Na zowat 20 jaar afwezigheid maak ik dit jaar mijn comeback in de typesport. Ja, je leest het goed: typen is een sport. ‘Vingersport’, zo noemden we dat vroeger. De meest mensen kijken er wellicht een beetje vreemd van op, maar naast regionale en nationale wedstrijden bestaat er zelfs een wereldkampioenschap typen. Als je er nog nooit van gehoord hebt, dan is dat niet verwonderlijk. Het is immers altijd voetbal, wielrennen of tennis op tv, onze ‘sport’ komt nooit aan bod.
Ik heb vroeger vaak aan nationale en internationale typewedstrijden deelgenomen, en dit jaar wil ik opnieuw meedoen aan het WK. Vroeger met de schrijfmachine, tegenwoordig met de laptop. Op een eremedaille hoef ik echter niet te rekenen, want ik weet al op voorhand dat ik geen enkele kans maak tegenover de wereldtop. Ik wil dus gewoon meedoen voor de sport, omdat ik het leuk vind.
Normaal gezien vindt er om de twee jaar zo’n wereldkampioenschap plaats. Het WK kadert in een congresweek, georganiseerd door Intersteno, een wereldorganisatie die al sedert 1887 bestaat en in het begin alleen op de stenografie gefocust was (vandaar de naam natuurlijk). Later kwam daar ook de dactylografie bij en tegenwoordig gaat Intersteno over alles wat met informatieverwerking te maken heeft.
Het eerstvolgende congres vindt aanstaande zomer plaats in Parijs. Honderden deelnemers uit alle delen van de wereld zullen er elkaar treffen, lezingen bijwonen en/of met de wedstrijden meedoen. De normen zijn behoorlijk streng. De proef bestaat uit het overtypen van een doorlopende tekst gedurende 30 minuten. Je mag daarbij maximaal 0,25% fouten maken – d.w.z. één fout op 400 aanslagen, en dat is echt niet zo veel. Als volwassene moet je dat bovendien zien te klaren tegen een minimale snelheid van 360 aanslagen per minuut – dat is 6 aanslagen per seconde. Voor jongeren ligt de snelheid iets lager (240 of 300 apm, afhankelijk van de leeftijd), maar de foutennorm is even streng. Behalve het WK typen zijn er ook wedstrijden tekstverwerking, auteurscorrectie, meertalige stenografie en stenotypie.
Wie niet naar Parijs kan en toch even van het wedstrijdtypen wil proeven, kan ook meedoen met de internetwedstrijd. Die staat volledig los van het WK, en de normen zijn ook niet zo streng. Die proef bestaat uit slechts 10 minuten typen. Volwassenen moeten een snelheid van 240 apm halen met maximaal 0,50% fouten; voor jongeren zijn de snelheids- en de foutennorm nog minder streng. Die internetwedstrijd leg je af wanneer het jou past, gewoon van thuis uit (of voor scholieren: op school). Je kunt daarbij kiezen om niet alleen in je moedertaal, maar ook in vreemde talen te typen. Aan hoe meer talen je meedoet, hoe meer punten je kunt verzamelen. Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan: in een aantal van die talen komen immers speciale tekens en accentletters voor, die niet op een Belgisch toetsenbord staan. Je moet dus een creatieve manier gebruiken om die tekens te kunnen intypen, zoals bijvoorbeeld een andere toetsenbordlay-out gebruiken, wat helemaal niet evident is, of de speciale tekens (in Windows) intoetsen via hun Alt-code. Dat veroorzaakt natuurlijk telkens concentratie- en tijdverlies, waardoor je aan snelheid inboet en extra risico loopt op fouten.
Toch wil ik een poging wagen om de meertalenwedstrijd computertypen tot een goed einde te brengen. Ik ben van plan om in minstens acht talen te typen (Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Portugees en Fins), en misschien neem ik er ook nog Pools en Turks bij. We zien wel. Ik heb nog tot 6 mei de tijd om alle proeven af te leggen. Ik ga dus eerst nog een beetje oefenen op de vreemde talen, en wanneer ik er klaar voor ben, ga ik ervoor. Wish me luck, I’ll need it.
www.intersteno.org