dinsdag 16 juli 2019

Mannen op de Maan

Ik zal het hier niet hebben over het Kuifje-album met die titel, maar over de eerste bemande maanlanding.

Op 16 juli 1969, vandaag exact een halve eeuw geleden, vertrok de imposante Saturnus V-raket vanop lanceerplatform 39A op het John F. Kennedy Space Center richting Maan. Aan boord waren drie astronauten: Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins. Ze worden doorgaans in die volgorde vermeld. Armstrong, de commandant van de missie, zou als eerste mens in de geschiedenis voet op de Maan zetten. Collins moest geduldig en eenzaam wachten in een baan om de Maan terwijl Armstrong en Aldrin naar het maanoppervlak afdaalden.

Ik vind het een beetje jammer dat Neil Armstrong bij het grote publiek algemeen bekend staat als de eerste mens op de Maan, terwijl datzelfde publiek al heel diep moet nadenken om zich de naam van Buzz Aldrin te herinneren. En Michael Collins zijn ze wellicht al helemaal vergeten. Hoe dan ook, Buzz staat wel op veel meer maanfoto’s, want het was Armstrong die doorgaans de enige camera bediende. Op de foto’s van de Apollo 11-missie kun je ze uit elkaar houden doordat Aldrin als commandant een rode steep op zijn helm heeft; Aldrin heeft die niet.

Als je ’t mij vraagt, is Buzz de coolste van de drie. Hij is begin dit jaar 89 geworden, heeft een paar jaar geleden nog een reis naar Antarctica gemaakt en was tot voor kort erg actief op sociale media. Hij werd geboren als Edwin Aldrin, maar liet zijn naam later officieel veranderen naar Buzz. Hoe hij aan die naam kwam? De jongste van zijn twee zussen kon als kind het woord ‘brother’ niet goed kon uitspreken. Ze zei altijd iets als ‘buzzer’, vandaar Buzz. Een van de bekendste personages uit de Toy Story-films, Buzz Lightyear, werd naar hem genoemd.

Als je zo oud bent als ik (of nóg ouder), dan herinner je je wellicht de waanzinnige belangstelling die mensen over de hele wereld 50 jaar geleden hadden voor die eerste maanlanding. In de nacht van 20 op 21 juli zat een record aantal mensen aan het tv-scherm gekluisterd om de wazige zwart-witbeelden van de landing live te aanschouwen. Stel je voor: rechtstreekse tv-beelden vanop de Maan! Zoiets was nog nooit eerder gebeurd. Wie geen tv-toestel had of niet ergens anders kon gaan kijken, volgde het gebeuren op de radio.

De maanlanding zelf vond plaats op de avond van 20 juli, maar het was pas op 21 juli, bij ons midden in de nacht, dat Armstrong het luik van de Eagle – zo heette de maanlander – opende, de ladder afdaalde en voorzichtig zijn linkervoet in het maanstof neerzette. Hij sprak daarbij de historische woorden That’s one small step for [a] man, one giant leap for mankind. De [a] staat tussen haken omdat dat lidwoord niet hoorbaar was in de uitzending, maar wel degelijk uitgesproken werd, zoals akoestische analyse van de historische opnamen ondertussen heeft aangetoond.

Zowat vijftien minuten later verliet ook Aldrin de Eagle en begonnen ze met het uitvoeren van hun taken. Een eerste opdracht bestond erin te onderzoeken hoe ze zich het best op het maanoppervlak konden voortbewegen. Met grote, logge ruimtepakken aan en in een zwaartekracht die ongeveer een zesde bedraagt van de zwaartekracht aan het aardoppervlak, was dat niet simpel. Normaal stappen lukte niet zo best, maar al gauw kwamen de twee erachter dat ze zich best met kleine sprongetjes konden voortbewegen.

Er werd een klein gedenkteken onthuld en de Amerikaanse vlag werd in de maanbodem geplant. Daarna telefoneerden ze met president Nixon in het Witte Huis. Er werden meetinstrumenten geplaatst, stenen verzameld en een bodemmonster genomen. In totaal maakten de astronauten ongeveer honderd kleurenfoto’s. Armstrong staat op slechts twee daarvan. Heel bekend is een foto die Armstrong van Aldrin maakte, en waarin Armstrong te zien is als een reflectie in de helm van Aldrin.

Na een verblijf van minder dan 24 uur op de Maan steeg het bovenste stuk van de lander terug op; het onderste stuk bleef achter en diende als lanceerplatform. Even later koppelden de twee astronauten hun kleine, fragiele ruimtetuigje weer aan de Columbia, het ruimteschip waarin Michael Collins geduldig had gewacht. Al die tijd had Collins baantjes om de Maan gedraaid. Tijdens de passages langs de achterkant van de Maan had hij geen contact met de Aarde, noch met zijn collega’s op de Maan. Op dat moment was hij de eenzaamste mens in het zonnestelsel.

Na die eerste maanlanding in 1969 volgden nog zes Apollo-maanmissies. Vijf daarvan landden met succes; bij Apollo 13 deed zich onderweg een ernstig probleem voor waardoor de astronauten zonder te landen moesten terugkeren. Maar dat is een verhaal voor een andere keer. In totaal hebben 12 mensen – allemaal mannen – op het maanoppervlak gewandeld.

Meer weten? Op de website van de Vlaamse Volkssterrenwachten kun je een gratis publicatie downloaden over 50 jaar maanlanding.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten