vrijdag 14 maart 2014

Raspberry Pi

Een tijdje geleden heb ik een Raspberry Pi aangeschaft, maar ik had het op dat moment véél te druk met andere zaken, zoals op reis gaan, een reisverslag schrijven, reisfoto's en -video's bekijken en bewerken, meedoen aan typewedstrijden, sci-fi-conventies bezoeken, naar de bioscoop gaan, een internationaal congres bijwonen, mijn 50e verjaardag vieren, naar verjaardagsfeestjes van anderen gaan, blogposts schrijven, nieuwe software testen, mijn belastingaangifte invullen, naar Discovery Science kijken en het internet lezen. Om maar een paar dingen te noemen. Daardoor ben ik er pas onlangs aan toe gekomen het toestel in gebruik te nemen.

De Raspberry Pi is een computer. Echter niet zomaar een. Het is een singleboardcomputer, gebouwd op een printplaatje dat nauwelijks groter is dan een bankkaart. Het mooie is, dat deze computer spotgoedkoop is. Ik heb er meteen maar een case (een behuizing) bijgekocht, dat leek me het handigst. Je kunt eventueel ook zelf zo'n behuizing maken (in karton bijvoorbeeld, of met Lego-blokjes). Het toestel heeft geen scherm, toetsenbord, muis of harde schijf, maar het heeft uiteraard wel de nodige aansluitingen: twee USB 2.0-poorten, audio- en video-uitgangen (composite RCA én HDMI!), en een aansluiting voor een netwerkkabel. De stroomvoorziening gebeurt via een micro-USB-aansluiting en je moet er een SD-kaartje in stoppen om het ding aan de praat te krijgen. Op dat SD-kaartje moet je vooraf een besturingssysteem installeren. Je hebt de keuze uit een aantal verschillende Linux-distributies. Ik heb gekozen voor het voor de hand liggende Raspbian, een Debian-variant speciaal gemaakt voor de Raspberry Pi.

Raspberry Pi

Ik heb er geen scherm, muis of toetsenbord aangehangen, maar mijn Pi gewoon aangesloten op mijn router. Ik kan ’m benaderen via SSH (vanuit Windows met PuTTY), vanaf mijn desktop-pc of mijn laptop (of zelfs vanaf mijn smartphone). Headless, heet zo’n systeem: mijn Pi heeft geen eigen scherm, muis of toetsenbord, maar wordt bediend via scherm, muis en toetsenbord van een andere computer. Ik kan daarbij zowel de command line interface als de desktop interface gebruiken. Voor dat laatste heb ik nog een ander programmaatje moeten installeren: TightVNC. Al die software is uiteraard helemaal gratis te downloaden en heel simpel te installeren.

De Raspberry Pi is in de eerste plaats bedoeld als spotgoedkope computer die ingezet kan worden voor educatieve doeleinden. Kinderen kunnen met de Pi eenvoudig en goedkoop leren programmeren, in Python bijvoorbeeld. Maar de Pi kan ook voor andere nuttige zaken worden ingezet. Zo gebruik ik het toestel nu als webserver. Mijn webserver is niet toegankelijk via het internet, maar wel via mijn eigen thuisnetwerk. Ik heb er enkele webpagina’s en pdf-bestandjes op gezet die op gelijk welk moment vanaf iedere computer in ons huis geraadpleegd kunnen worden. Alle handleidingen van alle elektronische toestellen die we in huis hebben, staan erop. Dat vind ik veel handiger dan al die boekjes bewaren die je in de doos vindt als je een nieuw toestel koopt. De handleidingen van de tv, de wasmachine, de microgolfoven etc. kun je tegenwoordig allemaal als pdf downloaden via de website van de fabrikanten. Dat doe ik dus altijd meteen als we een nieuw toestel aanschaffen. Door die handleidingen allemaal in elektronische vorm op een centrale plaats te bewaren, heb ik ze altijd meteen bij de hand als ik ze nodig heb. Vroeger waren de papieren handleidingen op cruciale momenten vaak onvindbaar.

Voor de Raspberry Pi zijn natuurlijk nog veel meer toepassingen te bedenken. Een collega van mij heeft er ook een en gebruikt ’m als mediaserver, om zijn foto’s en video’s op zijn tv-scherm te bekijken. Als je er even naar googelt, zul je versteld staan wat mensen allemaal met zo’n dingetje doen. Leuk speelgoedje, spotgoedkoop, erg leerzaam en nog praktisch ook!

www.raspberrypi.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten