In Transcendence laat een ten dode opgeschreven wetenschapper (Johnny Depp) zijn bewustzijn uploaden naar een supercomputer en slaagt hij erin om op die manier verder te leven. Een bijna klassiek sciencefictiongegeven, dat hier gecombineerd wordt met vergevorderde nanotechnologie. Deze combinatie resulteert in bijna onbegrensde mogelijkheden, die leiden tot een superieur neuraal netwerk dat alles weet, alles ziet en alles kan bouwen of repareren (inclusief mensen).
De doorsneekijker zal het misschien allemaal een beetje vergezocht en onwaarschijnlijk vinden, maar eigenlijk zijn heel wat van de zaken die in de film getoond worden dichterbij dan de meeste bioscoopbezoekers zich zullen realiseren.
In het begin van de film wordt duidelijk wat met de titel bedoeld wordt: Some scientists refer to this as the Singularity. I call it Transcendence. De ‘singularity’ waarvan sprake is al uitvoerig beschreven door futuroloog Ray Kurzweil. Er wordt mee verwezen naar een technologisch omslagpunt in de wellicht niet zo heel verre toekomst, waarop de technologische vernieuwingen elkaar zo snel zullen opvolgen, dat letterlijk niemand nog kan volgen en onze maatschappij noodgedwongen bestuurd zal worden door computers en machines. Een tijd ook waarin mens en technologie met elkaar zullen versmelten en er computers in ons brein zitten, of ons brein in een computer.
We kennen het fenomeen: de technologische vernieuwingen lijken elkaar steeds sneller op te volgen. In de voorbije twintig jaar zijn er meer nieuwe uitvindingen en ontdekkingen gedaan dan in de honderd jaar daarvoor, en in de laatste pakweg tweehonderd jaar wellicht meer dan in de hele geschiedenis van de mensheid. In de komende vijf jaar zullen er ongetwijfeld weer meer vernieuwingen komen dan in de voorbije tien, en zo gaat het altijd maar sneller. Als deze trend zich doorzet, dan komt er een tijd dat de technologie in een week een grotere sprong vooruit zal maken dan in het hele jaar daarvoor, en komt er een dag waarop er meer zal veranderen dan in de voorbije twee weken. Op een bepaald moment volgen de veranderingen elkaar zo snel op – en worden nieuwe uitvindingen niet meer door mensen gedaan maar door machines en computers – dat geen mens het nog bij kan houden.
Nanotechnologie is dan weer iets waarvan we de komende jaren veel mogen verwachten. Bij nanotechnologie draait het om extreem kleine bouwstenen, instrumenten en machines. Het opent een waaier van mogelijkheden. Stel je voor: piepkleine robotjes worden in je bloedstroom geïnjecteerd, gaan op zoek naar beschadigde cellen in je lichaam en repareren die, of leveren een medicijn af precies op de plaats waar het nodig is. Of piepkleine intelligente bouwstenen organiseren zichzelf tot een macroscopisch object, zoals een auto, om maar wat te noemen. Wil je na verloop van tijd een ander kleurtje of een ander model? Geen nood: diezelfde bouwstenen herschikken zichzelf in een nieuwe configuratie. Is er een onderdeel stuk? De nano-robots repareren het nog voordat je merkt dat er iets mis is. Nano-robots kunnen aan de hand van grondstoffen die ze in hun omgeving vinden, kopieën van zichzelf maken en in geen tijd een heel gebied of zelfs de hele planeet bevolken. Ze kunnen overal ingezet worden om afvalstoffen af te breken, water te zuiveren, gebouwen schoon te maken, noem maar op!
Al die nieuwe technieken leiden tot ongekende mogelijkheden, maar als ze niet onder controle gehouden worden, kan het ook serieus verkeerd lopen. En dat is wat een groep anti-technologische extremisten in Transcendence te allen prijze wil vermijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten