letterlijk van alle kanten om de oren…
Nel, een al wat oudere kennis van ons uit Den Haag, heeft ons uitgenodigd om oud en nieuw in Nederland te komen vieren. Op oudejaarsdag 2012 rijden we dus richting Den Haag. Na een vlotte rit vinden we rond kwart over enen nog net een leeg parkeerplaatsje voor de ingang van hotel Ibis. Nel heeft ons erop geattendeerd dat er met de jaarwisseling gratis op straat geparkeerd kan worden. We hebben dus geen dure parkeergarage nodig en moeten ook geen geld in de parkeermeter doen. Een mooi gebaar van de gemeente Den Haag, vond ik nog. Maar toen ik voor de zekerheid toch maar even op het internet opzocht of Nels bewering wel klopte, bleek dat de motivatie van de gemeente toch ergens anders lag. Net als vele andere gemeenten in Nederland sluit Den Haag een groot deel van de parkeerautomaten af in verband met vuurwerkschade. Doe er uw voordeel mee, stond er nog bij op het internet.
Vuurwerkschade? Zo erg zal het toch wel niet zijn, dachten we. Is het nu echt nodig om de parkeermeters af te sluiten omdat er hier en daar een vuurpijltje afgeschoten wordt dat misschien toevallig op een automaat zou kunnen neerkomen? In België moeten we ook met oud en nieuw gewoon parkeergeld betalen hoor.
Wanneer we die middag in Den Haag arriveren, hebben we al snel door dat het menens is met dat vuurwerk in Nederland. Wouter had ons nog gewaarschuwd op Facebook: ‘Bereid je voor op angstwekkende vuurwerktaferelen!’, schreef hij. We dachten eerst dat hij wat overdreef, maar later op de dag zou blijken dat dat absoluut niet het geval was. Het uitroepteken was dus zeker op zijn plaats.
Bij het binnenrijden van de stad ziet Annelies al een paar lichtflitsen aan de hemel, en we horen overal knallen. In de loop van de dag wordt het overigens alsmaar erger met die knallen. Den Haag lijkt wel een belegerde stad! Voortdurend horen we van alle kanten kleine explosies. Ik moet al gauw denken aan VRT-correspondent Rudi Vranckx die op het tv-journaal rechtstreeks verslag doet vanuit Syrië, terwijl de kogels en granaatscherven hem om de oren vliegen en hij snel achter een wagen moet wegduiken om niet zelf geslachtofferd te worden.
De sfeer in Den Haag is enigszins vergelijkbaar, al beseffen we natuurlijk wel dat we niet in oorlogsgebied zitten en dat het niet gaat om aanslagen maar om vreugdeknallen. Maar we blijven wel voortdurend op onze hoede. Voor hetzelfde geld ontploft er naast je een illegale Poolse vuurwerkpijl en ben je een arm kwijt.
Maar goed, eerst inchecken in het hotel, vervolgens een hapje eten en dan nog wat shoppen, vooraleer we naar Nel rijden. Dat zijn de plannen. Morgen nog even naar Scheveningen toe, en als het kan ook nog poffertjes smullen op het Malieveld. Ja, wanneer we weer eens in Den Haag zijn, willen we graag dingen combineren en de tijd die ons hier toegemeten is zo nuttig en zo aangenaam mogelijk besteden. Annelies wou eigenlijk ook nog voor de zoveelste keer naar Dolphins in het Omniversum, maar dat gaat niet meer lukken, denk ik. We moeten keuzes maken.
Wanneer we de lobby van het hotel binnenkomen, valt ons – behalve de kerstversiering – ook meteen de grote schaal met oliebollen en appelflappen op, die op de balie staat. Anders staat hier altijd een mandje met appelen, weten we. Terwijl ik incheck, doet Miche zich tegoed aan het lekkers. Annelies onthoudt zich noodgedwongen, want de juffrouw achter de balie heeft geen idee wat de ingrediënten precies zijn, en aangezien Annelies last heeft van koemelkallergie nemen we dan beter het zekere voor het onzekere.
Nog zo’n Hollandse traditie dus: niet alleen vuurwerk, maar ook oliebollen en appelflappen met oud en nieuw. Maar een Hollandse oliebol en een Vlaamse oliebol zijn toch niet helemaal hetzelfde, ondervinden we. Wij eten oliebollen voornamelijk aan een oliebollenkraam op de kermis, vers gebakken, heet, in een puntzak en overvloedig met bloemsuiker bestrooid. De Nederlanders bakken hun oliebollen op voorhand en eten ze daarna koud op. Een Belgische oliebol is lekker luchtig; in Nederland doen ze er van alles in: rozijnen, krenten en appel. Aan mij zijn ze niet echt besteed, maar Miche lust ze wel.
We laten onze bagage achter op de kamer en kunnen daarna meteen de stad in. Al van voor ons vertrek hebben we het plan opgevat om bij eazie te gaan lunchen. Ze schrijven het zelf met een kleine letter, en dat doe ik dus ook. We hebben eazie in 2010 toevallig ontdekt bij een eerder bezoek aan de Zuid-Hollandse hoofdstad, toen we ’s avonds laat al heel wat gesloten restaurants waren voorbijgelopen en uiteindelijk in de Gedempte Gracht verzeilden. Bij eazie kun je naast andere dingen ook erg lekkere wokgerechten eten. De formule is simpel: eerst kies je uit verschillende soorten vlees, vis of tofu, met noedels of met rijst, daarna kies je een sausje (van zoet tot héél pikant), en tenslotte kies je vijf soorten groenten. Terwijl je een tafeltje uitzoekt, wordt alles gewokt en vijf minuutjes later wordt je bestelling aan tafel gebracht. Snel, erg lekker en helemaal niet duur. Heerlijk!
Na de maaltijd gaan we richting Vlamingstraat (de belangrijkste winkelstraat in Den Haag), maar onderweg komen we op het Spui een Intertoys tegen, een grote speelgoedwinkel. Aangezien we ons nog alle drie jong van hart en geest voelen, stappen we vol verwachting naar binnen. Bij de ingang staat een lachspiegel, waarin we een heel korte romp en erg lange benen blijken te hebben. Dat moet op de foto, en we laten onze Facebookvrienden meteen meegenieten.
Annelies en ik zijn al twee keer de winkel rondgegaan, wanneer Miche nog niet eens aan de helft is. Ze blijft maar rondneuzen in de rekken met peuter- en kleuterboeken, op zoek naar cadeautjes voor kinderen van vrienden en bekenden. Vooral de boeken met dikke, kartonnen bladen, met flapjes om open te klappen of wieltjes om aan te draaien, vindt ze te gek. Wanneer we weer buiten komen, hebben we een grote, zware plastic tas bij met een heleboel pakjes erin.
In de Vlamingstraat besluiten we ons op te splitsen. Miche en Annelies zullen wel weer voornamelijk kleer- en schoenwinkels aandoen, en dat vind ik een behoorlijk slaapverwekkende bezigheid, als ik eerlijk mag zijn. Ik loop veel liever een elektronicazaak of een boekwinkel binnen. Maar de tas met de Intertoys-aankopen weegt behoorlijk door en is nogal onhandig, en daarom besluit ik de ‘buit’ eerst naar de auto te brengen. Wanneer ik alleen ben, stap ik ook veel sneller dan wanneer ik samen met Miche en Annelies op stap ben, zelfs in een drukke winkelstraat. In een mum van tijd ben ik de hele Vlamingstraat door en kan ik de aankopen in de wagen opbergen.
Nu kan ik ongehinderd op stap. Eerst richting Media Markt, in de Grote Marktstraat. Daar bekijk ik de nieuwste fototoestellen, tablets, dvd’s en blu-rays. Daarna naar Selexyz in de Haagse Passage. Onderweg hoor ik weer veel knallen, maar in de boekwinkel is het heerlijk rustig en sereen. Ik hou ervan om naar boeken te kijken, erin te bladeren en langsheen de meterslange rekken te kuieren, het hoofd wat opzij gedraaid om de titels op de ruggen te kunnen lezen.
Ik ben in de afdeling exacte wetenschap op de tweede verdieping aan het rondkijken, wanneer een van de medewerkers me komt vertellen dat de winkel gaat sluiten. Wat, nu al? Het is pas vijf uur! De winkels zijn hier toch tot zes uur open, of zelfs tot half zeven? Ja, dat zijn ze inderdaad, op normale dagen. Maar vandaag sluiten ze blijkbaar om vijf uur. Niet enkel Selexyz, merk ik, maar zowat alle winkels in de Haagse shoppingbuurt. Noodgedwongen keer ik dus naar het hotel terug. Ik heb met Miche en Annelies afgesproken dat we elkaar daar rond kwart over zes zullen treffen, maar het zal dus een uurtje eerder worden. Onderweg hoor ik geknal en geknetter, en deze keer komt het van behoorlijk dichtbij.
Wanneer ik in het hotel kom, zijn Miche en Annelies er nog niet. Ik ga in het salon zitten met een kopje koffie. In afwachting haal ik mijn e-reader boven – die heb ik uiteraard altijd bij – en lees nog wat verder in Het leven van Pi. Even later komen Miche en Annelies de lobby binnen.
‘Hé, da’s niet normaal meer!’, begint Miche van zodra ze binnen mijn gehoorafstand komt. ‘Ze schoten daarnet vuurwerk af midden in de winkelstraat!’
Nadat Miche en Annelies uitvoerig verslag hebben gedaan van hun shoppingmiddagje en ik te horen heb gekregen in hoeveel schoenwinkels ze binnengestapt zijn, doet Miche zich nog tegoed aan een appelflap uit de schaal aan de receptie. Daarna gaan we naar onze kamer en maken ons klaar om naar Nel te vertrekken. Even later zitten we in de auto, en de tomtom leidt ons door de belegerde stad naar de Franklinstraat. Onderweg zien we meerdere vuurpijlen de lucht in vliegen. Waarom wachten de Nederlanders niet gewoon met hun vuurwerk tot middernacht, zoals in België?
Even voorbij het huis van Nel vinden we nog een vrije parkeerplaats. We bellen aan en wanneer de deur open klikt, banen we ons een weg naar boven, langs Nels fiets. Boven worden we met het gebruikelijke en welgemeende enthousiasme begroet door de vrouw des huizes, die zich voor de gelegenheid weer erg kleurrijk en feestelijk heeft uitgedost. Danny en Laura zijn er ook.
Na de begroeting (in de gang) worden we binnengelaten in Nels woonkamer. Het haardvuur smeult, en op de grond ligt het vol met propjes papier. Dat laatste kunnen we even niet zo snel plaatsen. Heeft Nel misschien een hondje of een katje in huis gehaald, of een ander huisdier dat het fijn vindt om met papieren propjes te spelen? Of heeft ze net een kennis met een peuter op bezoek gehad, die een tijdschrift aan flarden heeft gescheurd? Maar neen, dat blijkt niet het geval te zijn.
Bij nader inzien heeft Nel de propjes zelf zitten maken, en dienen ze om het haardvuur aan te wakkeren. Dat laatste wil overigens niet zo goed lukken. Nel en Danny gooien af en toe een propje in de haard, waarna de vlam er weer eventjes in komt, maar telkens net niet lang genoeg om het dikke blok hout te doen ontbranden. Het blok is zwartgeblakerd aan de randen en op de bodem ligt de as wat na te gloeien, maar een groot vuur is hier nog niet te zien. Het vuur is vandaag vooral op straat aanwezig, zullen we al snel ondervinden.
Maar ik loop wat op de zaken vooruit. Het vuur komt straks nog. Eerst even gezellig bijpraten met een hapje en een drankje. Nel biedt ons de keuze tussen frisdrank, Pisang Ambon en Prosecco. Aangezien de avond nog jong is en ik nog niet meteen terug achter het stuur moet kruipen, kies ik voor dat laatste. Het is tenslotte maar één keer per jaar oudejaarsavond, nietwaar? Laura heeft geholpen met het bereiden van de hapjes.
We praten nog wat bij over wat er sedert onze vorige ontmoeting allemaal is gebeurd. Na het aperitief worden we aan tafel uitgenodigd. Nel heeft, zoals we van haar gewoon zijn, weer erg haar best gedaan om lekker te koken. Na de maaltijd gaan we weer bij het haardvuur zitten, dat nu helemaal is uitgedoofd. De afwas laat Nel staan tot morgen. We horen steeds meer luide knallen uit de straat komen. Na een tijdje kunnen we onze nieuwsgierigheid niet meer bedwingen, schuiven benieuwd de overgordijnen opzij en werpen een blik naar buiten.
Hier en daar worden vuurpijlen gelanceerd. De overburen sleuren een kacheltje naar buiten, op de stoep, en beginnen een vuurtje te maken. Er wordt ook een tafeltje bijgehaald. Dat doen ze bij ons in België toch niet, hoor. Bij ons alleen maar vuurpijlen, véél minder dan hier, en ze wachten tenminste tot het middernacht is. Of toch ongeveer. Hier in Den Haag zijn ze de hele dag al bezig, en naarmate het nieuwe jaar nadert, wordt het steeds heftiger.
Vanuit het raam kan ik onze geparkeerde auto zien staan, en ik hoop stilletjes dat de vuurwerk makende feestvierders een beetje uit de buurt blijven met hun vuurpijlen. Van Nels onder- en overburen dreigt er niet meteen gevaar, want die blijven op voldoende afstand van onze auto, en de wind komt uit de goede richting. Maar er verschijnen steeds meer mensen met vuurwerk en rotjes op straat, en op een bepaald moment komen de gensters gevaarlijk dicht bij de aan weerskanten van de straat geparkeerde auto’s. Gelukkig dooft het vuur snel uit, en valt er een lichte motregen. Maar de woorden van Wouter – angstwekkende vuurwerktaferelen!, met uitroepteken – spoken door mijn hoofd.
Even voor middernacht maken de benedenburen een kampvuurtje in het midden van de straat. Een kampvuurtje! Midden op straat! En het aantal vuurpijlen en knallen neemt nog steeds toe, niet alleen in de lucht, maar ook dichter bij de grond. Zie ik daar Rudi Vranckx niet angstvallig dekking zoeken achter het uitgebrande wrak van een vrachtwagen? Of is het mijn op hol geslagen verbeelding?
Om klokslag middernacht wensen we elkaar allemaal een gelukkig Nieuwjaar, een goede gezondheid en het allerbeste voor de komende 365 dagen. Nel haalt een fles champagne boven, en we klinken op het nieuwe jaar.
Dan verdwijnt Nel naar beneden om de buren gedag te zeggen. Ze schijnt helemaal niet bang te zijn van het geknetter en geknal en waagt zich moedig op straat.
Wij blijven de nieuwjaarstaferelen voorlopig veilig van achter het raam op de tweede etage aanschouwen, maar na een tijdje wil ik toch ook wel eens de sfeer buiten gaan opsnuiven. Danny, Laura, Miche en Annelies blijven binnen. Ik raap mijn moed bijeen en waag me op straat, waar de buren me meteen een gelukkig Nieuwjaar toewensen. Ik wens hen op mijn beurt het allerbeste en probeer een beetje uit de rook te gaan staan, want pal voor voor Nels voordeur staat een kacheltje waarin allerlei dingen verbrand worden.
Zowat de hele straat staat nu onder rook. Het vuurwerk blijft maar doorgaan. Het komt van alle kanten. Soms een enkele vuurpijl, soms een hele reeks knallen achter elkaar, in welke richting ik ook kijk. Ik weet niet precies hoe lang ik daar met verbazing heb staan rondkijken, maar na een tijdje heb ik het toch wel gezien. De vele regen die was voorspeld, blijft min of meer uit. Er valt alleen een beetje motregen.
Wanneer ik terug binnenkom, weet Nel nog te vertellen dat dit eigenlijk helemaal niet zo veel voorstelt. Ik kijk haar even aan en denk dat ze een grapje maakt, maar neen.
‘Vorige jaren was het nog veel meer,’ zegt Nel, met een serieus gezicht.
‘Meen je dat?’ vraag ik.
‘Dit is helemaal niet veel hoor’, herhaalt Nel. ‘Eigenlijk is het dit jaar maar een beetje crisisvuurwerk!’
We blijven nog een hele tijd zitten praten, terwijl we van Nel nog oliebollen met krenten krijgen. Die heeft haar buurvrouw vanmiddag gebakken. Bijna zonder dat we het merken, wordt het feestgeknal op straat geleidelijk minder. Wanneer we het huis van Nel verlaten – het moet al een flink stuk na tweeën zijn – zijn de vuurtjes op straat uitgedoofd en de meeste mensen weer naar binnen.
Op weg naar het hotel zien we ook in andere straten nog restanten van kampvuurtjes, en grote hoeveelheden lege flessen. Hier en daar is er nog wat vuurwerk te zien. Ons parkeerplaatsje voor het hotel zijn we kwijt. Ik rijd een blokje om en we laten de auto achter in een straat in de buurt.
Iets voor drie uur liggen we in ons bed en knip ik het nachtlampje uit. Morgen, neen, straks, lekker uitslapen. Ter gelegenheid van oud en nieuw heeft Ibis de uurregeling voor het ontbijt gelukkig wat aangepast, we moeten dus niet al te vroeg op.
’s Anderendaags hebben we nog vanop afstand de nieuwjaarsduik in Scheveningen meegemaakt en zijn we samen met Nel, Danny en Laura nog ergens poffertjes gaan eten.
Eenmaal terug thuis hoorde ik op het Nederlandse tv-journaal dat de nieuwjaarsnacht toch niet overal even rustig verlopen is. In Den Haag zijn tientallen auto’s in vlammen opgegaan, zei de nieuwslezer! We hebben wel ons voordeel gedaan met het gratis parkeren, maar ik vraag me af of het toch niet verstandiger is volgende keer onze auto maar weer in een veilige parkeergarage achter te laten in plaats van op straat...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten