donderdag 26 december 2013

Nieuwe smartphone

Zowat een half jaar geleden heb ik m’n oude smartphone (een HTC Desire) nieuw leven ingeblazen door hem te rooten en er CyanogenMod op te installeren. De bedoeling van deze operatie was om het veel te krappe geheugen waarmee mijn oude toestel was uitgerust, wat efficiënter te gebruiken zodat ik niet om de haverklap een melding kreeg dat er weinig ruimte was.

Die operatie leek in eerste instantie goed geslaagd, maar na een tijdje kreeg ik toch weer met plaatsgebrek te kampen. Hoog tijd dus voor een nieuwe smartphone, en deze keer heb ik veel beter op de specificaties gelet alvorens een keuze te maken.

Maar om dan maar meteen het recentste, krachtigste (en duurste!) topmodel aan te schaffen, dat gaat me toch wat te ver. Ik weet het: iedereen wil altijd het nieuwste en het beste hebben, maar doorgaans betaal je daar dan in verhouding veel te veel voor. Voor een toestel dat na hooguit twee of drie jaar alweer aan vervanging toe is, ga ik geen 600 of 700 euro neertellen. Ik ben dus best tevreden met een iets ouder toestel aan de helft van die prijs, voor zover dat toestel aan al mijn wensen voldoet.

samsung_s3

Zodoende is mijn keuze gevallen op de Samsung Galaxy S3 (of S III, eigenlijk). Ik heb natuurlijk op voorhand wat research gedaan, en vond in een recent artikel op androidplanet.nl heel goede argumenten om nog voor de S3 te kiezen.

Zeker als je vergelijkt met mijn oude toestel, is m’n nieuwe een gigantische verbetering: de nieuwste Android-versie, véél meer geheugen, een groter scherm, een snellere processor, een batterij die langer meegaat, een betere schermresolutie, een betere camera én een tweede camera aan de voorkant. Wat wil een mens nog meer? Zeg nu zelf, waarom zou ik nog een paar honderd euro méér moeten betalen voor een nóg beter toestel? Neen, de S3 is een prima model, en ik ben er erg blij mee. Het doet alles wat ik ervan verwacht. Het enige wat ik er niet mee kan, is overal gaan pronken dat ik het nieuwste en het duurste heb. Maar daar is het mij natuurlijk absoluut niet om te doen.

zondag 27 oktober 2013

Wintertijd

Herfst

Afgelopen nacht ben ik weer druk bezig geweest al onze klokjes goed te zetten, want het is weer zover: laatste zondag van oktober, dus omschakelen van zomer- naar wintertijd. Om te vermijden dat ik klokjes vergeet, werk ik met een checklist, zodat ik al mijn klokjes in één keer juist kan zetten. Want ik schreef het al eerder: ik heb een hekel aan klokken die verkeerd staan. Een klok die niet de juiste tijd aangeeft, daar heb je niets aan. Ik wil niet ergens in februari moeten vaststellen dat de klok in mijn fototoestel nog op zomertijd staat en dat daardoor de EXIF-info van honderden of misschien wel duizenden foto’s de verkeerde tijd aangeeft. Gelukkig zijn we ondertussen overgeschakeld van gewone mobieltjes op smartphones die hun klokjes automatisch goed zetten, dus dat is alvast een zorg minder. Mijn huidige checklist ziet er momenteel als volgt uit, twintig klokjes in totaal:

mijn doordeweekse polshorloge
mijn zondagse polshorloge
het doordeweekse polshorloge van mijn echtgenote
het zondagse polshorloge van mijn echtgenote
het doordeweekse polshorloge van onze dochter
het zondagse polshorloge van onze dochter
het klokje in mijn fietscomputer
het klokje in mijn e-reader
het klokje in de auto
het klokje in de tomtom
het klokje in de thermostaat
het klokje in de magnetron
het klokje in het koffiezetapparaat
het klokje in de oven
het klokje in de compactcamera
het klokje in de spiegelreflexcamera
het klokje in de mini-stereoketen van onze dochter
de wandklok op de slaapkamer van onze dochter
de wekker op de slaapkamer van onze dochter
de klokradio op onze slaapkamer

We hebben dit weekend dus een uurtje cadeau gekregen, maar aangezien ik bijna een uur nodig heb om alle klokjes goed te zetten, heb ik daar eigenlijk niets aan. In het voorjaar is het nog erger: dan moeten we het met een uur minder doen en moet ik wéér al die klokjes aanpassen.

Wordt het niet stilaan hoog tijd dat we eens ophouden met dat circus? Waar is die zomertijd/wintertijd eigenlijk goed voor? Ze hebben dat indertijd zogezegd ingevoerd om energie te besparen, maar sta me toe dat ik dat voordeel ernstig in twijfel trek. (En als amateurastronoom vind ik het natuurlijk jammer dat ik ’s zomers een uur langer moet wachten alvorens ik naar de sterren kan kijken, maar ik besef dat dat nadeel voor de doorsnee bevolking weinig ter zake doet.)

En als het dan toch zo’n voordeel is dat het ’s zomers een uur langer klaar is, dan geldt dat toch ook voor de winter? Waarom houden we die zomertijd dan niet het hele jaar door? Dat zou mij twee keer per jaar een hoop werk besparen. Bovendien blijkt telkens weer dat heel wat mensen moeite hebben met de omschakeling van zomer- naar wintertijd of van winter- naar zomertijd. Dus wat mij betreft mogen ze dat zo snel mogelijk afschaffen. Het hele jaar door dezelfde tijd. Wie kan daar nu iets op tegen hebben?

vrijdag 25 oktober 2013

Gravity

Gisteren eindelijk Gravity gezien. De film speelt al een paar weken in zowat de hele beschaafde wereld, en nu is hij ein-de-lijk ook bij ons in de zalen. Ik heb geen idee waarom dat zo lang moest duren. Officieel wordt hij trouwens pas volgende week gereleaset, maar bij Kinepolis is hij deze week gelukkig al in avant-première te zien, in 3D. Niet in IMAX, zoals in zowat alle andere beschaafde landen, want in België vonden ze het nodig om de enige IMAX-zaal die ons land rijk was, enkele jaren geleden te sluiten. Eigenlijk zou je deze film in de IMAX-3D-versie moéten zien. Hij is visueel enorm overweldigend, en een van de zeldzame voorbeelden waarbij 3D wel degelijk voor een grote toegevoegde waarde zorgt.

Gravity

Eerder dit jaar heb ik in een van de twee IMAX-theaters van het Kennedy Space Center de documentaire Space Station 3D gezien. Daar was ik toen behoorlijk van onder de indruk. Het is inderdaad een bijzondere ervaring om het impressionante International Space Station (ISS) zowel vanbinnen als vanbuiten erg realistisch in beeld gebracht te kunnen zien door de ogen van de astronauten, om doorheen of langs de modules te zweven, een ruimtewandeling te maken en de Aarde te aanschouwen vanaf 350 kilometer hoogte terwijl je aan een snelheid van meer dan 27.000 kilometer per uur rond de planeet zoeft. In anderhalf uur ben je eenmaal rond, heb je de zon zien opkomen en de zon zien ondergaan. Drie kwartier licht, drie kwartier donker. De wolkenformaties onder je zijn gigantisch groot en onvoorstelbaar mooi, het poollicht is van een nooit geziene schoonheid.

Gravity begint met dezelfde verwondering, dezelfde grootsheid, hetzelfde ontzag voor onze wonderbaarlijke planeet en voor deze verbluffende hoogtechnologische prestatie. Maar dan gaat het mis. De spaceshuttle en het ruimtestation worden door rondvliegend ruimtepuin getroffen. Verwondering en ontzag maken plaats voor een nachtmerrie. Vanaf dan is Gravity een bloedstollende thriller die me tot het einde op het puntje van mijn stoel gekluisterd hield. Zelden heb ik zo gespannen naar een film zitten kijken, en geloof me, ik ben een en ander gewoon wat thrillers betreft. Ik vergat van mijn drankje te nippen, en ik vergat bijna te ademen. Ik leefde volledig mee met het hoofdpersonnage – een onovertroffen en in deze rol opnieuw Oscar-waardige Sandra Bullock –, dat een bittere strijd levert om alle gevaren en tegenslagen te overwinnen en uiteindelijk veilig terug op Aarde moet zien te raken.

Deze film wordt ongetwijfeld door een groot publiek gesmaakt. Het overweldigende internationale succes bewijst dat. Maar voor ruimtevaartfanaten als ik is dit natuurlijk een absolute must en een prachtig geschenk. Door het feit dat ik wegens mijn interesse voor ruimtevaart erg vertrouwd ben met de shuttle, met het ISS en met hoe een ruimtewandeling precies in zijn werk gaat, weet ik Gravity nog meer te waarderen dan de gemiddelde bioscoopganger. De film is bijzonder waarheidsgetrouw gemaakt. De gewichtloosheid, Newton’s wet van actie en reactie, de shuttle en het ISS zijn erg geloofwaardig in beeld gebracht.

Aan de andere kant merk ik natuurlijk ook zaken op waarvan ik weet dat ze niet met de werkelijkheid stroken. Zoals de onbezonnen vrolijkheid waarmee George Clooney in het begin van de film rondjes rond de shuttle draait in zijn manned maneuvering unit en daarbij erg verkwistend omspringt met zijn brandstof. Of het feit dat de Hubble Space Telescope en het ISS in de film vlak bij elkaar baantjes om de Aarde draaien, wat in werkelijkheid absoluut niet zo is!

Maar voor de rest laat de film alles zien waar ruimtevaartenthousiastelingen van dromen: een astronaut(e) die op op het einde van de robotarm van de spaceshuttle staat en reparaties uitvoert, een astronaut die met een manned maneuvering unit volledig los van enig ruimtetuig rondvliegt, de onvoorstelbare schoonheid van de blauwe planeet beneden, de shuttle, het ISS, de Soyuz en zelfs een hypothetisch Chinees ruimtestation! En ook alles waarvan we hopen dat het niét gebeurt: brand in de ruimte, botsing met rondvliegend ruimtepuin, contact met de Aarde verliezen tijdens een crisissituatie, ongecontroleerd rondtollen, dreigend zuurstofgebrek, etc. Dat er van alles mis gaat, kon je al in de trailer zien, dus veel nieuws geef ik hier niet prijs.

De film wordt volledig gedragen door twee acteurs die al enige tijd tot mijn favorieten behoren: George Clooney en vooral Sandra Bullock. En dat doen ze bijzonder overtuigend. Sandra Bullock is na deze film weer heel wat in mijn achting gestegen. Zoals uit mijn betoog hierboven al is gebleken, zijn de visual effects van Gravity van een bijzonder hoog niveau. Wat mij betreft verdient dit zonder enige twijfel een Oscar! Ook zeker het vermelden waard is de soundtrack van Steven Price, die beslist bijdraagt tot de ultieme spanning die je de hele film door blijft ervaren. De regie is in handen van Alfonso Cuarón, die al een Oscarnominatie kreeg voor Children of Men.

Ik ga eerstdaags zeker opnieuw naar de bioscoop. Deze film is ongetwijfeld het herbekijken waard. En ik kijk natuurlijk al uit naar de blu-ray, want ik ben heel erg benieuwd naar de making of-docu’s.

Gravity: een parel van een film, niet te missen!

gravitymovie.warnerbros.com

zaterdag 19 oktober 2013

Druk programma!

Wat heb ik het toch weer druk de laatste tijd. En dan te bedenken dat er mensen zijn die niet weten wat gedaan. Maar ach, je hoort me niet klagen natuurlijk, want ik doe het mezelf aan. Want al die dingen die mijn programma zo druk maken, doe ik uit vrije wil. Als ik zou willen, zou ik het best wat rustiger aan kunnen doen. Maar ik zit altijd boordevol ideeën, en als ik ergens aan begin, wil ik het ook tot een goed einde brengen. Dus ben ik altijd bezig met van alles en nog wat. Ik heb net de laatste hand gelegd aan mijn uitgebreide Amerika-verslag (van ons reisje naar Washington en Orlando eerder dit jaar), en ik ben nog volop bezig met het verslag van het Intersteno-gebeuren van deze zomer. Er zijn ook heel wat evenementen waar ik naartoe wil. Er is altijd wel iets dat mijn interesse wekt en waar ik bij wil zijn. Soms ter ontspanning ende vermaak, vaak ter lering en inspiratie.

FACTS 2013

Twee weken geleden ben ik voor een weekendje naar Blankenberge geweest. Niet om er pootje te baden in de Noordzee, maar voor het jaarlijkse sterrenkundeweekend van de VVS/JVS (Vereniging voor Sterrenkunde / Jongerenvereniging voor Sterrenkunde). Twee dagen vol interessante lezingen en workshops over erg gevarieerde onderwerpen (die natuurlijk wel allemaal iets met sterrenkunde of ruimtevaart te maken hebben). Oorspronkelijk zou er ook een gastspreekster van de NASA komen, maar omwille van de shutdown in de States ging dat jammer genoeg niet door. Zo zie je maar: die shutdown treft niet enkel de Amerikanen, maar ook ons, Vlaamse amateurastronomen.

En nu we het toch over sterrenkunde hebben: vorige dinsdag ben ik voor het eerst dit werkjaar weer naar Volkssterrenwacht Beisbroek (tegenwoordig ook gekend als Cozmix) geweest, voor de eerste aflevering van een lezingencyclus over kometen en meteoren. Heel actueel, want komeet Ison komt snel dichterbij. Met een beetje geluk wordt het straks een heel fraai schouwspel aan de hemel, maar het zou ook kunnen tegenvallen. Met kometen weet je nooit. Afwachten dus.

Donderdagavond ben ik naar Gent gereden, voor een debat met drie vooraanstaande wetenschappers en sceptici, georganiseerd door Het Denkgelag. Ik ben een groot fan van een van hen, Lawrence Krauss, voor zover je fan kunt zijn van een wetenschapper. Die avond mocht ik dus in geen geval missen. Ik heb dan ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om een boek te laten signeren en even een kort praatje met de man te maken. Krauss is theoretisch fysicus en kosmoloog. En Star Trek-fan. Eind de jaren negentig maakte ik voor het eerst met hem kennis via zijn boek The Physics of Star Trek, waarin hij heel wat Star Trek-uitvindingen, zoals de warp drive en de transporter, gedetailleerd bespreekt. Hij legt daarbij uit of ze technisch en fysisch mogelijk zijn of ooit mogelijk zullen worden, en hoe dat dan wel zou moeten werken. Maar ik heb uiteraard ook met heel veel belangstelling zijn laatste boek gelezen, A Universe From Nothing, waarin hij het ontstaan van het heelal bespreekt en het vooral heeft over kwantummechanica en de mogelijkheid dat het universum letterlijk uit het niets is ontstaan, als gevolg van willekeurige kwantumfluctuaties. Bijzonder interessante materie.

De andere twee wetenschappers die donderdagavond aan het debat deelnamen, waren Daniel Dennett en Massimo Pigliucci, twee filosofen. Dennett is vooral bekend als een van de ‘vier ruiters’ van het nieuwe atheïsme. (De andere drie zijn Richard Dawkins, Sam Harris en Christopher Hitchens.) Met hun drieën voerden ze een zeer boeiend gesprek over de grenzen van de wetenschap. Heel blij dat ik daarbij kon zijn. Het was een erg interessante discussie. Er was veel volk komen opdagen. Het grote auditorium van het UFO (neen, geen vliegende schotel, maar afkorting voor universiteitsforum), waar plaats is voor duizend toeschouwers, zat bijna tot aan de nok gevuld.

En vandaag ben ik alweer naar Gent geweest, voor FACTS, de ieder jaar telkens weer een beetje groter wordende beurs voor fantasy, anime, comics, toys en sci-fi. Ik ga vooral voor de acteurs en actrices die op de gastenlijst staan. Dit jaar zijn dat o.a. Iain Glen (Ser Jorah Mormont in Game of Thrones), Michael Shanks (Daniel Jackson in Stargate SG-1), Julie Benz (Rita Bennett in Dexter en burgemeester Amanda Rosewater in Defiance), en voor een tweede keer Anthony Daniels (C-3PO in Star Wars)! Vooral Shanks en Daniels waren erg grappig. Daniels had ook enkele grappige videoclips meegebracht van C-3PO-fratsen op de Star Wars-set.

En het is nog niet gedaan. Eind deze maand vindt in Brugge voor de zesde keer het Razorreel Fantastic Film Festival plaats, dit jaar omgedoopt tot Fantastic Film Festival Bruges. Jammer dat ze het deze keer zonder subsidies van de Vlaamse overheid moeten zien te rooien, maar wellicht hebben ze ondertussen een vast publiek opgebouwd. Ik ben eind oktober in ieder geval weer van de partij voor enkele avondjes spanning en griezel, want er staat weer veel horror op het programma.

En na het filmfestival? Naar Antwerpen natuurlijk, want dan is het weer Boekenbeurs-tijd!

Je ziet: ik ben dus heel vaak op pad, en ook wanneer ik thuis blijf, heb ik massa’s dingen te doen: boeken lezen, films, tv-series en documentaires bekijken, verslagen schrijven, computerprogramma’s maken, foto’s bewerken, videomontages maken, mijn bureau opruimen, het gras maaien, de ramen zemen, eitjes bakken, chocolademousse maken, naar het containerpark rijden, surfen, mailen, twitteren, facebooken, bloggen... Het woord verveling staat dus absoluut niet in mijn woordenboek. Eigenlijk zou een dag geen 24, maar 26 uur moeten duren (zoals op de planeet Bajor in Star Trek: Deep Space Nine). Dan zou ik iedere dag een uur meer kunnen slapen én nog een uur extra overhouden om van alles te doen.

En dan te bedenken dat er mensen zijn die niet weten wat gedaan. Niet te geloven hé? (En ook een beetje zielig, eigenlijk.)

www.boekenbeurs.be
www.cozmix.be
www.denkgelag.be
www.facts.be
www.rrfff.be
www.vvs.be

zondag 29 september 2013

Limerick

Een museum in Tilburg ging sluiten.
Een collectie machines moest buiten.
Groningen boos,
Want de jury verkoos:
De machines verhuizen naar ’t zuiden!

Ik weet het, ik ben absoluut geen poëet, maar af en toe krijg ik zin om een limerick te schrijven. Naar aanleiding van de verhuis van de Hermans-collectie naar boekhandel Limerick, bijvoorbeeld.

Remington Noiseless 6

In een vorig bericht schreef ik al over de verhuis van de schrijfmachineverzameling van W.F. Hermans naar Gent. Ondertussen zijn we de typemachines daar ook gaan bekijken (en fotograferen). Ze hebben er een prachtig nieuw onderkomen gevonden. Mijn foto’s vind je hieronder, of op Google Plus.

www.limerick.be

zondag 1 september 2013

Schrijfmachines W.F. Hermans

Dit is 'm dan: de beroemde elektrische rode IBM Selectric uit 1969, die W.F. Hermans gedurende de laatste 25 jaar van zijn leven gebruikte en waarop hij onder andere 'Onder professoren' schreef.

Wegens het stopzetten van de subsidies door de gemeente Tilburg moest het Scryption, het museum voor schriftelijke communicatie, in 2011 na 22 jaar de deuren sluiten. Gezien onze grote interesse voor schrijfmachines hebben we het museum in 2001 bezocht. In het Scryption stonden behalve zo’n 1100 typemachines ook nog zowat 500 computers, 1500 vulpennen, 1300 inktstellen, en 3000 boeken bijeen.

De verzameling werd gestart door frater Ferrerius van den Berg, een van de Fraters van Tilburg, die in 1954 het Schrift- en Schrijfmachinemuseum oprichtte. Maar er waren nog mensen in Nederland die typemachines verzamelden. Willem Frederik Hermans bijvoorbeeld, een van Nederlands bekendste schrijvers. Samen met Harry Mulisch en Gerard Reve maakt hij deel uit van ‘de grote drie’ van de naoorlogse Nederlandse literatuur. Voor alle duidelijkheid: de schrijfmachines van W.F. Hermans zijn lang niet allemaal machines waar hij zelf nog op gewerkt heeft. Maar ook zijn beroemde rode IBM, waar hij de laatste vijfentwintig jaar van zijn leven op schreef, maakt natuurlijk deel uit van de collectie.

Aan het einde van de jaren tachtig vormde de verzameling van het Schrift- en Schrijfmachinemuseum de basis voor de collectie van het Scryption. En na het overlijden van Willem Frederik Hermans in 1995 verhuisde ook zijn verzameling oude schrijfmachines naar het Scryption. De schrijfmachines werden door de weduwe van Hermans geschonken aan frater Ferrerius, die op dat moment het Scryption beheerde.

Maar het Scryption bestaat ondertussen dus niet meer. In 2010 kreeg het museum te horen dat de gemeente Tilburg een einde maakte aan de subsidies. Heel 2011 heeft het museum gezocht naar mogelijkheden voor een doorstart, maar helaas is dat niet gelukt. Andere musea bleken niet geïnteresseerd om de verzameling schrijfmachines over te nemen. In de statuten van de Stichting Scryption was voorzien dat de collectie bij liquidatie van de stichting terug zou gaan naar de oorspronkelijke eigenaars (de Fraters van Tilburg), maar jammer genoeg zagen de fraters geen mogelijkheid om goed voor de collectie te kunnen zorgen. Vervolgens werd een deel van de verzameling (voornamelijk dubbele en minder belangrijke stukken) geveild, om met de opbrengst de rest van de collectie veilig te kunnen stellen.

De Stichting Onterfd Goed, die na de sluiting van het Scryption het beheer over de collectie kreeg, moest op zoek gaan naar een nieuw onderkomen voor onder andere de verzameling schrijfmachines van W.F. Hermans (zo’n 160 stuks, met een geschatte waarde van 10.000 euro) en schreef daartoe een prijsvraag uit. Een jury van deskundigen zou de collectie voor 5.500 euro toewijzen aan de persoon of organisatie met het beste bestemmingsplan. Daarbij had ook het publiek een stem, via een poll op de website.

Imperial B uit 1915 met Cyrillische tekens. (Let op de linkerhoofdlettertoets, die ondersteboven staat.)

Op 20 juni 2013 werd tijdens een debatavond in Den Bosch bekendgemaakt dat de verzameling van 160 schrijfmachines zou verhuizen naar Boekhandel Limerick, een literaire boekwinkel in Gent. Er waren slechts drie ernstige kandidaten voor de overname. De grootste concurrent voor Boekhandel Limerick was de gemeente Groningen, waar Hermans twintig jaar woonde en werkte (maar tevens een stad waar hij geen al te beste relatie mee had).

Maar de verhuis van de schrijfmachines naar Gent werd in Nederland lang niet door iedereen goed onthaald. Er is heel wat om te doen geweest, zoals blijkt uit de lange reeks in de pers verschenen artikels op de website van de Stichting Onterfd Goed. Vooral het feit dat een prijsvraag bepalend zou zijn voor de toekomst van de collectie, viel niet overal in goede aarde. Nick Muller van HP/De Tijd noemde het zelfs ‘een grof schandaal’ dat de vermaarde rode schrijfmachine van Hermans op die manier van eigenaar zou wisselen.

De jury verantwoordde de keuze als volgt: ‘De jury apprecieert dit particuliere initiatief waaruit een grote passie blijkt. De jury gunt het de collectie te blijven zwerven van particulier naar particulier en van passie naar passie. Een gemusealiseerde collectie keert terug naar de primaire context.’

Na toewijzing van de collectie aan Boekhandel Limerick vroegen enkele politici zelfs aan de bevoegde minister of er kon ingegrepen worden om de collectie toch in Nederland te houden. Minister Bussemaker van Cultuur achtte dat niet nodig en wees erop dat de collectie in Gent voor het publiek toegankelijk zal blijven in het Nederlands taalgebied, in een land dat W.F. Hermans huldigde met een eredoctoraat en waar hij sedert 1991 woonde. Met andere woorden: Hermans is net zo goed van België als van Nederland.

Op 31 augustus, op de vooravond van Hermans’ verjaardag, werd de collectie door de nieuwe eigenaar, de fiere Gert Brouns, opengesteld met een groot inhuldigingsfeest, waarop we waren uitgenodigd. We konden er de belangrijkste stukken uit de collectie, die vanaf 3 september voor het grote publiek toegankelijk is in Boekhandel Limerick (vlakbij het Gentse Sint-Pietersstation), in avant-première bekijken. Terwijl we konden genieten van een rijkelijk buffet, kwamen meerdere sprekers aan de beurt: de Gentse eerste schepen Mathias De Clercq voor het welkomstwoord, de Nederlandse auteur Dirk van Weelden (winnaar van de Multatuliprijs met zijn roman Mobilhome, 1991) met een laudatio aan de schrijfmachine en Vlaams schrijver en Hermans-kenner Peter Terrin (winnaar van de AKO Literatuurprijs met Post Mortem, 2012). De avond werd passend afgesloten met een heildronk ter ere van de verjaardag van W.F. Hermans.

Binnenkort gaan we nog eens terug naar Gent, want we willen de volledige collectie natuurlijk gaan bezichtigen in Boekhandel Limerick.

Edit 2014-01-15: Ondertussen hebben we de volledige collectie kunnen bezoeken en ook uitgebreid kunnen fotograferen. De foto’s vind je op mijn GooglePlus-account of hieronder:

www.limerick.be
www.onterfdgoed.nl

donderdag 29 augustus 2013

Congresfoto’s Intersteno 2013

Miche oefent op de Velotype

Mijn Intersteno-foto’s staan al enige tijd online, maar voor wie ze ondertussen nog niet gevonden zou hebben, geef ik hieronder even een handig overzichtje.

Intersteno, voluit International Federation for Information and Communication Processing, is een internationale organisatie die om de twee jaar een congres organiseert waarbij alles draait om de verwerking van informatie en communicatie. Ik heb er twee jaar geleden al een stukje over geschreven op deze blog.

Tijdens dat congres worden ook wereldkampioenschappen gehouden in verschillende disciplines, waaronder tekstproductie (sneltypen zeg maar), tekstcorrectie, professionele tekstverwerking en (machine)stenografie.

We hebben eerder al aan heel wat congressen deelgenomen in diverse landen, maar dit jaar moesten we ons niet ver verplaatsen, want het 49e Intersteno-congres vond plaats in Gent. Ik ben nog altijd druk bezig met het schrijven van een uitgebreid verslag, maar in afwachting kunnen jullie dus hier alvast de foto’s bekijken:

www.intersteno2013.org

zaterdag 24 augustus 2013

Toerist in eigen stad

Beghijnhof

Enkele weken geleden waren we toerist in eigen stad: we hebben (samen met het internationale gezelschap waar we deel van uitmaakten in het kader van het Intersteno-congres) een gegidste wandeling door Brugge gemaakt, een bezoek gebracht aan brouwerij De Halve Maan en op de Reitjes gevaren.

Een boottochtje op de Reitjes hadden we al eerder gemaakt, maar dat was jaren geleden. De wandeling met gids en het brouwerijbezoek deden we voor het eerst, en we zagen onze stad doorheen de ogen van de toeristen, die jaarlijks in grote aantallen Brugge komen verkennen. We hebben dingen gezien en geleerd die volkomen nieuw voor ons waren.

Misschien moeten we ons eens wat vaker als toerist vermommen. Een koetsrit hebben we bijvoorbeeld ook nog nooit gedaan (in andere steden wel, maar niet hier). Gek hé?

vrijdag 23 augustus 2013

Vuurwerk!

VuurwerkWanneer het Internationaal Vuurwerkfestival in Knokke-Heist van start gaat, weet je dat het einde van de zomervakantie nabij is. Eind augustus is het om tien uur donker. Vijf keer vuurwerk van de bovenste plank, van 19 tot 27 augustus, op de onpare dagen. Dit jaar gaan Canada, Kroatië, Spanje en China met elkaar in competitie. Het festival wordt afgesloten met Italië, de winnaar van vorig jaar.

Het vuurwerk is een lange traditie in Knokke-Heist. Het brengt telkens een ware volkstoeloop op gang, en de plaatselijke horeca doet gouden zaken.

Tegenwoordig worden de vuurpijlen afgeschoten op het strand van Duinbergen en is het evenement gratis toegankelijk, maar ik herinner me nog goed dat het in mijn kinderjaren anders was. Toen vond het vuurwerkfestival plaats op en boven het Zegemeer (waar nu de Wuivende Krabben van Panamarenko staan), en moest er toegang betaald worden. De hele omgeving was hermetisch afgesloten, en op de toegangswegen stonden verschillende controleposten waar kaartjes werden verkocht.

In die tijd ben ik heel vaak naar het vuurwerk gaan kijken. Mijn vader, die bij de gemeente werkte, bemande samen met enkele collega’s een van de controleposten. We waren dus altijd ruim op tijd, en het was altijd vreselijk lang wachten alvorens het vuurwerk uiteindelijk begon. Ik had natuurlijk altijd een prima plekje bij de oever van het meer, en kon toekijken hoe de hele omgeving zich langzaam met steeds meer mensen vulde.

Ik associeer het vuurwerkfestival nog steeds met zwoele zomeravonden, waarbij een speciale sfeer in de lucht hangt, een sfeer die me onwillekeurig terug aan mijn jeugd doet denken, toen het vuurwerk nog het Zegemeer verlichtte.

Het vuurwerk was, en is nog steeds, een bijzonder spektakel. De luide knallen gaan soms letterlijk door merg en been, en vaak worden de pijlen afgevuurd op het ritme van de muziek. Maar het is natuurlijk vooral een feest voor het oog. De vorm- en kleurenpracht is overweldigend.

Wanneer het spektakel na zowat een half uur afgelopen is, is er geen doorkomen aan. Dat is een van de nadelen van de grote populariteit van het vuurwerkfestival: de onvermijdelijke drukte, de rush naar de auto’s wanneer het afgelopen is, en de files richting binnenland. Maar die weten we gelukkig grotendeels te omzeilen. Onze wagen staat een heel eind verderop. Na een lange avondwandeling, met een hoorntje citroen en stracciatella, is de grootste drukte gelukkig voorbij.

zaterdag 17 augustus 2013

Cats in Oostende

Cats zal wellicht altijd onze favoriete musical blijven. Dat komt niet alleen omdat het zo’n leuke musical is, maar ook, en vooral, omdat we zulke mooie herinneringen overhouden aan het moment dat we voor het eerst een voorstelling van Cats bijwoonden in 1987, tijdens een vierdaags verblijf in Wenen.

Meer dan twintig jaar later, in 2010, hebben we Cats opnieuw gezien. Deze keer heel wat dichter bij huis: in het nieuwe Cultuurhuis De Leest in Izegem. Voor Annelies was het haar eerste Cats-ervaring, en ze vond het meteen super.

Na de voorstelling in Izegem waren er dus meteen drie Cats-fans in ons gezin. Op een bepaald moment zag ik in de Fnac toevallig de dvd liggen, en ik heb ’m uiteraard meteen mee naar huis genomen. Ondertussen hebben we – vooral Annelies – de dvd al vele malen bekeken, en raakten we op die manier ook vertrouwd met de Engelse versie.

Annelies en Lorenz bij Cats

We waren dus bijzonder verheugd toen we vorig jaar ontdekten dat Cats in de zomer van 2013 naar Oostende zou komen. We boekten onze kaartjes van zodra dat kon.

Vorige week zondag reden we met de trein naar Oostende. We vertrokken ruim op tijd, want je weet natuurlijk nooit waar je aan toe bent met de NMBS. Een week eerder nog lazen we het nieuws dat heel wat mensen een voorstelling van Kooza (van Cirque du Soleil) in Knokke-Heist gemist hebben omdat hun trein even buiten het station van Brugge anderhalf uur heeft stilgestaan!

Wanneer het donker wordt in de zaal en de eerste noten van de ouverture door de luidsprekers schallen, wanen we ons terug in Wenen. In het halfduister komen de katten van alle kanten doorheen de zaal gerend. De groene ledjes in hun ogen knipperen mysterieus aan en uit, en ze brengen een achteloze theaterbezoeker even aan het schrikken. Zo ging het precies in Wenen zoveel jaar geleden.

De muziek is van de bijzonder getalenteerde Andrew Lloyd Webber (ook gekend van Jesus Christ Superstar, Evita en The Phantom of the Opera). In tegenstelling tot andere musicals komt in Cats zo goed als geen gesproken dialoog voor tussen de songs: het verhaal wordt volledig verteld aan de hand van muziek en dans. De teksten zijn gebaseerd op Old Possum’s Book of Practical Cats van T.S. Eliot.

Het decor voor de musical wordt gevormd door een vuilnisbelt, waar de Jellicle Cats – zo noemen ze zich – ’s avonds bij het licht van de volle maan samenkomen. We maken een voor een kennis met de katten, hun karakters en eigenaardigheden: Jennyanydots, Jellylorum, Grizabella de glamourkat, de mysterieuze Macavity, de magische Mr. Mistoffelees, Munkustrap, Victoria, de macho rock’n’roll-kater Rum Tum Tugger, Gus de theaterkater, Shimbleshanks de spoorwegkater, de ietwat obese Bustopher Jones en het beruchte dievenduo Mungojerrie en Rumpleteazer. Aan het hoofd van de bende staat de oude, respectabele Old Deuteronomy.

We krijgen alle ons zo vertrouwde nummers te horen, o.a. The Naming of Cats, waarin uitgelegd wordt hoe katten aan hun naam komen, The Old Gumbie Cat, waarin Jennyanydots voorgesteld wordt, het grappige Bustopher Jones, het ondeugende Mungojerrie and Rumpleteazer en het statige Old Deuteronomy. Ook het instrumentale dansnummer The Jellicle Ball is een van mijn favorieten.

Aan het einde van de eerste akte zingt Grizabella – op bijzonder lovenswaardige wijze vertolkt door Joanna Ampil – het bekendste nummer van de hele musical: het onvergetelijke Memory. Een korte versie; een langere reprise volgt straks, in de tweede akte.

Na de pauze gaat het kattenfeest verder met de reprise van Memory en leuke nummers met veel showelementen zoals Gus, The Theatre Cat, Shimbleshanks, the Railway Cat en Mr. Mistoffelees. Na een tweede reprise van Memory volgt dan het hemelse The Journey to the Heaviside Layer en de spetterende finale, The Ad-Dressing of Cats.

Wanneer na afloop de katten een voor een weer het podium op komen lopen, krijgen ze een staande ovatie. Het publiek is laaiend enthousiast wanneer Joanna Ampil (Grizabella) haar applaus in ontvangst komt nemen.

Ach ja, er waren ook nog ondertitels (of beter: zijtitels) in het Nederlands en het Frans, voor de mensen die per se de vertaling willen, maar dan natuurlijk de hele tijd naast in plaats van naar de bühne zitten te kijken en op die manier het spektakel grotendeels missen.

Cats ging meer dan dertig jaar geleden in Londen in première, werd in meer dan twintig landen opgevoerd, en ondertussen hebben meer dan vijftig miljoen mensen de musical gezien. Cats is de langstlopende musical op West End, de musical met de meeste voorstellingen op Broadway en de langst tourende productie in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

Vandaag en morgen de laatste voortellingen. Beslist de moeite waard.

catsbelgium.blogspot.be

Cats

donderdag 20 juni 2013

Kalq

Een poosje geleden had ik het op deze blog over asetniop, een nieuw, vereenvoudigd virtueel toetsenbord voor tablets.

Nu is er weer iets nieuws: kalq, eveneens een virtueel toetsenbord voor tablets en smartphones. Kalq is echter bedoeld voor wie ervan houdt om enkel met de twee duimen te typen (in tegenstelling tot het al genoemde asetniop, waar alle vingers meedoen).

Onderzoekers aan de Universiteit van St Andrews in Schotland, het Max Planck Instituut voor Informatica in Duitsland en Montana Tech in de Verenigde Staten hebben een nieuw toetsenbord ontworpen dat toelaat om sneller met de duimen te typen op een touchscreen.

Het nieuwe systeem heet kalq (net zoals qwerty en aanverwanten genoemd naar de volgorde van de toetsen) en laat toe om 34% sneller te typen op tablets (in vergelijking met duimtypen op qwerty, en zoals meestal in dergelijke studies: gebaseerd op typen in het Engels).

Duimtypen met kalq op de tablet

Bij het ontwerpen van kalq maakte het team gebruik van computationele optimalisatietechnieken, gecombineerd met een model van duimbewegingen. Op die manier ging men tussen miljoenen potentiële lay-outs op zoek naar een lay-out die superieure prestaties kon leveren.

‘Qwerty heeft gebruikers opgezadeld met ondermaatse tekstinvoerinterfaces op mobiele apparaten’, aldus dr. Per Ola Kristensson, docent mens-computerinteractie in de School of Computer Science aan de Universiteit van St Andrews. ‘Voordat gebruikers echter bereid zijn qwerty in te ruilen voor iets anders, verwachten ze terecht een ​​aantrekkelijk alternatief. Wij geloven dat kalq een voldoende grote prestatieverbetering biedt om gebruikers ertoe aan te zetten de overstap te maken en te profiteren van sneller en comfortabeler typen.’

Duimtypen is ergonomisch erg verschillend van het typen op een fysiek toetsenbord. Op tablets en andere touchscreenapparaten is de qwerty-indeling eigenlijk niet erg geschikt voor het typen met beide duimen.

Er is vastgesteld dat modale gebruikers op een touchscreentoestel met qwerty beperkt zijn tot een typesnelheid van ongeveer 20 woorden per minuut, wat traag is in vergelijking met de typesnelheden die gebruikers doorgaans op fysieke toetsenborden kunnen halen.

Door de toetsen te herschikken is sneller duimtypen mogelijk. De onderzoekers kwamen echter al snel tot het inzicht dat geringe aanpassingen aan de lay-out, zoals het van plaats wisselen van enkele toetsen, niet voldoende zouden zijn voor een aanzienlijke verbetering.

Woorden als ‘on, see, you, read, dear, based’, die vaak voorkomen, moeten op qwerty met één duim getypt worden. Dat maakt het typen omslachtig en traag. Dit inzicht was de aanzet om een lay-out voor duimtypen te maken die de typesnelheid kan opdrijven en tegelijkertijd de belasting van de duimen kan minimaliseren.

Dr. Antti Oulasvirta, senior onderzoeker aan het Max Planck Instituut voor Informatica in Duitsland, legt uit: ‘De sleutel tot het optimaliseren van een toetsenbord voor twee duimen is om lange tekenreeksen waarbij voortdurend dezelfde duim gebruikt wordt, zo veel mogelijk uit te schakelen. Het is ook van belang om veelgebruikte letters dicht bij elkaar te plaatsen. Ervaren duimtypisten bewegen beide duimen tegelijk: terwijl de ene duim een bepaalde letter typt, is de andere duim al op weg naar een volgende letter. Vanuit deze inzichten stelden we een voorspellend gedragsmodel op dat we konden gebruiken om het toetsenbord te optimaliseren.’

Het computationele optimalisatieproces had twee doelstellingen: de bewegingstijd van de duimen zo klein mogelijk houden en een zo evenwichtig mogelijke verdeling krijgen tussen linker- en rechterduim.

De resultaten van de optimalisatieprocedure waren verrassend: in het nieuwe kalqtoetsenbord bevinden alle klinkers zich in de toetsenbordhelft die aan de rechterduim is toegewezen, met uitzondering van de ‘y’ (die soms een klinker, soms een medeklinker is), terwijl de linkerduim meer letters moet bedienen.

Om ten volle de voordelen van deze lay-out te kunnen benutten, werden de deelnemers aan het gebruikersonderzoek getraind om beide duimen tegelijkertijd te gebruiken. Terwijl de ene duim een letter typt, gaat de andere al op zoek naar zijn volgende doel.

De onderzoekers ontwikkelden tenslotte probabilistische foutcorrectiemethoden die rekening hielden met de aard van duimbewegingen en met statistische kennis over de tekst die de gebruikers moesten typen. Het foutcorrectiealgoritme liet ervaren gebruikers toe om de snelheid op te drijven, terwijl de typefouten tot een aanvaardbaar niveau beperkt bleven.

Met deze verbeteringen waren de gebruikers in staat om 37 woorden per minuut te halen. Er zijn geen onderzoeksresultaten bekend van hogere snelheden voor duimtypen op touchscreen-apparaten, en dit is aanzienlijk sneller dan de ongeveer 20 woorden per minuut die gebruikers doorgaans via de qwertylay-out halen.

De onderzoekers hebben inmiddels hun werk gepresenteerd op het CHI 2013-congres in Parijs (de ACM Conference on Human Factors in Computing Systems). CHI geldt als het belangrijkste internationale forum voor onderzoek en ontwikkeling in de mens-computerinteractie.

Het kalqtoetsenbord op mijn Android-smartphone: toch even wennen...

Wie er meer over wil weten, kan terecht op de website van het Max Planck Instituut. Daar vind je een samenvatting met links naar de paper die op CHI 2013 werd gepresenteerd en naar de slides die bij de presentatie gebruikt zijn, evenals beeldmateriaal en een FAQ. De auteurs beloven ook om in juli de code en de data te publiceren.

Kalq is ondertussen beschikbaar als gratis app voor Android-tablets en -smartphones. Je vindt het via Google Play. Ik heb het alvast geïnstalleerd om het even uit te proberen. Volgens de onderzoekers heb je vier tot acht uur praktijk nodig om vlot met kalq aan de slag te kunnen (voldoende voor alledaags gebruik). Hoewel je kalq ook op kleine toestellen als smartphones kunt gebruiken, is het best geschikt voor apparaten met een schermgrootte van 7 inch of groter.

Tenslotte nog even vermelden dat de kalqlay-out gemaakt is voor rechtshandige gebruikers. Wie linkshandig is en ten volle de voordelen van kalq wil kunnen benutten, moet de toetsenbordlay-out spiegelen (zodat je linksonder ‘qlak’ leest in plaats van rechtsonder ‘kalq’). Deze optie zal geïmplementeerd worden in een volgende versie van de Android-app. Eenmaal de broncode is vrijgegeven, zal iedereen de code vrij kunnen gebruiken en aanpassen. Dit opent de weg naar kalqvarianten die geoptimaliseerd zijn voor andere talen, en versies voor andere platformen zoals iOS en Windows 8.

Deze blogpost is grotendeels gebaseerd op het artikel Thumbs up for faster texting, gepubliceerd op 24 april 2013 op de website van de University of St Andrews.

www.mpi-inf.mpg.de/~oantti/KALQ
www.st-andrews.ac.uk/news/archive/2013/title,217680,en.php

maandag 17 juni 2013

CyanogenMod

Mijn nieuwe Android-homescreenIk ben nu al een paar jaar de gelukkige bezitter van een smartphone, en hoewel het bijzonder veelzijdige toestel fantastische mogelijkheden heeft – je kunt gerust stellen dat ik eigenlijk niet meer zonder kan –, was ik er toch niet helemaal gelukkig mee. Wat bleek namelijk: na installatie van een handjevol apps begon mijn HTC Desire te klagen over te weinig ruimte. Geen probleem, dacht ik eerst, ik verplaats gewoon enkele apps van het interne telefoongeheugen naar het MicroSD-geheugenkaartje, daar is plaats zat. Maar helaas, niet alle apps laten zich verplaatsen. Sommige willen zich per se in het interne telefoongeheugen nestelen.

Ik merkte ook al snel dat met name de Facebook-app heel wat ruimte opeist. Dat probleem kon ik echter omzeilen door gewoon via de browser op de mobiele site van Facebook in te loggen, in plaats van de app te gebruiken. Werkt even goed, maar dan zonder het genoemde geheugen-nadeel.

Maar het probleem was dus niet ten gronde opgelost. Ik moest om de haverklap caches leegmaken, gegevens wissen en apps weer verwijderen om toch nog maar een beetje plaats over te houden. Enig speurwerk met Google leerde me al gauw dat dit een veel gehoorde klacht is over de HTC Desire. Ik was dus lang niet het enige met het probleem. Daar zal ik bij de aanschaf van een nieuw toestel zeker beter op letten, maar ja, dit was mijn eerste smartphone, wist ik veel.

Maar gelukkig wees Google mij ook de weg naar de oplossing voor het probleem, en ondertussen heb ik het inderdaad naar volle tevredenheid kunnen oplossen. Ik kan nu alle apps gebruiken die ik wil, en ik heb nog ruimte over.

De oplossing die ik gebruikt heb, is deze: met een klein programmaatje, genaamd Link2SD, kan ik apps verplaatsen naar de SD-kaart, terwijl het besturingssysteem toch denkt dat ze in het interne telefoongeheugen zitten. Voor wie iets van Linux kent (waar Android op gebaseerd is): de app wordt verplaatst er wordt gewoon een symbolic link gecreëerd op de oorspronkelijke locatie. Om dit te laten werken, moet Link2SD echter wel kunnen beschikken over root access (m.a.w.: de smartphone moet geroot zijn), en moet je vooraf op de SD-kaart een tweede partitie creëren waar de apps naartoe verplaatst worden. Ze komen dus niet zomaar tussen de andere bestanden en mappen op de SD-kaart te staan.

CyanogenMod geïnstalleerd!Rooten dus. De beste manier om dat te doen, leek me om meteen CyanogenMod te installeren. Daar had ik op MakeUseOf.com en op AppStorm.net een paar artikels over gelezen. Op de website van CyanogenMod wordt keurig voor ieder ondersteund toestel uitgelegd hoe je daarbij tewerk moet gaan. Ook het artikel op MakeUseOf was een grote hulp. Eerst de recovery vervangen. De recovery op een Android-smartphone is een beetje te vergelijken met het BIOS op een computer: het laat je enkele administratieve taken verrichten zonder dat het besturingssysteem geladen moet zijn. Eenmaal de ClockworkMod-recovery geïnstalleerd, kon ik van daaruit probleemloos CyanogenMod installeren.

CyanogenMod is een zogenaamde ‘custom ROM’. Het vervangt de ‘stock ROM’ die door de fabrikant op het toestel is geplaatst. Het vervangt m.a.w. de firmware die bij de smartphone geleverd wordt: het besturingssysteem (Android) en de meegeleverde apps. Bij mijn HTC werden oorspronkelijk een aantal apps meegeleverd die ik helemaal nooit gebruikte, maar die natuurlijk wel ruimte innamen in het telefoongeheugen (en die ik niet kon verwijderen). CyanogenMod bevat een recentere versie van Android en enkel de hoogst noodzakelijke apps. En ik heb nu ook root access, zodat ik een app als Link2SD kan gebruiken.

De combinatie van CyanogenMod en Link2SD bleek uiteindelijk het wondermedicijn dat mijn HTC Desire dringend nodig had. Bovendien biedt CyanogenMod nog enkele leuke extra’s die ik vroeger niet had. Na wat aanpassen aan mijn persoonlijke smaak (customizen heet dat), voelt het nu weer aan alsof ik een compleet nieuwe smartphone heb, en ik kan weer naar hartenlust nieuwe apps installeren. Alle coole apps die ik door ruimtegebrek had moeten verwijderen, staan er nu weer op. Hierdoor kan ik mijn oude toestel dus hopelijk nog een hele tijd blijven gebruiken en de aankoop van een nieuwe smartphone nog even uitstellen. Toch niet onbelangrijk in deze tijden van economische crisis, niet?

CyanogenMod is open source en helemaal gratis. Het ondersteunt een groot aantal merken en modellen van Android-smartphones, en op mijn HTC Desire werkt het alvast uitstekend.

Maar er is toch nog een probleempje dat ik zou willen oplossen. Ook een probleem waarin wellicht heel wat gebruikers zich zullen herkennen: op sommige dagen moet je namelijk erg zuining omspringen met de batterij als je het einde van de dag wilt halen. Op doordeweekse dagen heb ik er eigenlijk geen last van, maar wanneer ik er een dagje op uit trek en daarbij mijn smartphone wat vaker gebruik, moet ik met argusogen de batterij-indicator in het oog houden. Zaken als wifi, gps, scherm en camera gebruiken namelijk erg veel stroom, en daar is de batterij blijkbaar toch niet echt op berekend. Uitkijken dus naar een vervangbatterij met een grotere capaciteit, zodat ik deze zomer onbezorgd met mijn (ver)nieuw(d)e mobieltje op stap kan.

www.cyanogenmod.org
www.link2sd.info

vrijdag 7 juni 2013

Vakantiefoto’s

Zowat anderhalve maand na onze reis (naar Washington en Florida) heb ik eindelijk al onze vakantiefoto’s bekeken en verwerkt. In totaal hebben Miche, Annelies en ik bijna zesduizend plaatjes geschoten. Daarvan 4900 met de spiegelreflex, de rest met de compactcamera en met onze smartphones.

Ik heb alle foto’s per onderwerp ondergebracht in verschillende mapjes en de slechte of oninteressante foto’s weggegooid. Van wat overbleef heb ik er een aantal bewerkt: voornamelijk geherkadreerd (bijgesneden), en hier en daar het contrast en/of de kleuren wat verbeterd. Van ieder mapje heb ik tenslotte nog een selectie gemaakt om online te delen (op Facebook voor mijn Facebook-vrienden, op Google Plus voor de rest van de wereld). Als je mij volgt op een van beide netwerken, dan heb je ze beslist al zien voorbijkomen. Selecteren was nodig, want het waren er gewoon veel te veel.

Aan de National Mall in Washington DC, met op de achtergrond het Capitool

Hieronder vind je een handig overzichtslijstje van alle fotoalbums die ik van onze reis online heb geplaatst.

Washington en omgeving:

Florida – Kennedy Space Center:

Florida – SeaWorld-parken:

Florida – Walt Disney World:

Florida – Universal Resort Orlando:

Maar ik ben nog niet klaar. Met een selectie van de beste foto’s ga ik nog een flitsende videomontage maken, met de gepaste muziek erbij. Daar ben ik nog eventjes mee zoet. Mocht je je afvragen met welke software ik dat doe: ik gebruik daarvoor de on-line dienst Animoto. Ken je dit nog niet, dan is dit beslist even het uitproberen waard.

donderdag 6 juni 2013

Star Trek Into Darkness

Star Trek Into DarknessWe hebben er vier jaar op moeten wachten, maar eindelijk is hij er: Star Trek Into Darkness, het vervolg op J.J. Abrams’ Star Trek-reboot uit 2009. In deze sequel zit nóg meer actie dan in de vorige film, en behalve de Trekkies (of Trekkers, zoals je verkiest) zal ook het grote publiek deze film beslist kunnen smaken, want het is behalve sci-fi ook gewoon een goede actiefilm.

Al zal een echte Star Trek-fan er natuurlijk dubbel van genieten, want de film bevat heel wat verwijzingen naar eerder Trek-materiaal. Zo zijn er sterke parallellen met Star Trek II: The Wrath of Khan uit 1982, door heel wat fans beschouwd als de beste van de Star Trek-films met de originele cast.

In 2009 heeft J.J. Abrams (gekend van o.a. Mission: Impossible III, Lost en Fringe) Star Trek nieuw leven ingeblazen. De franchise kon bogen op een lange en rijke geschiedenis van vijf tv-reeksen (in totaal 28 seizoenen) en tien langspeelfilms, en dat begon zo langzamerhand een probleem te vormen. En dan heb ik nog niet eens de animatiereeks meegerekend. Bij een nieuwe film of een nieuwe tv-reeks moeten de scenaristen er altijd op letten dat de continuïteit niet geschonden wordt, m.a.w. ze mogen niets laten gebeuren dat indruist tegen alles wat in de voorbije films en afleveringen is gebeurd. En met meer dan 550 uur aan beeldmateriaal, kun je je voorstellen dat dat steeds moeilijker werd, en het werd dan ook stilaan een belemmering voor de ontwikkeling van nieuwe scenario’s.

Hoog tijd dus voor een ‘reboot’, een heruitvinding. Dat is waar het bij de film uit 2009 om draaide. Maar niet zomaar een reboot: de nieuwe Star Trek past wonderwel in de bestaande canon. In het sciencefictiongenre kun je middels een tijdreis naar het verleden de loop van de geschiedenis veranderen en als het ware vanaf een bepaald punt opnieuw beginnen. Een geniaal idee, waardoor het mogelijk werd om Star Trek heruit te vinden. En zo werd de nieuwe Star Trek geboren, met dezelfde vertrouwde personages die we kennen uit ‘classic’ Trek: Kirk, Spock, Sulu, Chekov, Uhura, Scotty ..., maar nu gespeeld door een nieuwe generatie acteurs. En aangezien alles zich nu afspeelt in een ‘alternate universe’ (een parallel universum, dat ontstaan is als gevolg van de tijdreis naar het verleden), kunnen bepaalde aspecten behoorlijk verschillen van wat we kennen van vroeger, terwijl andere aspecten toch erg vertrouwd blijven.

Hoewel J.J. Abrams met zijn reboot een radicaal andere weg is ingeslagen (meer actiescènes, een flintsender montage, realistischer aandoende sets en visual effects, ...) brengt hij ode aan het origineel door frequente verwijzingen naar classic Trek in dialogen, karaktertrekjes, casting en zelfs door middel de belichting. Zo maakt hij, net als bij de originele tv-serie, veelvuldig gebruik van gekleurde spots. Ten tijde van de originele Star Trek-serie uit de jaren ’60 was de kleurentelevisie nog maar net geïntroduceerd, en het (overdreven) gebruik van felle kleuren moest de serie visueel aantrekkelijker maken. Vandaar de verschillende kleuren voor de uniformen, en de gekleurde spots op de muren. In de eerste Star Trek-bioscoopfilms was deze kleurenweelde grotendeels zoek. In Star Trek: The Motion Picture uit 1979 was de voltallige bemanning in grijze pyjama-achtige uniformen uitgedost, en in latere films waren de uniformen donkerrood. Abrams brengt de oorspronkelijke kleurenweelde nu in al haar glorie terug.

In de film uit 2009 zien we hoe de crew van de Enterprise elkaar leert kennen en hoe Kirk uiteindelijk kapitein van de Enterprise wordt; in Star Trek Into Darkness worden hun onderlinge relaties verder uitgediept en volgen we de bemanning op een van hun eerste ruimtemissies.

In Into Darkness zijn tal van parallellen met een eerdere film: Star Trek II: The Wrath of Khan. Let wel: het gaat hier beslist niet om een remake. De verhaallijnen zijn behoorlijk verschillend, maar de personages komen soms wel in gelijkaardige situaties terecht, en wat Kirk en Spock betreft, zijn de rollen naar het einde van de film toe gewoon omgewisseld. Wat Spock deed in The Wrath of Khan, doet Kirk in Into Darkness. Nieuwe kijkers weten dit niet – en dat hoeft ook niet om de film te kunnen volgen –, maar de fans van de oorspronkelijke films hebben dit natuurlijk meteen door. En dan volgen er uitspraken als ‘This is what you would have done’. Inderdaad: wij, als kijker, wéten dat gewoon met absolute zekerheid, want we hebben ooit de rollen omgekeerd gezien. Briljant gewoon!

Voor Into Darkness heeft Abrams weer zo veel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande locaties. Dat ziet er altijd realistischer uit dan wanneer je een set moet bouwen in de studio, zoals bij de oude Star Trek-films gebeurde. Zo werd deze keer onder andere gefilmd in het Lawrence Livermore National Laboratory, waar de laserkanonnen en reactiekamer van de National Ignition Facility (NIF) dienst doen als warp core van de Enterprise. De NIF is een futuristisch uitziend onderzoeksapparaat voor kernfusie.

De National Ignition Facility doet dienst als de Enterprise warp core

Als Trekkie ben ik erg tevreden met deze nieuwe film. Het scenario, de dialogen, de acteerprestaties zitten allemaal goed. Aan actie is er geen gebrek en de film is visueel aantrekkelijk. Niet alles is natuurlijk even waarschijnlijk, maar dat heb je nu eenmaal met sciencefiction. De verwijzingen naar en parallellen met classic Trek kan ik bijzonder appreciëren. Ook de soundtrack van Michael Giacchino is erg geslaagd. Hij bouwt voort op de thema’s die hij voor Star Trek (2009) componeerde, en voegt daar een aantal interessante nieuwe thema’s aan toe. Tijdens een gevechtsscène aan het einde van de film zit er zelfs een kort stukje (amper zes noten) dat sterk doet denken aan de legendarische (en in latere afleveringen vaak hergebruikte) Amok Time-score van Gerald Fried uit 1967.

Bij het bekijken van de film – op het moment van schrijven heb ik de film nu al vier keer gezien – deden de sound effects van voorbijvliegende ruimteschepen en sporadisch ook enkele stukjes muziek een klein beetje aan Star Wars denken. En heel eventjes komt zelfs een alien in beeld die iets weg heeft van een Mon Calamari (het ras waartoe Admiral Ackbar behoort). In 2009 had J.J. Abrams ook al bewust een stukje Star Wars in zijn eerste film verstopt: als je goed kijkt, kun je op een bepaald moment tussen een hoop ruimteschroot een R2-droid zien vliegen.

J.J. Abrams gaat ook de volgende Star Wars-film regisseren, die in 2015 in de zalen zou moeten komen. Eind vorig jaar raakte bekend dat Disney Lucasfilm had gekocht en dat ze meteen plannen hadden voor een nieuwe Star Wars-trilogie. Zelf ben ik een groot fan van zowel Star Trek als Star Wars, maar heel wat fans zijn verdeeld: de Trekkies versus de Warsies. Het zal dan ook een historisch moment in geekdom zijn wanneer eenzelfde filmmaker zowel een Star Trek-film als een Star Wars-film gemaakt zal hebben.

Als ik tijd heb, ga ik een dezer dagen wellicht nog eens naar Star Trek Into Darkness kijken, en ik ben natuurlijk al erg benieuwd naar alle extra’s die ongetwijfeld op de blu-ray zullen staan...

www.startrekmovie.com

zondag 26 mei 2013

Universal’s Islands of Adventure

Na ons bezoek aan de Universal Studios Florida, dat een beetje tegenviel, waren we toch wel benieuwd naar Universal’s Islands of Adventure, het tweede park van Universal in Orlando.

Islands of Adventure bestaat uit een aantal verschillend gethematiseerde parkdelen, ‘islands’ (eilanden) genaamd. Ze liggen rond een centrale vijver. Na een wandeling door de City Walk kom je het park binnen via Port of Entry, waar zich voornamelijk restaurants en shops bevinden, en dan kun je kiezen of je met de klok meedraait of tegen de klok in loopt.

Jurassic Park @ Universal’s Islands of Adventure

Wij kiezen om met de klok mee te draaien en komen meteen terecht in Marvel Super Hero Island, dat helemaal gewijd is aan de superhelden van Marvel. Je waant je hier meteen in een Marvel comic: de hele architectuur van dit ‘eiland’ doet daaraan denken. Overal waar je kijkt, zie je afbeeldingen van de superhelden en hun tegenstanders opduiken.

Captain AmericaIn dit parkdeel staat een grote, groene achtbaan, The Incredible Hulk genaamd, en een free fall tower, Doctor Doom’s Fearfall. We hebben die attractie pas aan het eind van de dag gedaan, maar hij viel een beetje tegen. Zo’n vrije val is natuurlijk erg leuk en geeft een aangenaam kriebelend gevoel in de buik, maar we waren wat ontgoocheld door de bijzonder korte duur van deze attractie. Dit had best wat langer mogen duren.

In Marvel Super Hero Island komen we veel characters tegen, zoals Storm, Captain America, Doctor Doom en natuurlijk Spider-Man, met wie we op de foto gaan. De hoofdattractie hier is The Amazing Adventures of Spider-Man, maar die slaan we voorlopig over (geen nood, we komen hier later nog terug, wanneer er hopelijk wat minder mensen staan aan te schuiven). We trekken eerst naar het volgende eiland: Toon Lagoon.

Toon Lagoon is, zoals de naam al laat vermoeden, gewijd aan toons (cartoon characters). Hier is een leuke waterattractie, die Miche en Annelies beslist even willen uitproberen. Hopelijk houden de poncho’s die we meegebracht hebben, hen droog. Vol verwachting gaan ze in Dudley Do-Right’s Ripsaw Falls, een attractie van het splash-type. De andere attractie, Popeye and Bluto’s Bilge-Rat Barges, laten we voorlopig even aan ons voorbijgaan.

Vervolgens komen we in Jurassic Park, uiteraard gethematiseerd volgens de gelijknamige films, en met veel dinosaurussen. Ook hier een attractie met veel water, dus de poncho’s komen weer van pas. De tocht die we maken in Jurassic Park River Adventure begint als een rustige boottocht op een rivier doorheen Jurassic Park, maar al gauw blijkt dat er enkele dino’s ontsnapt zijn en vanaf dan begint de nachtmerrie, die eindigt met een spectaculaire plons waarbij we inderdaad blij zijn dat we onze poncho’s hebben.

Hoe bedoel je, er zit een T-Rex in de struiken achter me?In dit parkdeel bezoeken we ook nog het Jurassic Park Discovery Center, een interactief museum gebaseerd op het Visitor Center uit de film. Bijzonder indrukwekkend. We zien hier zelfs enkele baby-dino’s uit het ei komen!

Wanneer ik even later nietsvermoedend mijn parkplannetje sta te bestuderen, blijkt dat er achter mij ineens een vervaarlijke T-Rex uit de bosjes opduikt...

Het nieuwste parkonderdeel, dat bij de opening ervan het internationale nieuws heeft gehaald, is The Wizarding World of Harry Potter. Hier brengen we een bezoek aan Hogwarts in Harry Potter and the Forbidden Journey, een attractie van een soort dat we nog niet eerder gezien hebben.

Vóórdat je aan de eigenlijke ride begint, kom je tijdens het doorlopen van de wachtlus al helemaal in Harry Potter-stemming. In de vertrekken van Hogwarts hangen heel wat schilderijen aan de muur. Een aantal van hen blijken pratende portretten te zijn. Hiervoor worden grote flatscreens met matte schermen gebruikt, die in het halfduister niet van echte schilderijen te onderscheiden zijn. Erg knap gemaakt.

De eigenlijke attractie is een darkride waarbij een rit met bewegende voertuigjes doorheen verschillende scènes gecombineerd wordt met projecties van filmbeelden. Het lijkt net alsof we op een vliegende bezem zitten en Harry en Ron volgen op hun vlucht rond en in het kasteel van Hogwarts. Het gaat om een heel nieuw soort darkride, en het is vrij spectaculair. Moeilijk te beschrijven als je het niet zelf meegemaakt hebt. Het ding waarop je zit rijdt niet op wieltjes, maar wordt gestuurd door een robotarm, die op zijn beurt een track doorheen de attractie volgt. Echt heel speciaal, en je waant je midden in de actie. Zoiets hebben ze niet bij Disney.

Hogwarts, ook bekend als Zweinstein

Wanneer we de wereld van Harry Potter verlaten, komen we terecht in The Lost Continent, gethematiseerd naar oude mythen en legenden. Hier krijgen we een stunt show te zien en bezoeken we Poseidon’s Fury, een walk-thru-attractie waarbij we een gids volgen doorheen iets wat lijkt op een Grieks-Atlantische tempelruïne. Aan de buitenkant ziet het er alvast bijzonder imposant uit. Hier moet ooit een kolossaal standbeeld van Poseidon gestaan hebben, zo lijkt het, dat lang geleden in duigen is gevallen. Twee gigantische voeten staan er nog, een arm die nog een drietand vasthoudt, ligt even verderop op de grond. Bij onze tocht doorheen de tempel krijgen we onverwachts te maken met de krachten van water en vuur. Terwijl we in een van de kamers staan, wordt het opeens donker. Wanneer het licht weer aan gaat, is de ruimte compleet getransformeerd en lijken we ons ergens anders te bevinden.

Seuss Landing, het laatste deel van het park, is voornamelijk op kleine kinderen gericht en gebaseerd op de werken van de (in Amerika) bekende kinderboekenschrijver Dr. Seuss. We doen hier één attractie, The Cat in the Hat, een leuke darkride doorheen de wereld van het gelijknamige personage.

Iron Man

We zijn het park nu helemaal rondgegaan, maar we hebben enkele dingen overgeslagen, dus we trekken weer naar Marvel Super Hero Island. We komen er net op het goede moment, want de superhelden zijn er. Je kunt een handtekening van hen krijgen of met hen op de foto. Maar ze blijven slechts even. Kort na onze ontmoeting rijden ze in stoet weg op grote gemotoriseerde driewielers.

We gaan ook in de rij staan voor The Amazing Adventures of Spider-Man. Qua attractietype lijkt dit erg op Harry Potter and the Forbidden Journey, met het verschil dat we nu een 3D-brilletje op onze neus hebben, want de projecties zijn 3D-beelden. Nu zijn we reporters voor de Daily Bugle en ontmoeten allerlei slechteriken – het Sinister Syndicate heeft het New Yorkse vrijheidsbeeld gestolen – en natuurlijk ook Spider-Man.

Miche en Annelies beleven dolle pret in Popeye and Bluto’s Bilge-Rat Barges

In Toon Lagoon doen Miche en Annelies nóg een waterattractie: Popeye and Bluto’s Bilge-Rat Barges, en ja hoor, de poncho’s komen weer van pas maar kunnen toch niet alle waterinsijpeling tegenhouden. Langsheen de route staat immers het schip van Popeye, dat dienst doet als speelterrein voor kinderen. Op het schip staan een aantal waterkanonnen, waarmee de bezoekers de nietsvermoedende Barges-vaarders kunnen natspuiten. Erg leuk, maar met mijn camera ben ik natuurlijk verplicht om aan de droge kant van de waterkanonnen te blijven.

Samengevat hebben we een erg leuk dagje beleefd in Islands of Adventure. Dit tweede Universal-park is véél leuker dan de Universal Studios! Het is nieuwer, mooi gethematiseerd, en heeft een aantal fantastische attracties. Liefhebbers van de Marvel comics zullen zich hier prima amuseren, net als Harry Potter-fans en fans van Jurassic Park. Maar ook de doorsnee pretparkbezoeker zal zich hier uitstekend vermaken.

Na sluitingstijd zijn we nog een kopje heerlijke white chocolate mocha gaan drinken bij Starbucks in de City Walk ter afsluiting van deze erg geslaagde dag!

www.universalorlando.com

dinsdag 21 mei 2013

Universal Studios Florida

Het was 21 jaar geleden, van onze huwelijksreis, dat we nog in Universal Studios Florida waren geweest. Het park bestond toen amper twee jaar. We waren dus toch wel weer een beetje benieuwd naar de Universal Studios, die ondertussen uitgegroeid zijn tot een heus resort (Universal Resort Orlando), met drie Loews-hotels, een shopping- en uitgaansgedeelte (de Universal City Walk) en een tweede park (Universal’s Islands of Adventure).

Beide parken liggen vlak naast elkaar, je kunt dus makkelijk te voet van het ene park naar het andere. Universal beschikt niet over zo’n grote oppervlakte als rechtstreekse concurrent Disney, en daarom zijn er twee gigantische parkeertorens gebouwd, waar de auto’s van de bezoekers op meerdere niveaus boven elkaar geparkeerd kunnen worden.

Bij de ingang van het park wordt onze aandacht meteen getrokken door het 3D-logo van Universal: een grote wereldbol met de ‘UNIVERSAL’-letters die er aan de evenaar omheen draaien. Meteen een eerste gelegenheid voor foto’s, maar de zon is vooralsnog niet van de partij, en onze foto’s zien er bijgevolg nogal grijs uit.

De wereldbol, het 3D-logo van Universal

Eenmaal in het park herkennen we wel een en ander van 21 jaar geleden, maar een groot aantal van de oude attracties zijn vervangen door nieuwe. Van ons eerste bezoek herinnerden we ons E.T., King Kong, Back to the Future, Jaws, Earthquake en de Studio Tour, die de bezoeker een blik achter de schermen gunde.

De eerste attractie die we doen, is Revenge of the The Mummy: The Ride. Deze attractie staat waar vroeger Kongfrontation was (de King Kong-attractie). We moeten gebruik maken van de kluisjes om onze spullen achter te laten. De attractie is een indoor rollercoaster, gebaseerd op de Mummy-films. Bij het verlaten van de attractie kom je in een shop die boordevol Egyptische spulletjes staat.

The Simpsons Ride vervangt de vroegere Back to the Future: The Ride en is, net als Back to the Future, een motion simulator waar je met enkele personen in een voertuigje zit dat mee beweegt met de camerabewegingen van de film, die je op een groot scherm geprojecteerd ziet. In hetzelfde theater bevinden zich, buiten ons gezichtsveld, nog 23 andere dergelijke voertuigjes. De bewegingen zijn soms wat te heftig, waardoor Annelies zich bij het buitenkomen helemaal niet lekker meer voelde. Maar gelukkig ging dat vrij snel weer over.

E.T. Adventure

Gelukkig is de E.T. Adventure nog niet vervangen door iets anders, want Miche heeft er erg naar uitgezien deze attractie nog eens te doen. Hier zitten we in een bakfiets, waarmee we boven het landschap vliegen, net als de kinderen in de film.

We komen ook een nostalgische tentoonstelling tegen: Lucy: A Tribute, helemaal gewijd aan de legendarische Lucille Ball, die Miche enigszins tot mijn verwondering niet schijnt te kennen. Annelies kent Lucy natuurlijk ook niet, dat was lang vóór zij geboren werd. Ik heb vroeger bijzonder veel pret beleefd toen Lucy op tv was, en ik vond het daarom erg fijn eventjes doorheen deze tentoonstelling te kuieren.

Annelies bij ShrekWe lopen ook enkele characters tegen het lijf, en Annelies gaat op de foto met Shrek en met Scooby-Doo. Shrek heeft zijn eigen attractie: Shrek 4-D, een leuke 3D-film met toegevoegde effecten.

En dan komen we terecht bij Terminator 2: 3-D Battle Across Time, een attractie gebaseerd op de Terminator-films, waarbij een live show gecombineerd wordt met een 3D-film.

Earthquake: The Big One blijkt vervangen te zijn door Disaster: A Major Motion Picture Ride!. Een nieuwe naam en een beetje anders ingekaderd, maar eigenlijk komt dit op hetzelfde neer als de vroegere Earthquake-attractie: terwijl we een ritje met de metro maken, breekt er een aardbeving los, met allerlei rampspoed tot gevolg. Lijkt erg op Disney’s Catastrophe Canyon, maar dan ondergronds.

In de Universal Studios zijn we ook nog naar een kleine goochelshow gaan kijken (met trucs die je kunt kopen zodat je er vrienden en bekenden mee kunt imponeren, maar daar laten we ons niet aan vangen), en naar Universal’s Horror Make-Up Show, waarin make-up-technieken gedemonstreerd worden.

Men in Black: Alien Attack is gebaseerd op de MIB-films. Het is een interactieve darkride waarin je in soms wat te snel draaiende karretjes op aliens moet schieten. Een beetje te vergelijken met Buzz Lightyear’s Space Ranger Spin in het Magic Kingdom, maar dan met grotere karretjes en een stuk heftiger, waardoor kleinere kinderen dit niet kunnen doen, jammer.

Het park heeft ook nog een vrij spectaculaire roetsjbaan, de Hollywood Rip Ride Rockit, maar daar hadden we even geen zin in.

Om vijf uur in de namiddag was het tijd voor de parade: Universal’s Superstar Parade. We kennen natuurlijk de prachtige paradewagens van Disney, en verwachten dat de parade van Universal toch wel iets minder spectaculair zal zijn. Minder is het in ieder geval. Spectaculair minder zelfs. De floats zijn vrij simpele wagens, de parade is vrij snel voorbij, en de characters en dansers die erbij lopen stellen eigenlijk niet zoveel voor. Dora en Spongebob ogen nu eenmaal heel wat minder aantrekkelijk dan Mickey Mouse en Donald Duck, of de Disney-prinsenparen en slechteriken. (Ik vind Spongebob zelfs ronduit lelijk, met zijn vierkant hoofd en zijn lelijke neus, maar dat is uiteraard mijn persoonlijke en bijzonder subjectieve mening.)

Spongebob in de parade

Na een tijdje hebben we zowat alles gezien. We willen echter nog niet weg, want de dag wordt hier afgesloten met het avondspektakel Universal’s Cinematic Spectacular – 100 Years of Movie Memories, en dat willen we graag zien. We doden de tijd met nog eens een rondje door het park lopen en een kopje koffie bij Starbucks (een heerlijke white chocolate mocha).

Cinematic Spectacular is een ode aan honderd jaar film. De filmbeelden worden geprojecteerd op drie grote waterschermen die verspreid staan in de centrale vijver, gecombineerd met vuurwerk en fonteinen. Filmkenners zullen veruit de meeste fragmenten wel herkennen, en de rest van het publiek vergaapt zich aan het vuurwerk. Zo heeft iedereen er iets aan.

Al bij al voldeed Universal Studios Florida toch niet helemaal aan onze verwachtingen. Oké, we hebben enkele attracties overgeslagen, maar we waren eigenlijk vrij snel rond. De Simpsons Ride vond ik wel leuk, maar Annelies werd er wat ziekjes van; Terminator is cool voor wie van de films houdt, maar Miche en Annelies vonden al dat geweld en geschiet toch maar zo-zo; de parade is bijzonder magertjes in vergelijking met wat we van de Disney-parken gewend zijn; het avondspektakel was niet verkeerd, maar door onze positieve ervaringen met Disney zijn we de lat wellicht een stukje hoger gaan leggen. Het is duidelijk dat Universal Studios ondanks de goede intenties toch niet kan tippen aan Disney. De sfeer in het park is wat zoek, er is minder oog voor afwerking en detail, en de hele ervaring is van een onbetwistbaar lager niveau. De kans dat we hier in de eerstvolgende jaren terugkomen, acht ik niet erg groot.

Of het zou moeten zijn voor de nieuwe Transformers-attractie, die tijdens ons bezoek nog in aanbouw was maar binnenkort open gaat.

Maar volgende keer zal ik het hebben over ons bezoek aan Islands of Adventure, het tweede park van Universal Resort Orlando. Dat tweede park heeft ons aangenaam verrast, wat onze hele Universal-ervaring toch nog een positieve wending heeft gegeven.

De ingang van de Universal Studios

www.universalorlando.com

maandag 20 mei 2013

Busch Gardens

Busch Gardens Tampa Bay, op zowat een uur en een kwartier rijden van ons hotel in Lake Buena Vista, is een park dat we nog niet eerder bezocht hadden. Het is een combinatie van een dieren- en een attractiepark, en het behoort tot de SeaWorld-groep. Het park heeft enkele fenomenale rollercoasters, waarvan ik er slechts eentje heb uitgeprobeerd, want we hebben onze tijd voornamelijk besteed aan beestjes kijken.

Het park heeft Afrika als thema en is ingedeeld in een aantal themagebieden zoals Morocco, Stanleyville, Congo, Timbuktu, Nairobi etc.

Cheeta

De eerste dieren die we te zien krijgen wanneer we het park binnenkomen, zijn de alligators. Ze liggen lui te wezen en geven geen kik. Enkele dierenopzichters staan tamelijk dicht bij hen in de buurt en vrezen blijkbaar niet voor hun leven. De alligators krijgen hier genoeg te eten en zullen zich zo te zien niet moe maken door een mens aan te vallen. Er zitten ook schildpadden in het alligatorverblijf.

Wanneer we bij de cheeta’s (jachtluipaarden) komen, wordt er net een machine klaargezet die een lokaas moet voorttrekken. Het is de bedoeling dat een cheeta de kunstmatige prooi dan achterna zit. We blijven even staan kijken en zien de cheeta inderdaad in een helse vaart achter het lokaas aanlopen. Deze act wordt slechts een of twee keer per dag opgevoerd, en we waren toevallig op het goede moment. Zo’n cheeta kan erg snel lopen, tot meer dan 100 kilometer per uur, en is daarmee het snelste landroofdier ter wereld.

Een van de giraffen op The Serengeti Plain

De meeste dieren bevinden zich wellicht op The Serengeti Plain, een groot terrein waar je met een treintje een safaritocht doorheen kunt maken (de Serengeti Railway). We zien er zebra’s, giraffen, neushoorns, elanden, impala’s en vogels zoals Afrikaanse maraboes en ibissen. We kunnen de dieren hier goed observeren en goede foto’s maken. Je kunt ook – tegen betaling – extra tours maken, onder andere een tour waarbij je met een grote open jeep tussen de dieren rijdt en de giraffen mag voederen. Behalve met de trein kun je ook een kortere, vrij hobbelige rit met een jeep maken. Dat laatste lijkt erg op Kilimanjaro Safaris in Disney’s Animal Kingdom.

Toen we enkele dagen eerder in Discovery Cove waren, had een team member ons verteld over een glazen koepel in het verblijf van de tijgers in Busch Gardens. We wisten niet goed hoe we ons dat precies moesten voorstellen, maar toen we er waren, herkenden we het meteen. De tijgers liggen te zonnen in een stuk groen waar je omheen kunt lopen en ze door een glazen wand kunt opserveren. Er is inderdaad een soort koepel gemaakt (niet mooi rond, maar zeshoekig van vorm). Via een trapje kun je er in en kun je je schouders en hoofd in de koepel steken. Je ziet de tijgers dan van heel dichtbij. Toen wij er waren, lag er eentje heel dicht tegen de koepel aan.

Annelies in de tijgerkoepel

Tussendoor hebben we ook enkele attracties gedaan. Terwijl Miche en Annelies dolle waterpret beleefden in Stanley Falls en Tanganyika Tidal Wave, ging ik aanschuiven bij SheiKra, een floorless rollercoaster waar je 61 meter hoog klimt, eventjes tot stilstand komt om over je leven na te denken en vervolgens aan een helse vaart (tot 110 km/h) loodrecht naar beneden zoeft. Inderdaad: deze coaster heeft een ‘drop’ van 90 graden! Even verderop is er een tweede duik waarbij je door een ondergrondse tunnel gaat. Kijk, dit is niet voor iedereen, maar ik vind dit ontzettend leuk. Zo leuk, dat ik ’m twee keer na elkaar gedaan heb. De eerste keer zat ik overigens helemaal voorin, en dat was echt de max. Ik kan dit ten stelligste aanraden aan iedereen die last heeft van hoogtevrees (grapje hoor, of bij wijze van shocktherapie dan...). Hieronder een on-ride-filmpje dat ik op YouTube gevonden heb:

seaworldparks.com/en/buschgardens-tampa