zaterdag 25 mei 2019

Een nieuw toetsenbord

Toen de Caps Lock bleef haperen en weigerde nog uitgeschakeld te worden, besloot Miche dat het hoog tijd was voor een nieuw toetsenbord. Het externe klavier dat mijn wederhelft al jarenlang met haar laptop gebruikte, mocht met pensioen. Maar een nieuw toetsenbord kiezen is geen sinecure.

Net als ik neemt Miche vaak deel aan typewedstrijden. Een degelijk toetsenbord is daarom voor ons van groot belang. Het ingebouwde klavier van de laptop voldoet absoluut niet voor wedstrijdtypisten. De toetsen zijn veel te plat en voelen niet goed aan voor wie snel en veel typt. Echte typisten zullen daarom altijd een extern toetsenbord aan hun laptop hangen, en dan liefst nog een ‘mechanisch’ toetsenbord.

Zelf vond ik dat ik ook wel toe was aan een nieuw klavier. In plaats van halsoverkop naar de winkel te hollen of het eerste het beste voordelig geprijsde toetsenbord te bestellen via een of andere webshop, heb ik eerst wat research gedaan. Hoewel computertoetsenborden al decennialang een grote rol vervullen in ons leven, hebben we er de laatste weken heel wat over bijgeleerd.

Mechanisch toetsenbord: onder elke toets zit een switch

Om te beginnen bestaan er nogal wat verschillende toetsenbordtechnologieën. Toen de eerste home en personal computers eind jaren zeventig, begin jaren tachtig op de markt kwamen, waren ze over het algemeen uitgerust met robuust aanvoelende toetsenborden, die erg leken op de klavieren van de toenmalige elektrische en elektronische schrijfmachines.

Computerfabrikanten zochten echter manieren om hun toestellen goedkoper te maken, en men begon flink te besparen op het toetsenbord. De technologie van de eerste computertoetsenborden was nog gebaseerd op die van de elektr(on)ische schrijfmachines. Ze hadden hoge toetsen, waarbij onder iedere toets een schakelaar met een veertje zat. Elke toets was een onafhankelijk bewegend onderdeel, een mechanische schakelaar. Later kregen toetsenborden plattere toetsen, die allemaal bevestigd waren op een membraan. Dergelijke ‘membraantoetsenborden’ waren veel goedkoper te produceren.

Naast de toetsenborden met mechanische schakelaars en de toetsenborden met membranen zijn er nog een aantal andere technologieën, die echter lang niet allemaal even wijdverspreid zijn. Zo heb je misschien al wel een advertentie of een promovideo gezien voor een oprolbaar toetsenbord, of voor een geprojecteerd virtueel toetsenbord. Maar dat zijn gadgets, waar ik het nu niet over zal hebben; ik beperk me tot de klassieke toetsenbordtechnologieën. Over die meer exotische toetsenbordvormen schrijf ik misschien een andere keer. Er valt nog een en ander over te vertellen, maar voor onze doeleinden komen ze niet meteen in aanmerking.

De membraantoetsenborden mogen dan wel algemeen verspreid en goedkoop zijn, er zijn twee categorieën van gebruikers die maar al te graag terug wilden naar het mechanische toetsenbord, het klavier waarvan iedere toets over een apart schakelaartje (in het Engels: een switch) beschikt. Die twee soorten gebruikers zijn gamers en professionele typisten.

Gamers zijn mensen die hun computer gebruiken om spelletjes te spelen. Omdat het woord ‘spelletjes’ oningewijden doet denken aan kleine kinderen, gebruiken ze veel liever de Engelse term ‘games’. Gamers nemen zichzelf immers erg au sérieux, en behalve mensen die voor hun plezier gamen, zijn er ook professionele gamers die deelnemen aan internationale tornooien en daar behoorlijk wat geld mee verdienen. Bij computerspelletjes of games denk je misschien spontaan aan een joystick of een ander soort controller, maar heel wat populaire computerspellen worden aangestuurd met het toetsenbord. Gamers gaan niet zachtaardig om met hun klavier. Vaak komt het erop aan om bepaalde toetsen heel snel na elkaar in te drukken, dus ze willen een degelijk klavier dat tegen een stootje kan en dat snel reageert.

Corsair K69 RGB-toetsenbord met Belgische azertylay-out

Gamers stellen vaak nog meer eisen aan hun toetsenbord, en wegens de grote populariteit van computergames zagen een aantal fabrikanten er brood in om speciale gaming keyboards op de markt te brengen, waarbij individuele toetsen voorzien kunnen worden van een aparte kleur en waarbij de toetsen verlicht worden door kleine leds, zodat ze ook in een verduisterde ruimte goed zichtbaar blijven (en er natuurlijk ook gewoon erg cool uitzien). Tegenwoordig zijn vooral de zogenaamde RGB-keyboards populair. De afkorting RGB geeft aan dat elke toets uitgerust is met drie leds (rood, groen en blauw), waarmee zowat iedere gewenste kleur geproduceerd kan worden. De toetsenborden zijn vaak voorzien van extra knopjes of rollers waarmee je bijvoorbeeld het audiovolume kunt regelen of mediabestanden kunt afspelen en pauzeren, of met speciale programmeerbare functietoetsen voor het onderbrengen van bepaalde veelgebruikte toetscombinaties of commando’s.

De andere groep gebruikers die graag een mechanisch toetsenbord willen, zijn mensen die veel typen: professionele gebruikers zoals schrijvers, programmeurs of tekstverwerkingstypisten. Voor die groep wordt slechts een beperkt aantal specifieke toetsenborden op de markt gebracht, maar niet zelden zullen ze maar al te blij zijn met een eenvoudig maar degelijk gamingtoetsenbord, eventueel zonder de gekleurde ledjes of de extra functies waar de meeste gamers zo dol op zijn.

Het ligt dus voor de hand dat je als wedstrijdtypist ook zo’n mechanisch toetsenbord wilt, veel liever dan een membraantoetsenbord. Maar niet alle mechanische toetsenborden zijn gelijk. Binnen de mechanische toetsenbordtechnologie heb je heel wat varianten. Er zijn namelijk verschillende soorten switches (schakelaars) die als basis kunnen dienen. Elke soort heeft zijn eigen specifieke eigenschappen, en welke soort je precies wilt, zal onder andere afhangen van je eigen voorkeur en van de omgeving waarin je werkt.

Zo zijn er switches die meer of minder geluid produceren, en de verschillende switches voelen anders aan bij het typen. Een mechanisch toetsenbord zal in elk geval meer lawaai maken dan een membraantoetsenbord, maar binnen de mechanische toetsenborden zijn er behoorlijk stille tot extreem lawaaierige varianten.

Alles hangt af van de gebruikte switches. Sommige fabrikanten maken hun eigen switches, maar een groot aantal van hen gebruikt de Cherry MX-switches. Cherry is de naam van een Duits-Amerikaanse fabrikant van randapparatuur, die in de jaren tachtig erg bekend werd door zijn bijzonder robuuste computertoetsenborden. Een Cherry-toetsenbord was synoniem met kwaliteit en degelijkheid.

Er zijn verschillende Cherry MX-switches, waarvan de meeste aangeduid worden met een kleurcode. Zo zijn er de Cherry MX Red, Black, Blue, Brown en Green, om er maar een paar te noemen. Elk type switch heeft andere eigenschappen wat betreft auditieve en tactiele feedback. Auditieve feedback is wat je al dan niet hoort wanneer je een toets indrukt; tactiele feedback is wat je al dan niet voelt bij het indrukken van de toets.

Bij mijn research naar de verschillende soorten mechanische toetsenborden kwam ik er al snel achter dat professionele typisten over het algemeen het prettigst werken met Cherry MX Blue of Brown switches. Beide hebben een auditieve en tactiele feedback, maar bij Blue is er een typisch klikgeluid te horen dat bij Brown ontbreekt. Daarnaast vergt Blue ook iets meer kracht om de toets in te drukken dan Brown. Maar dat laatste is slechts een miniem verschil. De extra benodigde kracht is niet van die aard dat het sneller voor vermoeidheid zal zorgen. Het is met beide types prettig typen aan hoge snelheid. Met MX Blue zul je vermoedelijk wel sneller op de zenuwen van je collega’s of huisgenoten werken, aangezien je meer geluid produceert.

Drie verschillende Cherry MX-switches: Red, Brown, Blue

Voordat ik tot aankoop wou overgaan, heb ik op het internet eens gezocht naar reviews. Welke merken waren in trek? Welke toetsenborden kregen de beste commentaren? In het Nederlands vond ik daar bijzonder weinig over, maar er waren wel heel wat Engelstalige sites met toetsenbordbesprekingen. Een aantal daarvan bespraken klavieren met verschillende technologieën; andere beperkten zich tot mechanische toetsenborden. Vooral die laatste heb ik dus met bijzondere aandacht gelezen.

Eerder al, nog voor ik met mijn research begon, was mijn oog gevallen op Das Keyboard, een Amerikaanse toetsenbordfabrikant die fantastische mechanische klavieren ontwerpt, echt om je vingers bij af te likken. Jammer genoeg kwam een Das-toetsenbord voor ons niet meteen in aanmerking, omdat Das geen Belgische azertytoetsenborden verkoopt.

Ja, de toetsenbordtechnologie is één zaak, een andere, even belangrijke eigenschap van computertoetsenborden is natuurlijk de gebruikte toetsenbordlay-out. Dan hebben we het over de opdruk op de toetsen. De meeste mensen weten wel dat er in België op azerty en in Nederland op qwerty getypt wordt, maar het is toch wat ingewikkelder dan dat. De ene azerty is de andere niet: zo verschilt de Belgische azertylay-out bijvoorbeeld van de Franse azertylay-out. In beide gevallen staan de letters op dezefde toetsen, maar een aantal leestekens hebben een andere plek op het toetsenbord gekregen. Ook bij qwerty zijn er meerdere varianten. Eigenlijk heeft bijna ieder land zijn eigen, specifieke toetsenbordindeling.

Toen we in de winkel enkele toetsenborden gingen uittesten – een must, want dat is de enige manier om te achterhalen hoe een toetsenbord aanvoelt –, was Miche helemaal gewonnen voor een Razer Huntsman-klavier. Razer gebruikt geen Cherry MX-switches maar maakt zijn eigen switches, vaak Cherry-klonen, maar met andere kleurbenamingen. (Zo komt bijvoorbeeld Razer Green overeen met Cherry MX Blue, Razer Orange met Cherry MX Brown.) Jammer genoeg moesten we vaststellen dat Razer alleen maar Franse azertytoetsenborden maakt en geen Belgische. Jammer, maar daardoor kwam de Razer voor ons niet in aanmerking.

Voor iemand die een Belgisch toetsenbord gewoon is, hoeft het op zich niet zo’n groot probleem te zijn om op een Frans toetsenbord te typen. De enkele tekens die op een andere plaats staan, ben je al snel gewoon. Er stelt zich echter wél een probleem wanneer je een kantoorwerker bent die op het werk een Belgisch klavier en thuis een Frans klavier gebruikt. Dan moet je dus telkens weer omschakelen, en dat maakt de zaak natuurlijk bijzonder vervelend. De kans wordt dan erg groot dat je bijvoorbeeld fouten gaat maken tegen het uitroepteken en het koppelteken. Je zou je natuurlijk ook van de opdruk op de toetsen niets kunnen aantrekken en je laptop gewoon op de Belgische lay-out ingesteld laten, terwijl je er toch een Frans toetsenbord aan hangt, maar zal onvermijdelijk verwarring scheppen. Nogmaals: jammer, maar geen Razer dus. Gamers zullen hier wellicht geen probleem van maken, maar professionele typisten des te meer!

oud Cherry-toetsenbord

Een andere fabrikant die heel wat voortreffelijke (gaming)toetsenborden produceert en in de meeste vergelijkende tests van gerenommeerde computertijdschriften bijzonder goed scoort, is Corsair. Ik had dus al gauw mijn zinnen gezet op een Corsair-toetsenbord. In de reviews kwam de Corsair K70 RGB MK.2 heel goed uit de bus, maar het neusje van de zalm bleek een nog recenter model, de Corsair K95 RGB Platinum. Het model in de winkel was uitgerust met Cherry MX Speed-switches, ideaal voor gamers, maar ik wou toch liever een MX Brown-toetsenbord. Geen nood: die kon ik moeiteloos online bestellen, uiteraard nadat ik me ervan vergewist had dat het toetsenbord in een Belgische lay-out geleverd kon worden.

Ik heb mijn nieuwe toetsenbord nu enkele dagen in huis, en ik ben er erg mee in mijn nopjes. Hij typt erg lekker, went wat mij betreft erg snel, en ziet er ook nog eens fantastisch uit. Het toetsenbord heeft een donkergrijs aluminium frame, 104 zwarte toetsen met RGB-leds, 6 extra programmeerbare grijze functietoetsen en enkele mediatoetsen waaronder een volumewieltje, en een afneembare polssteun – waarvan ik nog niet zeker weet of ik liever met of zonder typ. Voor gamers zijn er enkele losse keycaps in een andere kleur meegeleverd die je over de WASD-toetsen (op azerty: ZQSD of ESDF) kunt plaatsen – die toetsen worden in heel wat games als alternatieve cursorbesturingstoetsen (pijltjestoetsen) voor de linkerhand gebruikt. De gekleurde leds kunnen softwarematig aangestuurd worden om allerlei statische of geanimeerde kleurenpatronen te maken. Die profielen kunnen in het geheugen van het toetsenbord zelf opgeslagen worden, zodat ze beschikbaar blijven wanneer je het toetsenbord op een andere computer aansluit. Ook belangrijk, zowel voor sneltypers als voor gamers, zijn de grote antislipoppervlakken aan de onderkant van het toetsenbord, die ervoor zorgen dat het toetsenbord ook op een gladde tafel niet gaat ‘weglopen’ wanneer je er stevig op tekeergaat.

Als professionele typist heb je die gekleurde leds natuurlijk niet echt nodig, maar omdat je tegenwoordig bijna niet anders kunt dan je toevlucht te nemen tot een gamingtoetsenbord wanneer je een degelijk mechanisch klavier wilt, moet je die lichtjes er maar bij nemen. Gelukkig kun je ze ook eenvoudig uitschakelen, zodat je je er niet door laat afleiden tijdens het typen. Maar het is natuurlijk wel cool om ze eventjes aan te zetten bij een demonstratie...

Microsoft Natural Keyboard (1994)

Als je wilt dat je toetsenbord er nog vele jaren goed blijft uitzien, dan moet je ook eens kijken welke techniek er gebruikt is voor de opschriften. Bij goedkopere toetsenborden zijn de letters en symbolen bovenop de toets gedrukt of geplakt. Na verloop van tijd treden daarbij duidelijke sporen van slijtage op: bij de meest gebruikte toetsen is de kans groot dat het opschrift al vrij snel vervaagt of zelfs helemaal verdwijnt. Natuurlijk geen probleem als je blind kunt typen, maar het ziet er dan toch niet meer zo netjes uit. Bij duurdere modellen is gewerkt met twee verschillende kleuren kunststof, waarbij de symbolen onuitwisbaar in de toetsen blijven staan. Zelfs wanneer het bovenlaagje na intensief gebruik wat begint af te slijten, blijven de symbolen op die manier even duidelijk zichtbaar.

Dit artikel is ondertussen al behoorlijk lang, maar over toetsenborden zijn we nog lang niet uitgepraat. Zo heb ik het bijvoorbeeld nog niet gehad over ergonomische toetsenborden. Dan hebben we het over de vorm van het toetsenbord als geheel. Een klassiek toetsenbord is rechthoekig en vlak; ergonomische toetsenborden bestaan in allerlei vormen, waarbij vaak enige discussie mogelijk is hoe ergonomisch (of juist niet) ze nu eigenlijk zijn. Heel wat toetsenborden die het label ergonomisch dragen, bestaan uit twee helften (een voor de linkerhand en een voor de rechterhand), die ten opzichte van elkaar wat gedraaid zijn: de zogenaamde split keyboards. Doorgaans zijn die toetsenborden niet vlak maar zijn ze wat gebogen.

Hoewel er vele verschillende vormen bestaan, claimen de makers allemaal dat hún toetsenbord veel beter aangepast is aan de natuurlijke stand van de handen, waardoor het prettiger typen is en er minder vermoeidheid in armen, polsen en vingers zal optreden. Op die manier wordt de kans op carpal tunnel syndrome en andere vormen van RSI (repetitive strain injury) flink verkleind. Maar geloof me: of je daar last van krijgt of niet, hangt lang niet alleen van het toetsenbord af. Ook een goede zithouding en de juiste hoogte van tafel, stoel en toetsenbord zijn van uitermate groot belang. Als je zorgt voor een goede houding, zul je ook met een klassiek (niet-ergomisch) toetsenbord niet snel geplaagd worden door RSI.

Vijfentwintig jaar geleden heb ik een Microsoft Natural Keyboard aangeschaft, het eerste ergonomische toetsenbord dat Microsoft op de markt bracht. Ik heb het jarenlang met veel enthousiasme gebruikt, maar uiteindelijk ben ik toch maar weer op een klassiek toetsenbord overgeschakeld.

Op de website van Das Keyboard vind je een uitgebreide uitleg over mechanische toetsenborden.

Wil je exact weten hoe al die verschillende MX-switches werken en wat hun precieze eigenschappen zijn, neem dan zeker eens een kijkje op de Cherry MX-website, daar staat alles heel gedetailleerd uitgelegd.

www.cherrymx.de
www.corsair.com
www.daskeyboard.com
www.razer.com

donderdag 16 mei 2019

Doornroosje

Doornroosje is een van de drie balletten van Pjotr Iljitsj Tsjajkovski. Hoewel de muziek van Het Zwanenmeer en De Notenkraker, Tsjajkovski’s twee andere balletcomposities, bij het grote publiek wellicht meer bekendheid genieten, wordt Doornroosje algemeen beschouwd als zijn meest geraffineerde ballet. Wél erg bekend uit Doornroosje is de wals uit de eerste akte.

Afgelopen weekend konden we in de Antwerpse Stadsschouwburg een voorstelling van dit wondermooie ballet, opgevoerd door de getalenteerde dansers van het Russische Jacobsonballetgezelschap, met schitterende kostuums en decors.

Doornroosje (Jacobsonballet)

Het verhaal is gebaseerd op het bekende sprookje van Charles Perrault. Doornroosje of De schone slaapster is het verhaal van prinses Aurora, die op haar doopfeest de magische zegen krijgt van alle feeën van het koninkrijk. Het feest wordt echter abrupt verstoord door de komst van de slechte fee Carabosse (in de Disney-versie: Maleficent), die boos is omdat ze niet werd uitgenodigd. Ze spreekt een vloek uit over prinses Aurora, die zich op haar zestiende verjaardag aan een spoel zal prikken en sterven.

Maar één van de andere feeën, de Seringenfee, had haar geschenk nog niet gegeven en kan Carabosses vloek verzachten: Aurora zal niet sterven, maar honderd jaar slapen. Enkel de kus van een prins kan haar weer doen ontwaken.

Aurora groeit zorgeloos op, maar ondanks alle voorzorgen van koning Florestan slaat het noodlot toe: Aurora prikt zich en valt prompt in slaap, samen met iedereen die op dat moment in het kasteel aanwezig is: het koningspaar, de hele hofhouding, en de vier prinsen uit verre landen die naar de hand van de prinses kwamen dingen.

Doornroosje

Tweede akte, honderd jaar later: prins Désiré (in de Disney-versie: prins Filip) wordt door de Seringenfee naar het kasteel geleid. Hij treft iedereen slapend aan, kust Aurora, en breekt zo de vloek. Iedereen wordt wakker. Eind goed, al goed.

Maar wacht even, ’t is nog niet gedaan. Dit is nog maar het einde van akte twee! Eigenlijk is het verhaal afgerond, maar in de derde akte wordt op het kasteel een groot feest gegeven, een opeenvolging van divertissements waarin de balletdansers en -danseressen het beste van hun kunnen opvoeren. De ene dans is nog spectaculairder en nog mooier dan de andere, en het publiek applaudisseert enthousiast.

Ik ben erg blij dat we dit ballet hebben bijgewoond. Daarmee hebben we nu alle drie de balletten van Tsjajkovski gezien. Het viel op dat er meer kinderen in de zaal zaten dan je bij een klassiek ballet verwacht, en dat ondanks het feit dat het een avondvoorstelling was die zo’n drie uur duurde, twee pauzes inbegrepen. Ik hoop maar dat die kinderen en hun ouders zich niet van voorstelling vergist hadden, want Doornroosje is ook de titel van een Studio 100-musical. Maar dat is natuurlijk een heel andere interpretatie van het verhaal...

musichall.be/shows/sleeping-beauty
youtu.be/s0lz0KcrkZ0

vrijdag 3 mei 2019

Avengers: Endgame (spoiler-free)

Zelfs als je geen Marvel-fan bent, kon je er de voorbije weken niet aan ontsnappen. Avengers: Endgame was een item in zowat alle tv-journaals van 24 april, de dag dat de film wereldwijd in première ging. Fans hebben er een jaar lang halsreikend naar uitgekeken, want Endgame was het vervolg op Avengers: Infinity War, het grote filmsucces van vorig jaar dat met zijn verrassende open einde bezoekers met verstomming achterliet.

Avengers: Endgame

Infinity War brak al een aantal records, maar die werden allemaal moeiteloos verpulverd door Endgame. Deze film is waanzinnig succesvol. Tijdens het openingsweekend alleen al bracht Avengers: Endgame meer dan een miljard dollar op, bijna het dubbele van zijn voorganger.

Deze 22e film in de reeks superheldenfilms die in 2008 begon met Iron Man is het zoveelste opeenvolgende Marvel-succes. De films worden aangeduid met de overkoepelende noemer Marvel Cinematic Universe (MCU) en zijn gebaseerd op personages uit de publicaties van Marvel Comics. Comics zijn Amerikaanse stripverhalen, die doorgaans om superhelden draaien. Bij ons waren Amerikaanse comics tot pakweg een jaar of tien geleden alleen populair bij de echte verzamelaars, maar nu de superhelden via de bioscoopsuccessen de weg naar het grote publiek gevonden hebben, raken ze ook bij ons meer en meer in trek.

Avengers: Endgame
Superhelden bestaan al langer, en van de meest bekende, zoals Batman of Superman, hadden we natuurlijk allemaal al wel eens gehoord. Maar Batman en Superman komen niet uit de Marvel-stal. Neen, deze helden komen van Marvels grootste concurrent, DC Comics. In het kielzog van het enorme succes van de Marvel-verfilmingen werden ook een aantal films rond DC-personages gemaakt: nog meer Batman en Superman-films, maar ook Wonder Woman en recentelijk Aquaman. DC kan echter het wereldwijde succes van Marvel in de verste verte niet evenaren.

Bij het grote publiek haalt Marvel duidelijk de overhand qua succes, maar wanneer échte comic-fans elkaar voor het eerst ontmoeten, stellen ze elkaar nog steeds de vraag: ‘Marvel of DC?’, en de meningen zijn verdeeld. Zelf ben ik meer een Marvel-fan, en zeker qua bioscoopreleases vind ik de Marvel-verfilmingen over het algemeen stukken beter dan de DC-films. Met uitzondering van Wonder Woman, die ik wel bijzonder geslaagd vond. Zowel Marvel als DC maken ook tv-series gebaseerd op hun personages, en op tv kijk ik graag naar DC-series (Smallville, Gotham, Black Lightning, en de series van het Arrowverse: Arrow, The Flash, Supergirl en Legends of Tomorrow).

Maar nu terug naar Avengers: Endgame. Als je maar een occasionele bioscoopbezoeker bent, moet je eigenlijk niet naar deze film gaan kijken, tenzij je het niet erg vindt dat je het verhaal niet goed kunt volgen. Zoals gezegd is Endgame immers een direct vervolg op Infinity War. Bovendien komen in beide films zo goed als alle hoofd- en nevenpersonages uit de eerdere films van het MCU voor, en het helpt een heel stuk als je van al die personages hun achtergrond kent. Met andere woorden: eigenlijk moet je liefst ook alle eerdere MCU-films gezien hebben alvorens je Avengers: Infinity War en Avengers: Endgame bekijkt.

De cast van Endgame is indrukwekkend en omvat maar liefst 19 acteurs en actrices met een of meer Oscarnominaties op hun naam, onder wie 8 Oscarwinnaars.

Avengers: Endgame mag dan wel het sluitstuk van een hele reeks films zijn, dat betekent niet dat het nu afgelopen zou zijn met het MCU. In tegendeel. Marvel heeft nog steeds meer dan voldoende inspiratie voor nieuwe films. Dit jaar nog krijgen we Spider-Man: Far From Home, waarin Spider-Man door Europa reist. Er staat een derde Guardians of the Galaxy-film op stapel, en er zijn al vervolgen gepland op Doctor Strange, Black Panther, Ant-Man and the Wasp en Captain Marvel, om er maar enkele te noemen. Ook Black Widow zal eindelijk een eigen film krijgen, en er komen ook films rond nieuwe personages. De groeiende schare liefhebbers van superheldenfilms staan dus nog mooie tijden te wachten.

https://nl.disney.be/films/avengers-endgame
www.imdb.com/title/tt4154796

donderdag 2 mei 2019

These are the voyages...

... of the Starship Enterprise, its 5 year mission to explore strange new worlds, to seek out new life and new civilizations, to boldly go where no man has gone before!

Zo begon iedere aflevering van Star Trek, de oorspronkelijke tv-reeks uit 1966. Elke rechtgeaarde Trekkie kent de woorden ongetwijfeld uit het hoofd.

Na meer dan 50 jaar is Star Trek nog steeds springlevend. Het tweede seizoen van Star Trek: Discovery, de jongste telg in de steeds maar groeiende familie van Star Trek-series, is net afgerond. Voor de komende jaren zijn ons nog meer nieuwe afleveringen en spin-offs beloofd, en misschien zelfs een nieuwe Star Trek-film van niemand minder dan Quentin Tarantino! Maar de fans van het eerste uur zijn nog steeds grote liefhebbers van het origineel, waar het allemaal mee begon.

These Are The Voyages

In These Are The Voyages geeft auteur Marc Cushman een overzicht van de boeiende ontstaansgeschiedenis van Star Trek. Over de originele reeks (The Original Series, afgekort tot TOS) verschenen al drie boeken: in elk boek komt één van de drie seizoenen aan bod.

Het eerste boek is nu als audiobook verschenen. Op zich is dat niet speciaal, want heel wat boeken verschijnen tegenwoordig niet enkel op papier, maar ook als e-book of audiobook. Audiobooks worden soms voorgelezen door de auteur zelf, maar vaker wordt beroep gedaan op een stemacteur.

Ik lees heel graag boeken, maar deze wou ik absouluut als audiobook in mijn collectie hebben. Het audiobook van These Are The Voyages is namelijk iets bijzonders, en heel wat fans zullen dit boek, net als ik, maar al te graag als audiobook willen hebben. Het boek wordt voorgelezen door Vic Mignogna, beslist geen onbekende bij de Star Trek-fans. Mignogna is niet enkel een getalenteerd stemacteur, hij is tevens een über-Trekkie die zijn eigen, bijzonder succesvolle fanserie heeft gemaakt: Star Trek Continues. Daarin speelt Mignogna de iconische rol van Captain Kirk.

In het audiobook zijn echter nog meer bekende Star Trek-stemmen te horen. Zowel van acteurs als van mensen die achter de schermen werkten of op een andere manier met Star Trek verbonden zijn, zoals D.C. Fontana (script writer), Joe D’Agosta (casting director), Ralph Senensky (regisseur), Adam Nimoy (zoon van Leonard Nimoy (Spock)), Chris Doohan (zoon van James Doohan (Scotty) en tevens Scotty in Star Trek Continues), Rod Roddenberry (zoon van Star Trek-bedenker Gene Roddenberry), Clint Howard (Balok in de aflevering The Corbomite Maneuver), Craig Huxley (Peter Kirk in de aflevering Operation – Annihilate! en Tommy Starnes in And the Children Shall Lead) en vele, vele anderen.

Door het gebruik van verschillende stemmen – in totaal meer dan 80 – is dit audiobook allesbehalve saai om naar te luisteren. Tussen de hoofdstukken door is er ook telkens een kort muzikaal interludium. Omwille van copyright mocht geen muziek uit Star Trek gebruikt worden, maar Mignogna deed voor zijn audiobook een beroep op Andy Farber en Jonathan Kruger, getalenteerde componisten die ook de muziek voor Star Trek Continues schreven, helemaal in de stijl van de originele TOS-soundtrack.

Het onlangs verschenen audiobook is nog maar het eerste deel van het eerste seizoen van TOS; het tweede deel verschijnt later dit jaar. Wanneer het audiobook in de smaak valt bij de fans – en daar lijkt het wel op –, wil Mignogna ook de andere twee seizoenen als audiobook uitbrengen. Een hele klus, want de hardcover-edities van de drie seizoenen samen beslaan meer dan tweeduizend pagina’s. Het eerste audiobook, met een inleiding en 18 hoofdstukken, is alvast goed voor net geen 14 uur luistergenot.

De audiobooks worden uitsluitend verdeeld via de website van de uitgever, Jacobs/Brown Press. Je zult ze dus niet vinden op sites als Amazon of Audible.

Een tijdje geleden was Vic Mignogna te gast bij de Trek Geeks-podcast, waar hij over These Are The Voyages geïnterviewd werd door Dan Davidson en Bill Smith. De link naar die podcast-aflevering vind je onderaan dit artikel. Het interview begint na ongeveer 15 minuten en is erg de moeite waard. Vic Mignogna vertelt uitgebreid over de totstandkoming van het audiobook.

Uiteraard moet je wel de Engelse taal machtig zijn om van dit audiobook te kunnen genieten, maar ik ga er gemakshalve van uit dat dat voor de meeste Vlaamse en Nederlandse Trekkies geen probleem is.

trekgeeks.com/161
www.jacobsbrownmediagroup.com/audiobook---these-are-the-voyages.html
www.startrekcontinues.com
www.thesearethevoyagesbooks.com

woensdag 1 mei 2019

Steamboat Willie

In 1928 bracht Walt Disney een korte animatiefilm uit die we gerust historisch mogen noemen. Steamboat Willie is de eerste volledig gesynchroniseerde Disney-cartoon met geluid, in die tijd iets heel speciaals. Het zwart-witfilmpje is meteen ook het allereerste optreden van Mickey en Minnie Mouse. Iedere Disney-fan kent de beelden wel, van een vrolijk fluitende Mickey die aan het stuurwiel van een rivierstoomboot staat.

Steamboat Willie

Ter gelegenheid van de 90e verjaardag van deze kortfilm én van het debuut van Mickey Mouse heeft Lego op 1 april van dit jaar een exclusieve, gelimiteerde set uitgebracht met de stoomboot en twee figuurtjes: Mickey en Minnie. Net als het filmpje is ook deze set in zwart-wit en bestaat hij alleen maar uit zwarte, witte en grijze blokjes (met enkele leuke, zilverkleurige details). Aan de buitenkant, tenminste. Binnenin zit een heel mechaniek verscholen om bepaalde onderdelen te laten bewegen. Voor dat mechaniek, dat onzichtbaar blijft wanneer de stoomboot eenmaal volledig gebouwd is, zijn gekleurde bouwstenen gebruikt. Dat helpt om er tijdens het bouwen wijs uit te geraken.

Steamboat Willie

We wilden deze set maar al te graag hebben. Tijdens ons jongste bezoekje aan de Lego Store in Disneyland Parijs konden we niet langer aan de verleiding weerstaan. De set beschikt over een aantal leuke extra’s, zoals een werkende kraan op het dek, waarmee een aardappelkrat aan boord kan worden gehesen, stoompijpen die op en neer bewegen (net zoals in de animatiefilm) en schoepenraderen die draaien wanneer de boot wordt voortgeduwd. Hij rijdt op wielen die zo goed als onzichtbaar blijven. Via het mechaniek binnenin wordt de draaibeweging van de wielen overgebracht op de schoepenraderen én omgezet in een op-en-neerbeweging van de stoompijpen.

Steamboat Willie filmposter
Als je het filmpje nog eens goed bekijkt – het is makkelijk te vinden op YouTube en je vindt het onderaan dit artikel – zul je merken dat de makers van de Lego-set heel wat details uit de cartoon in de set gestopt hebben waardoor je de set ongetwijfeld nog meer zult kunnen appreciëren, zoals de reddingsboeien in de stuurcabine, de pannenset aan de muur, de scheepsbel, de papegaai, een emmer en een hamer, Minnies hoedje, haar gitaar en de muziekpartituur van de Amerikaanse folksong Turkey in the Straw (geïllustreerd met de geit uit het filmpje).

Disney en Lego werken al geruime tijd samen. In Walt Disney World kun je een bezoek brengen aan het Lego Imagination Center, met grote Lego-creaties in open lucht, waaronder een iconische zeeslang. Daarnaast is Lego een hele tijd geleden al begonnen met het uitbrengen van Star Wars-, Disney- en zelfs Marvel-sets. Zoals je wellicht weet, vallen ook Star Wars en Marvel onder de Disney-vlag. Vooral de Star Wars-Lego-sets zijn ontzettend populair. Bijzonder tot de verbeelding sprekend, maar wegens de hoge prijs wellicht onbereikbaar voor velen, is de grote Ultimate Collectors Series Millennium Falcon-set die in de Lego Store te zien is en die uit maar liefst 7500 bouwsteentjes bestaat.

Enkele weken geleden nog bezocht ik op FACTS een korte workshop, geleid door enkele ontwerpers van de Lego-Star Wars-sets. Niet dat ik een verzamelaar van die dingen ben, maar het onderwerp interesseert me wel. Ik ben natuurlijk een Star Wars-fan, en als kind heb ik ontelbare uren met Lego gebouwd en gespeeld. Ik heb heel leuke herinneringen aan die tijd. Wellicht kan ik met onze nieuwe Steamboat Willie-set mijn oude hobby nieuw leven inblazen.

Steamboat Willie

Sedert mijn kindertijd is Lego erg geëvolueerd en zijn er heel wat nieuwe, boeiende mogelijkheden bijgekomen die ongetwijfeld ook heel wat volwassenen kunnen bekoren. Want – en dat heb ik tijdens het bouwen van onze Steamboat Willie-set nog maar eens ondervonden – Lego is méér dan speelgoed. Het bouwen met Lego stimuleert het ruimtelijk, logisch en wiskundig denken, en draagt bij sets als Steamboat Willie, die Lego Technic-elementen bevatten (zoals tandwielen, assen en hefbomen), ook nog eens bij tot inzicht in de werking van mechanieken. Andere Lego-sets bevatten elektromotoren, sensoren en microprocessoren die door middel van software aangestuurd kunnen worden. Lego is duidelijk meegeëvolueerd met zijn tijd en is uitgegroeid van een eenvoudig maar geniaal basisconcept tot een hedendaags product met ongekende en bijzonder aantrekkelijke mogelijkheden. Ja, na al die jaren ben ik nog steeds een groot fan!

Deze Steamboat Willie is een zogenaamde Lego Ideas-set. Lego Ideas is een project waarbij gebruikers zoals u en ik hun eigen ideetjes voor nieuwe Lego-sets naar voor kunnen schuiven. Het oorspronkelijke idee voor Steamboat Willie was heel wat bescheidener en eenvoudiger (156 bouwstenen) dan wat de uiteindelijke set is geworden (750 bouwstenen!), en werd ingestuurd door de Hongaarse Lego-fan Máté Szabó. De link naar zijn Instagram-kanaal, met daarop heel wat foto’s van zijn Lego-creaties, vind je onderaan dit artikel.

youtu.be/BBgghnQF6E4
www.disneylandparis.com/nl-nl/winkels/disney-village/the-lego-store
www.imdb.com/title/tt0019422
www.instagram.com/szabolego
www.lego.com/nl-be/themes/lego-ideas/products/steamboat-willie-21317
ideas.lego.com/projects/5b64baab-0c5d-40c5-be8e-32dbf8604733

75 jaar VVS

Op 30 maart van dit jaar vond in het Brusselse Paleis der Academiën (vlakbij het Warandepark en het Koninklijk Paleis) een academische zitting plaats ter gelegenheid van de 75e verjaardag van de Vereniging voor Sterrenkunde, Meteorologie, Geofysica en Aanverwante Wetenschappen, zoals de VVS voluit heet. Deze vereniging van Vlaamse amateurastronomen telt vandaag bijna 2000 leden.

Aangezien ik al sedert mijn prilste jeugd belangstelling heb voor ruimtevaart en sterrenkunde, ken ik de vereniging natuurlijk al heel lang. Toch ben ik pas in 2014 lid van geworden. De VVS is een vereniging met individuele leden, maar fungeert eveneens als overkoepelende vereniging voor de Vlaamse volkssterrenwachten en andere sterrenkundige of aanverwante verenigingen. Van zo’n volkssterrenwacht ben ik al langer lid. Ik neem al jaren deel aan heel wat activiteiten van Volkssterrenwacht Beisbroek, en sedert een jaar of vijf ben ik graag van de partij op het jaarlijkse JVS/VVS-weekend. JVS is de Jongerenvereniging voor Sterrenkunde.

Over het JVS/VVS-weekend heb ik eerder op deze blog al bericht. Twee dagen lang komen de Vlaamse amateursterrenkudigen ergens te lande bijeen om in een ongedwongen sfeer informatie uit te wisselen, contacten te leggen, en te genieten van hoogstinteressante presentaties van zowel amateurs als professionele astronomen.

De viering van 75 jaar VVS was een soort mini-uitgave van het JVS/VVS-weekend, maar dan met een wat feestelijker tintje – de hapjes en versnaperingen waren verrukkelijk! –, en met veel aandacht voor de rijke geschiedenis van de vereniging. De lezingen werden afgewisseld met enkele videoboodschappen van VVS-leden, en de presentatie van de academische zitting was in handen van Frank Deboosere, naast tv-weerman ook al jaren VVS-lid.

Na de inleiding van voorzitter Marnik Van Impe had Tonny Vanmunster het in de voormiddag over de evolutie van de amateursterrenkunde gedurende de voorbije 75 jaar en de verwachtingen voor de toekomst, en sprak prof. dr. Christoffel Waelkens over de sterrenkundige hoogtepunten van de afgelopen 75 jaar. Wie Waelkens eerder al bezig gehoord heeft, weet dat zijn spreekbeurten altijd met de nodige humor doorspekt en bijzonder entertainend zijn.

Na een bijzonder verzorgde en uitgebreide broodjeslunch in het moderne atrium van het Paleis der Academiën kwamen in de nadmiddag nog enkele sprekers aan bod: Tony Dethier en Claude Doom, beiden oud-voorzitter, behandelden de rijke geschiedenis van de VVS. Daarna volgde Prof. dr. Jan Cami over zijn boeiende onderzoek naar buckyballs en zijn passie voor astronomie.

Alvorens de dag af te sluiten met een feestelijke receptie, was er nog de plechtige uitreiking van de Galileiprijzen en de toekenning van enkele erelidmaatschappen. De Galileiprijzen vallen te beurt aan mensen die zich in de vereniging op een of andere manier bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Er is een bronzen, een zilveren en een gouden Galileiprijs, maar ze worden niet noodzakelijk ieder jaar uitgereikt.

Marjorie Decleir kreeg een bronzen Galileiprijs voor haar inzet bij de JVS. Een zilveren Galileiprijs werd uitgereikt aan Henri Schepers en Kris Delcourte, en de slechts zelden uitgereikte en fel begeerde gouden Galileiprijs was voor penningmeester en oud-voorzitter Christian Steyaert.

Na 75 jaar is de VVS uitgegroeid tot een bloeiende community van mensen met een passie voor wetenschap, sterrenkunde en ruimtevaart, waar ik graag deel van uitmaak.

www.vvs.be