donderdag 23 september 2021

Nieuwe Raspberry Pi

Het was hoog tijd voor een nieuwe Raspberry Pi. In 2013 had ik mijn eerste Raspberry Pi aangeschaft, een singleboardcomputer waarmee ik aanvankelijk alleen maar wat wou experimenteren, maar die uiteindelijk bijzonder nuttig bleek. De Pi is een eenvoudige, kleine singleboardcomputer, een printplaatje nauwelijks groter dan een bankkaart. Mijn exemplaar uit 2013 kostte amper 51 euro en 45 cent (42,95 EUR voor het toestelletje zelf en 8,50 EUR voor de case om de Pi tegen stof te beschermen). Het was een Model B met slechts 512 MB RAM, wat traag, maar goed genoeg voor wat ik ermee wou doen (en spotgoedkoop!).

Mijn nieuwe Pi is een Model 4B met 8 GB RAM. Ik heb gekozen voor een kit die te koop aangeboden wordt op freva.com, een bedrijfje dat zich specialiseert in home automation en IoT (Internet of Things). Behalve de Pi zelf bevat de kit verder nog een ge-3D-printe (ja, zo schrijf je dat dus) case met passieve en actieve koeling, een 120 GB SSD van Kingston, een voeding en de nodige kabeltjes (USB-C-kabeltje voor de voeding, USB 3.0 A naar SATA-kabeltje voor de SSD, HDMI-kabel voor aansluiting op een monitor en Cat 6-netwerkkabel.

Deze vierdegeneratie-Pi is flink wat krachtiger dan mijn eerste exemplaar. In vergelijking met mijn eerste Pi heeft het toestel niet enkel een krachtiger processor en meer RAM-geheugen, het beschikt ook over USB 3.0, wifi en Bluetooth. Een Raspberry Pi heeft geen ingebouwde harde schijf, maar maakt normaal gezien gebruik van een SD-kaartje waarop je het gewenste besturingssysteem installeert. Mijn nieuwe Pi gebruikt echter geen (micro-)SD-kaartje, maar maakt gebruik van de mogelijkheid om het toestel te booten via een USB-device, in mijn geval de Kingston-SSD, die via een meegeleverd kabeltje op een van de USB 3.0-poorten wordt aangesloten.

De Raspberry Pi 4B is vanzelf al heel wat sneller dan mijn eerste Model B, en doordat mijn toestel voor het besturingssysteem en voor de primaire opslag gebruikmaakt van een SSD in plaats van een SD-kaartje, is hij nóg veel sneller. Hij produceert ook wat meer warmte. Daarom is op zijn minst passieve koeling aangeraden. Passieve koeling voert de warmte af via koelplaatjes, actieve koeling laat de lucht circuleren en zuigt koele lucht aan via een ventilator.

Mijn kit bevat drie zogenaamde heatsink-elementen: kleine metalen koelplaatjes die door freva.com al op de juiste plaats waren gemonteerd. Daarnaast bevat de kit ook een klein ventilatortje dat aan de bovenkant in de case wordt bevestigd en dat zijn stroom haalt via de GPIO-pinnen van de Pi. Je kunt kiezen om het ventilatortje aan te sluiten op de 3,3 V-pin of op de 5 V-pin. Kies je voor 3,3 V, dan draait het ventilatortje zo goed als geruisloos. Ben je van plan de CPU extreem te belasten, dan kun je eventueel gebruikmaken van de 5 V-pin, maar dat is in mijn geval absoluut niet nodig. Bij de kit die ik heb aangeschaft was het ventilatortje al gemonteerd en aangesloten op de 3,3 V-pin. Op de website van freva.com staat ook netjes uitgelegd hoe je zo’n ventilatortje zelf kunt installeren en eventueel op de 5 V-pin aansluiten indien nodig.

De GPIO-pinnen waar ik het hierboven over had, zijn zogenaamde General Purpose Input/Output-pinnen. Je kunt ze gebruiken om allerlei andere electronica op de Pi aan te sluiten. Op die manier kun je bijvoorbeeld ledjes, schakelaartjes of een motortje op je Pi aansluiten. Heel wat hobbyisten gebruiken een Raspberry Pi voor allerlei hardwareprojecten, maar ik wil mijn Pi uitsluitend voor softwareprojecten gebruiken.

Zonder al te veel in detail te treden kan ik je vertellen dat ik mijn Pi onder andere heb ingezet als DLNA-server. Op die manier zijn al mijn foto’s en al mijn muziek- en videobestanden altijd via allerlei toestellen in huis toegankelijk (waaronder onze tv-schermen). De Pi fungeert ook als lokale webserver. Daardoor kunnen mijn huisgenoten en ik vanaf gelijk welke laptop, smartphone of tablet bijvoorbeeld onze complete fotocollectie en al onze pdf-handleidingen doorzoeken of allerlei andere informatie vinden en raadplegen. Tenslotte gebruik ik de Pi ook nog voor een paar speciale projectjes. In die laatste categorie zitten bijvoorbeeld een script dat ervoor zorgt dat onze Dropboxen niet overvol raken, een script dat RSS-feeds genereert, en een script dat bepaalde webpagina’s in de gaten houdt en mij een mailtje stuurt wanneer ze gewijzigd worden. Als je een beetje kunt programmeren, zijn de mogelijkheden legio!

Tot slot nog dit: op mijn Raspberry Pi zijn geen toetsenbord, muis of monitor aangesloten (hoewel dat natuurlijk wel kan). Ik kan het toestel vanaf mijn laptop benaderen over het thuisnetwerk via SSH, SFTP en VNC. Ik maak gebruik van Syncthing om bepaalde mappen op de SSD van de Pi (en op enkele USB-flashdrives, die ik via een powered USB-hub op de Pi heb aangesloten) automatisch te synchroniseren met de externe harde schijf van mijn laptop. Van die externe harde schijf maak ik regelmatig back-ups, zodat ook de data die mijn Raspberry Pi produceert, netjes mee geback-upt worden.

De kit zoals ik ’m bij freva.com heb gekocht (Raspberry Pi + case + SSD + heatsinks + ventilator + voeding + kabeltjes), kost 172,65 EUR. Iets meer dus dan mijn eerste Pi, maar nog altijd heel weinig geld voor toch wel heel veel computer! In principe zou je zo’n Raspberry Pi kunnen gebruiken ter vervanging van je laptop of desktop-pc wanneer je er een toetsenbord, een monitor en een muis aan hangt. Als je wilt kun je er natuurlijk ook een grotere SSD aan koppelen. Mijn toestel gebruikt Linux als besturingssysteem, maar in principe zou je er ook Windows 10 op kunnen installeren. Maar dat laatste zie ik mezelf nog niet zo gauw doen. Linux rules!

freva.com
www.raspberrypi.org

woensdag 15 september 2021

Inspiration4: eerste private orbitale ruimtevlucht

Op Netflix loopt momenteel de documentaire-reeks Countdown: Inspiration4 Mission to Space. De serie brengt het verhaal van de allereerste volledig private orbitale ruimtevlucht. Aan boord van de Crew Dragon-capsule Resilience zullen vier burgers (geen enkele professionele astronaut) een ruimtevlucht van drie dagen maken. Een van hen is miljardair Jared Isaacman. Hij charterde de vlucht bij SpaceX, bekostigt heel de missie en recruteerde drie medereizigers, die vorig jaar nog geen flauw idee hadden dat ze dit jaar een ruimtevlucht zouden maken.

Jared Isaacman is een succesvol Amerikaans ondernemer en straaljagerpiloot. Hij is de gezagvoerder en de leider van het team. Hij maakte meermaals een vlucht rond de wereld en zamelde daarmee geld in voor de Make-a-Wish Foundation. Ook aan de Inspiration4-missie is een fundraisingcampagne gekoppeld, deze keer voor het St. Jude Children’s Research Hospital in Memphis, een ziekenhuis dat gespecializeerd is in de behandeling van leukemie en andere vormen van kanker bij kinderen. Iedereen die doneerde, maakte een kans om mee de ruimte in te gaan.

De drie overige ruimtereizigers zijn Sian Proctor, Hayley Arcenaux en Chris Sembroski.

Proctor is een professor geologie die er al heel haar leven van droomt om de ruimte in te gaan. Haar vader werkte voor de NASA ten tijde van Apollo 11, de eerste bemande maanvlucht. Hij kreeg toen van Neil Armstrong een handtekening, die gekoesterd en ingekaderd werd. Straks neemt Proctor de handtekenning mee op haar ruimtevlucht. Sian Proctor wordt de vierde Afro-Amerikaanse vrouw die naar de ruimte gaat.

Hayley Arcenaux is 29, de jongste van het team en straks de jongste Amerikaanse astronaute ooit. Ze werkt als zorgverlener bij het St. Jude Children’s Research Hospital, waar ze als kind zelf behandeld werd voor botkanker. Ze wordt ook de eerste mens in de ruimte met een prothese, waardoor meteen komaf gemaakt wordt met het idee dat je super gezond moet zijn om astronaut te worden.

Het vierde bemanningslid is Chris Sembroski, een ingenieur en veteraan bij de luchtmacht, die al heel zijn leven geïnteresseerd is in sterrenkunde en ruimtevaart. Hij won zijn ticket voor Inspiration4 als donateur voor Isaacmans fundraisingcampagne voor St. Jude.

De bemanning heeft bijna een half jaar getraind voor deze vlucht en is er helemaal klaar voor. De besturing van het ruimtetuig is grotendeels geautomatiseerd, maar ze moeten kunnen ingrijpen als dat nodig is. In tegenstelling met de andere commerciële vluchten van eerder dit jaar – Richard Branson met Virgin Galactic en Jeff Bezos met Blue Origin – gaat het deze keer om een orbitale vlucht. Dat betekent dat het ruimtetuig in een baan om de Aarde komt, wat niet het geval was met de suborbitale ‘ruimtesprongetjes’ van Branson en Bezos, die amper buiten de atmosfeer kwamen. Nog een groot verschil is dat die twee eerdere vluchten amper enkele minuten duurden; Inspiration4 blijft daarentegen drie dagen lang in de ruimte.

De capsule waarmee ze vliegen, de Crew Dragon, heeft zijn sporen al verdiend en heeft al meermaals astronauten naar het ISS gebracht (het International Space Station), net als de raket, de Falcon 9. Inspiration4 zal echter niet koppelen met het ISS maar gaat naar een nog hogere baan op zo’n 575 km hoogte. Ter vergelijking: het ISS zit op 420 km hoogte, de Hubble Space Telescope op 540 km. Eerder dit jaar bereikte Branson een hoogte van amper 86 km en Bezos ging 107 km hoog. Er is geen precies punt waar de aardatmosfeer ophoudt en de ruimte begint, de twee lopen geleidelijk in elkaar over. Maar internationaal wordt aanvaard dat de ruimte begint op 100 km hoogte, de zogenaamde Kármánlijn.

Omdat de Resilience niet zal koppelen met het ISS, werd de docking port voor deze vlucht vervangen door een glazen koepel, waardoor de astronauten zullen kunnen genieten van een panoramisch uitzicht.

Als alles goed gaat, wordt Inspiration4 gelanceerd in de nacht van 15 op 16 september vanaf het historische lanceercomplex 39 op Kennedy Space Center (waar ook alle Apollo- en Space Shuttle-lanceringen plaatsvonden) en staan de kersverse astronauten drie of vier dagen later hopelijk weer veilig aan de grond.

inspiration4.com
www.makeawish.be
www.stjude.org
www.netflix.com/title/81441273

zaterdag 11 september 2021

R2-D2

Twee jaar geleden vierde Lego de 50e verjaardag van Apollo 11 met een maanlander-set; dit jaar viert de Deense speelgoedfabrikant de 50e verjaardag van Lucasfilm met een nieuwe R2-D2-set. Misschien een beetje een vreemde verjaardag om te vieren, maar alle redenen zijn natuurlijk goed om een nieuwe Star Wars-set uit te brengen.

Eigenlijk gaat het niet om een compleet nieuwe set, maar om een verbeterde versie van een set die Lego in 2012 had uitgebracht. De meest in het oog springende verschillen tussen beide sets zitten in de koepel (het draaiende ‘hoofd’ van van R2): bij de oude set zijn daarvoor de traditionele hoekige bouwsteentjes gebruikt; de nieuwe versie maakt gebruik van gebogen bouwstenen, waarmee je natuurlijk veel beter iets kunt fabriceren dat min of meer een bolvorm heeft. Ook op andere plaatsen zijn heel wat dingen veranderd, al valt dat op het eerste zicht wat minder op.

Ter vergelijking laat ik hieronder foto’s zien van de oude (links) en de nieuwe (rechts) R2-D2-set.

De oude (2012) en nieuwe (2021) R2-D2-sets van Lego

Eigenlijk ben ik heel blij dat ik indertijd niet de oude set aangeschaft heb, want de nieuwe is veel cooler! Er zitten heel wat bewegende delen in, maar geen motor. Je moet alles dus met de hand bedienen. Je kunt de koepel laten draaien en hier en daar klepjes openen waarachter speciale gereedschappen (of Lukes lightsaber!) verborgen zitten. Maar de belangrijkste feature is R2’s derde ‘been’. Bij de oude set was het een heel gedoe om dat ding te voorschijn te laten komen en weer te verbergen; bij de nieuwe set gaat dat veel handiger dankzij een ingenieus mechanisme binnenin.

Wanneer R2 gewoon rechtop staat op zijn twee benen (of armen, ’t is maar hoe je ’t bekijkt), zit het derde been verstopt onderin de droid. Wanneer je R2 lichtjes omhoog tilt en zijn lichaam schuin houdt, schiet het derde been vanzelf naar buiten. Binnenin zit een heel Lego-Technic-mechanisme verborgen om dat mogelijk te maken. Wanneer je het been weer naar binnen duwt, klikt het weer netjes op zijn plaats. Deze functie is maar één van de vele verbeteringen ten opzichte van het oude model. De nodige inspiratie hiervoor werd geleverd door de werking van een balpen. De taak die het veertje in een balpen vervult, wordt in de R2-droid waargenomen door twee elastiekjes (wat mij toch enigszins doet vrezen voor een beperkte houdbaarheidsdatum, want rubberen elastiekjes blijven niet eeuwig soepel).

Voor de mensen die nog altijd denken dat Lego niet meer is dan speelgoed voor kleine kinderen, ik kan je verzekeren: het is een hele uitdaging om deze set te bouwen. De oude set uit 2012 kreeg als leeftijdscategorie nog 16+ mee; de nieuwe set uit 2021 legt de lat nog iets hoger met het label 18+. De set bevat 2.314 bouwsteentjes, waaronder een behoorlijk aantal die ik nog nooit eerder in een Lego-set gezien heb. Het lijvige, 284 pagina’s tellende instructieboek legt in 528 stappen precies uit hoe je te werk moet gaan, maar vooral bij het bouwen van het binnenwerk is het opletten geblazen.

Ik vroeg me af hoeveel verschillende soorten bouwelementen er ondertussen eigenlijk al bestaan, dus ik heb het even opgezocht. Afhankelijk van de bron vond ik verschillende getallen, en ik kon niet altijd weten hoe recent de cijfers waren. Ook hangt het ervan af wat je precies telt: er zijn uiteraard gelijke elementen in verschillende kleuren, er zijn elementen met opdruk, en dan zijn er ook nog een aantal andere systemen (zoals Duplo) die compatibel zijn met Lego. Maar eigenlijk was ik benieuwd naar het aantal verschillende onderdelen, zonder naar kleuren of opdrukken te kijken, die je kunt aantreffen in alle Lego-sets die Lego ooit heeft uitgebracht. In een artikel uit 2014 wordt melding gemaakt van meer dan 3.700 verschillende elementen. Op Quora (een in 2016 geüpdatet uitgebreid antwoord op de vraag ‘How many types of LEGO bricks/parts are there?) vond ik 8.703 als minimumaantal. Als je ook nog eens alle kleuren, opdrukken, stickers en andere varianten apart beschouwt, zouden het er maar liefst 61.840 zijn. En ik weet zeker dat er sinds 2016 weer een aantal nieuwe elementen, kleuren, opdrukken en stickers uitgebracht zijn! Dat is alvast gigantisch veel meer dan het aantal beschikbare bouwsteentjes waar ik het als kind mee moest doen.

Het bouwen van deze set heeft me weer heel wat uurtjes plezier opgeleverd. De set zal een plaatsje krijgen op een plekje dat ik speciaal daarvoor heb vrijgemaakt in mijn boekenkast, zodat ik er vanaf mijn bureau elke dag naar kan kijken. Wees gerust: ik heb hier geen boeken voor opgeofferd; ik heb alleen enkele oudere boeken uit mijn boekenkast gehaald en in een kartonnen doos gestopt. De boeken wil ik voorlopig niet van de hand doen, want ik kan er moeilijk afscheid van nemen...

www.lego.com/nl-be/product/r2-d2-75308
youtu.be/IA4486-6xbU

Star Trek Day 2021

Star Trek Day 2021 was het tweede jaarlijkse verjaardagsevent georganiseerd door Paramount+, de Amerikaanse streamingdienst die voorheen bekend was onder de naam CBS All Access. Star Trek fans van over de hele wereld vieren al langer Star Trek Day op 8 september, omdat op die dag in 1966 de allereerste aflevering van de iconische sciencefictionserie op tv werd uitgezonden. Vorig jaar was er voor het eerst een avondvullend programma ter gelegenheid van Star Trek Day, wegens de coronamaatregelen een event dat volledig online plaatsvond.

Net als de vorige editie werd ook Star Trek Day 2021 gehost door Wil Wheaton (Wesley Crusher in TNG) en Mica Burton (dochter van acteur Levar Burton, Geordi LaForge in TNG).

Ook dit jaar was alles online te volgen via de livestream op startrek.com. In tegenstelling tot vorig jaar was er dit jaar wél een live event met publiek en met gasten op het podium, vanuit het Skirball Cultural Center in Los Angeles. De organisatie had zelfs voor een heus symfonieorkest gezorgd, dat tussendoor de nodige Star Trek-deuntjes liet horen – ondertussen ook al een zeer uitgebreid repertoire! Het orkest werd geleid door niemand minder dan Jeff Russo, een zeer getalenteerd componist die ik vijf jaar geleden live aan het werk zag op het World Soundtrack Awards Concert in Gent. Hij is bekend van de muziek die hij schreef voor series als Fargo en House of Cards, Star Trek: Discovery en Star Trek: Picard. Naar het einde van de avond toe bracht actrice/zangeres Isa Briones het nummer Blue Skies uit de soundtrack van Picard.

Interviews met panelleden op het podium werden afgewisseld met vooraf opgenomen videogesprekken met Star Trek-personaliteiten die niet op het live event aanwezig waren, en met teasers en trailers van Star Trek-series die we in de nabije toekomst mogen verwachten. Acteurs en actrices uit alle Star Trek-series kwamen aan bod.

Voor wie er nog aan mocht twijfelen: na 55 jaar is Star Trek populairder dan ooit! Op dit eigenste ogenblik zijn maar liefst vijf Star Trek-reeksen in productie: vanaf 18 november krijgen we het vierde seizoen van Star Trek: Discovery te zien, en in 2022 seizoen 1 van de langverwachte Discovery-spinoff Star Trek: Strange New Worlds. Begin volgend jaar wordt ook het tweede seizoen van Star Trek: Picard uitgezonden, een reeks waarvan het eerste seizoen vorig jaar bijzonder goed onthaald werd.

De overige twee reeksen zijn animatiereeksen: Star Trek: Lower Decks, waarvan het tweede seizoen momenteel loopt, en Star Trek: Prodigy, waarvan de première op 28 oktober zal plaatsvinden. Alles bij elkaar hebben de Trekkies dus absoluut geen reden tot klagen (al laat een nieuwe bioscoopfilm ondertussen wel wat lang op zich wachten).

De twee animatiereeksen zijn heel erg verschillend van stijl. Over Lower Decks zijn de fans erg enthousiast, en de trailer van Prodigy ziet er erg veelbelovend uit.

Star Trek Day 2021 was weer een hoogtepunt voor alle Trekkies wereldwijd, vooral voor diegenen die al veel te lang geen bezoekje meer hebben kunnen brengen aan een Star Trek-conventie.

intl.startrek.com/day