Vanmorgen hoorde ik op de radio dat Chriet Titulaer overleden was. De correcte uitspraak van zijn voornaam is ‘Kriet’. Een beetje een speciale naam voor een speciale man. Als je net als ik in de jaren ’70 en ’80 naar de Nederlandse televisie keek, dan heb je ’m vast nog gezien. Hij had ook een speciale stem. Een rustige, bedaarde, ietwat hese stem met een onmiskenbaar Limburgs accent. En hij had een opvallende tuinkabouterbaard (vanaf de bakkebaarden helemaal onder de kin door, zonder snor).
Ik heb heel veel van Chriet geleerd. Ik heb hem leren kennen via zijn populair-wetenschappelijke programma’s op tv. Zijn rechtstreekse verslaggeving bij de eerste maanlanding in 1969 herinner ik me niet meer, daarvoor was ik nog te jong en bovendien zaten we toen wellicht naar de Belgische tv te kijken. (Ik mocht gelukkig wel opblijven voor die eerste maanlanding!) Maar zijn werk als presentator, eerst bij Teleac en later bij TROS Wondere Wereld, zie ik nog zo voor me. Ik heb natuurlijk ook enkele boeken van Chriet: onder andere Het Grote Planetenboek, De Mens en het Heelal en De Mens en het Weer.
Een ander project van hem was het Huis van de Toekomst, dat in 1989 werd geopend in het Autotron in Rosmalen. Enkele jaren later hebben we dat huis bezocht. Het zat vol met slimme technologie en gaf de bezoeker een voorsmaakje van hoe we in de nabije toekomst zouden kunnen wonen en leven. Heel wat van Chriets voorspellingen uit de jaren tachtig zijn ondertussen werkelijkheid geworden, zoals glasvezelcommunicatie op grote schaal, themakanalen op tv, telewinkelen, beeldtelefoons en interactieve digitale encyclopedieën. Maar met zijn voorspelling dat velen van ons tegen het jaar 2000 met een computerchip in onze hersenen zouden rondlopen, zat hij er toch een klein beetje naast.
En dan werd het een beetje stil rond Chriet. Hij kwam niet meer op tv, en op het internet was hij nergens te bespeuren. Dat vond ik een beetje vreemd. Waarom had de man, die in de ban was van wetenschap en technologische innovaties en ervan hield zijn kennis daarover op een begrijpbare manier met een zo groot mogelijk publiek te delen, geen eigen website? Waarom heeft hij geen Facebookpagina en geen Twitter-account? Waarom had hij geen tv-programma meer of werd hij niet uitgenodigd in talkshows?
Het antwoord op die vragen is jammer genoeg zijn wankele gezondheid. Hij leed aan diabetes en kreeg in 1999 een herseninfarct. Sedertdien was hij slecht ter been en had concentratieproblemen. Zijn laatste jaren bracht hij door in een verzorgingshuis.
Dank je wel, Chriet, voor alle mooie tv-momenten, interessante weetjes en leerrijke, mooi geïllustreerde boeken! Ik heb er heel wat van opgestoken!
Ik wil besluiten met een vrolijke noot: dit grappige beeldfragmentje uit 1985 waarin Chriet Titulaer demonstreert hoe je vanop je fiets mobiel kunt bellen (of je op die manier ook veilig de weg op kunt, laat ik even in het midden):
Er loopt weer een sci-fi-thriller in de bioscoopzalen: Life. De film speelt zich helemaal af op het ISS (het International Space Station) en is alleen daarom al de moeite van het bekijken waard voor al wie geïnteresseerd is in ruimtevaart. Al moet ik er meteen bij zeggen dat de makers het toch niet al te nauw schijnen te nemen met de werkelijkheid. Het ISS uit de film lijkt weliswaar op het echte ISS dat nu al bijna twintig jaar rond de Aarde draait, maar kenners zullen meteen in de gaten hebben dat er toch heel wat zaken zijn die niet kloppen.
Om maar enkele voorbeelden te noemen: de ‘slaap-capsules’ die we in de film te zien krijgen, lijken in de verste verte niet op de cabines waarin de echte ISS-astronauten slapen, de echte Cupola-module met de uitkijkvensters is in werkelijkheid een heel stuk kleiner dan in de film, en in het echt duurt het ook véél langer vooraleer een astronaut zijn ruimtepak aangetrokken heeft. Maar goed, dat zijn zaken die een ruimtevaartkenner als ik meteen opmerkt, maar waar de gemiddelde bioscoopbezoeker geen weet van heeft. Het doet verder ook niets af aan het verhaal, het is tenslotte geen documentaire.
In de film is het ISS uitgebreid met een extra laboratorium. Dat laboratorium is uitgerust om onderzoek te verrichten naar een monster (niet in de betekenis van een Godzilla-achtig beest, maar in de betekenis van een staal) van de Marsbodem, die door een ruimtesonde naar het ISS gebracht wordt.
De koppeling van de Mars-sonde aan het ISS verloopt nogal ruw. Kenners zullen ook hier meteen opmerken dat het er in de werkelijkheid absoluut niet zo aan toegaat als in de film. Ook de koppeling van een Sojoez-capsule gebeurt aan een een onverantwoord grote snelheid. Maar goed, er moet blijkbaar voor wat spektakel gezorgd worden.
De film komt wat traagjes op gang, maar na verloop van tijd wordt het een bloedstollende thriller. Ondanks het feit dat ik heel wat keren de bedenking heb gemaakt dat het in de werkelijkheid toch wel helemaal anders zou gaan, heb ik een aantal keren op het puntje van mijn stoel gezeten. En dat kan deugd doen, zo af en toe eens een film zien waar waar je eens goed van schrikt. (En neen, ik krijg daar achteraf geen nachtmerries van.)
Je kunt al min of meer raden wat er gebeurt: de Mars-sonde heeft inderdaad Martiaans leven meegebracht, in de vorm van een eencellig wezen dat in een soort winterslaap verkeert. Wanneer het warmte, zuurstof en voedingsstoffen toegediend krijgt, begint het te groeien. Eerst lijkt het allemaal vrij onschuldig, maar al gauw loopt het behoorlijk uit de hand. Het ding blijkt sterker te zijn dan het eruit ziet, is intelligent en reageert vrij agressief. Het duurt niet lang, of een van de zes astronauten moet het met zijn leven bekopen (en het zal niet bij één slachtoffer blijven).
Op zich heeft de film wel enkele raakpunten met de realiteit. Wanneer we ooit microscopisch leven zouden ontdekken elders in ons zonnestelsel, dan zal dat leven zeker niet meteen naar de Aarde gebracht worden om het te bestuderen. Net als in de film zullen er quarantaine- en andere voorzorgsmaatregelen getroffen worden om contaminatie met het Aardse leven te voorkomen. De studie van bodemmonsters van werelden waar we de mogelijkheid tot leven vermoeden, zal daarom niet op Aarde gebeuren, maar bijvoorbeeld in een speciaal daarvoor uitgerust lab in het internationaal ruimtestation.
Maar zo goed blijken de voorzorgsmaatregelen in de film toch niet te zijn, want het buitenaardse wezen slaagt erin uit het laboratorium te ontsnappen en het ISS onveilig te maken. Hoe het verder afloopt, vertel ik niet, maar als je gaat kijken, weet dan dat er je enkele spannende ogenblikken te wachten staan (denk Alien), ook al zijn de gebeurtenissen soms eerder onwaarschijnlijk.
Bekende namen in deze film zijn Jake Gyllenhaal (The Day After Tomorrow, Prince of Persia, Everest, Demolition), Rebecca Ferguson (The Girl on the Train, Mission: Impossible, The White Queen), Ryan Reynolds (Green Lantern, Deadpool) en Hiroyuki Sanada (Sunshine, Lost, The Wolverine).
De nieuwste Disney-film, Beauty and the Beast, draait al een aantal weken in de zalen en oogst bijzonder lovende kritieken. Miche en Annelies waren al gaan kijken op een ‘Ladies at the Movies’-event, maar zelf heb ik me daar natuurlijk niet aan gewaagd. Veel te veel oestrogeen geconcentreerd op één plaats, wat onvermijdelijk leidt tot een ondraaglijk getater en gekwebbel van jewelste.
Ik heb dus geduldig een rustiger moment afgewacht. Heel wat vrienden en kennissen hadden de film ondertussen al gezien, en ze hadden zich daar op Facebook allemaal bijzonder lovend over uitgelaten. Mijn verwachtingen waren dus hooggespannen.
Het gaat om een liveaction remake van de gelijknamige Disney-animatieklassieker uit 1991. Heel wat fans van deze klassieker waren, net als ik, erg benieuwd wat Disney ervan zou maken. Het resultaat mag bijzonder geslaagd genoemd worden. Deze nieuwe versie van het gekende sprookje is heel trouw aan het origineel, en leent ook elementen uit de gelijknamige Broadwaymusical, die net als de filmversie enorm veel succes oogst. Nog niet zo heel lang geleden zijn we trouwens nog de Vlaamse musical-versie gaan bekijken in Gent.
Hoofdrolspeelster is de jonge actrice Emma Watson, vooral bekend door haar vertolking van Hermione Granger in de Harry Potter-films. Het is de eerste keer dat Watson in een film haar zangkunsten ten gehore brengt, en het mag gezegd: ze doet dat bijzonder goed.
Dat geldt overigens voor de hele cast, waarin we heel wat bekende namen terugvinden: Kevin Kline als Maurice, Ewan McGregor als Lumière, Ian McKellen als Cogsworth en Emma Thompson als Mrs. Potts. Verder ook nog met Dan Stevens als Beast, Luke Evans als Gaston, Josh Gad als Lefou, Hattie Morahan als Agathe en Audra McDonald als Madame de Garderobe.
Naast de zoetgevooisde stem van Emma Watson was ik vooral onder de indruk van de bariton van Dan Stevens en de lyrische soprano van Audra McDonald, die zonder meer fantastische zangprestaties neerzetten.
Ondertussen maakt de soundtrack natuurlijk al deel uit van mijn muziekverzameling. Er is keuze uit twee versies: de gewone versie met 19 tracks (waaronder drie nummers die opnieuw werden ingezongen door Céline Dion, Ariana Grande, John Legend en Josh Groban) en de Deluxe Edition met in totaal 52 tracks. Die laatste is een dubbelalbum, met naast de liedjes uit de film ook enkele demo’s en de instrumentale score van Alan Menken.
Ik kan je nu al vertellen dat deze nieuwe Deluxe Edition mijn favoriete versie is. In mijn verzameling zitten ook nog de originele originele soundtrack van de animatiefilm uit 1991 (met de titelsong gezongen door Angela Lansbury als Mrs. Potts) en de Nederlandstalige musicalversie uit 2007 (met Ann Van den Broeck als Belle).
Na twintig jaar is er weer een Hard Rock Cafe in Antwerpen. De vorige (de eerste in België) sloot in 1997 de deuren. Vanaf 2012 had België terug een Hard Rock Cafe op de Grote Markt in Brussel, en sedert vorige maand kunnen de liefhebbers dus ook weer op de Antwerpse Groenplaats terecht.
Wereldreizigers kennen het Hard Rock Cafe natuurlijk. In zowat iedere stad van betekenis vind je er een. De keten heeft meer dan 200 restaurants verspreid over de hele wereld, en ook enkele hotels en casino’s.
De restaurants zijn gethematiseerd, er worden muziekvideo’s afgespeeld en de muren zijn bekleed met rock-’n-roll-memorabilia. Niet dat we grote fans zijn van rock-’n-roll, maar we vinden het eten hier wel lekker. De luide muziek moeten we erbij nemen, maar dat valt al bij al wel mee. In Antwerpen stond de muziek in elk geval niet té hard. De memorabilia aan de muren hebben in de Antwerpse vestiging overigens bijna allemaal iets met diamanten te maken, omdat Antwerpen nu eenmaal het hart van de wereldwijde diamantindustrie is.
Twee jaar geleden hebben we deze internationale keten leren kennen in Boedapest, en sindsdien bezochten we ook al de Hard Rock Cafe’s van Wenen, Keulen, Brussel en Londen. Het Hard Rock Cafe in Londen, bij Hyde Park Corner, is het eerste en oudste ter wereld en werd geopend in 1971. Vroeger wisten we uiteraard al van het bestaan van de keten af, maar we waren nooit eerder in een Hard Rock Cafe binnen geweest.
We maken ook dankbaar gebruik van het Hard Rock Rewards-programma: met een unieke code op je kassabon kun je online rewards verzamelen, zoals een flinke korting bij een volgend bezoek, of priority seating.
Van dat laatste hebben we in Antwerpen dankbaar gebruik gemaakt. Hard Rock Cafe’s worden over het algemeen druk bezocht, en het is dan ook niet ongebruikelijk dat je rond etenstijd een half uur tot een uur moet wachten alvorens er een tafeltje beschikbaar is. Je krijgt dan een buzzer, waarmee je opgeroepen wordt wanneer je tafel vrij is. Ondertussen kun je alvast een cocktail drinken aan de bar of even rondkijken in de Hard Rock Shop. Het gezin dat net vóór ons naar binnen ging, kreeg te horen dat de wachttijd een uurtje was. Met onze priority seating coupon (met de tekst ‘Real rock stars don’t wait in lines...’) kregen we echter ogenblikkelijk een tafeltje aangeboden. Toch wel meegenomen als je grote honger hebt. Blijkbaar houden ze altijd een of twee tafeltjes vrij voor hoge gasten als wij...
Het personeel in deze nieuwe vestiging is – net zoals in de andere Hard Rock Cafe’s trouwens – erg vriendelijk, de bediening is zoals het moet zijn en het eten is bijzonder lekker. Als we nog eens in Antwerpen zijn, is de kans erg groot dat we hier terugkomen. Over enkele maanden hopen we het Hard Rock Cafe van Berlijn aan ons lijstje te kunnen toevoegen.
Op de bovenverdieping van het shoppingcenter Stadsfeestzaal aan de Antwerpse Meir loopt momenteel de tentoonstelling The Art of Banksy, met een overzicht van de kunst van de beroemde – ’s werelds meest beruchte! – straatartiest.
Beroemd van naam dan, want eigenlijk weet bijna niemand precies wie Banksy is. De Britse kunstenaar, die donkere humor combineert met politieke boodschappen en maatschappelijke thema’s, verschuilt zich namelijk angstvallig achter zijn pseudoniem en blijft voor de rest anoniem. In de enkele foto’s en video-interviews die er van hem zijn, is zijn gezicht onherkenbaar gemaakt.
Banksy’s werk is een combinatie van graffiti en sjabloontechniek. Dat laatste stelt hem in staat om erg snel te werken, want als hij op straat of op andere openbare plaatsen werkt, wil hij zich natuurlijk zo snel mogelijk uit de voeten maken om niet betrapt te worden.
Vaak zijn artiesten aanwezig bij de opening van hun tentoonstelling, maar dat was bij The Art of Banksy uiteraard niet het geval (tenzij hij daar incognito rondliep, natuurlijk, niemand zou hem immers herkennen). De tentoonstelling wordt georganiseerd door de fotograaf Steve Lazarides, op wiens naam ook Banksy’s website geregistreerd staat en die als tussenpersoon voor de kunstenaar werkt.
In een video die op de tentoonstelling wordt getoond, is ook te zien hoe Banksy als bezoeker een museum binnenstapt en er op een onbewaakt moment een van zijn eigen schilderijtjes snel aan de muur hangt tussen de andere kunstwerken in, inclusief een tekstkadertje met de uitleg bij het werk.
De tentoonstelling in Antwerpen werd wegens aanhoudend succes verlengd. Deze retrospectieve van Banksy’s kunst, met meer dan 80 van zijn ‘off-street’-meesterwerken, foto’s en videobeelden, is er nog te zien tot en met 7 mei. Allen daarheen!
Het is zowat vier jaar geleden dat we een voorstelling van Cats bijwoonden in het Oostendse casino-kursaal. In de paasvakantie van 2017 konden we onze favoriete musical weer gaan bekijken in de nieuwe Koningin Elisabethzaal in Antwerpen.
En ja hoor, ze waren er weer allemaal: Jennyanydots, Jellylorum, Grizabella de glamourkat, de boosaardige Macavity, de magische Mr. Mistoffelees, Munkustrap, Victoria, de macho rock’n’roll-kater Rum Tum Tugger, Gus de theaterkater, Shimbleshanks de spoorwegkater, de ietwat obese Bustopher Jones en het beruchte dievenduo Mungojerrie en Rumpleteazer, met aan het hoofd van de bende de oude, respectabele Old Deuteronomy.
Voor een uitgebreidere beschrijving van de musical, het verhaal en de muziek verwijs ik graag naar mijn verslagje van vorige keer.
Bij de pauze stonden we als eersten in de rij voor een meet-and-greet en een foto met Old Deuteronomy.
Het was meteen ook de eerste keer dat we in de nieuwe Elisabethzaal kwamen. Tussen 2012 en 2016 werd de oude zaal afgebroken en werd hier een compleet nieuwe concert- en evenementenzaal gebouwd. De zaal werd eind vorig jaar heropend, telt 2000 zitplaatsen en biedt een uitmuntende geluidsresonantie en akoestiek. Beweegbare panelen aan het plafond zorgen ervoor dat het geluid perfect geprojecteerd wordt.
Zowel de muziek als het gezang van de katten klonk daardoor ronduit fantastisch!
Ongeveer een jaar geleden las ik een artikeltje over een stadsgenoot van mij die een boek wou maken over de Commodore 64, een thuiscomputer waar ik in de jaren ’80 heel veel plezier aan heb beleefd. Mijn interesse was meteen gewekt.
Het bleek te gaan om een crowdfundingproject bij Kickstarter. Auteur Koen De Brabander zocht 275 mensen die bereid zouden zijn om zijn boek op voorhand te bestellen, zodat hij uit de kosten kon komen. Ik heb niet lang getwijfeld en tekende meteen in. Dat zouden uiteindelijk meer dan 500 Kickstarter- en Megafounder-‘backers’ doen, die allemaal bij naam in het boek vermeld worden.
8-BIT KIDS – Growing up with the Commodore 64 is een heerlijk nostalgisch boek, dat mij als het ware in de tijd terugflitste naar het begin van de jaren ’80. Ik had net mijn allereerste computer, de Commodore VIC-20, ingeruild voor de opvolger, de krachtigere C64. Die computers verschilden heel erg van de exemplaren die ik tegenwoordig gebruik. Zowel de VIC-20 als de C64 zagen eruit als een dik computerklavier, waar alle electronica onder verstopt zat. Je moest ze aansluiten op een gewoon tv-toestel, wat er uiteindelijk toe leidde dat ik van mijn ouders mijn eigen zwart-wit-tv’tje kreeg, zodat ze weer gewoon naar het journaal en naar De Showbizzquiz met Ron Brandsteder konden kijken terwijl ik mijn programmeerkunsten botvierde.
Het toestel beschikte niet over een harde schijf of een diskettestation en had natuurlijk ook geen cd-lezer of usb-aansluiting. En geen internet, mocht je daaraan twijfelen. Programma’s en data konden opgeslagen worden op audiocassettes, via een apart aan te kopen cassetterecorder. Het duurde tergend lang om op die manier iets van betekenis te lezen of te schrijven, maar de voldoening was des te groter wanneer het langverwachte resultaat uiteindelijk op het scherm verscheen.
Van downloaden via het internet was toen nog absoluut geen sprake, maar op de Nederlandse radio was er een wekelijkse uitzending die computerprogrammaatjes in Basicode met veel gekraak en gepiep de ether in stuurde. Dat kon je dan opnemen op audiocassette en op die manier in je computer laden. Bij mijn VIC-20 heb ik altijd de cassetterecorder gebruikt, maar voor mijn C64 kocht ik al gauw een extern diskettestation. Dat ging toch een heel stuk vlotter.
Ja, het was een leuke tijd. Erg primitief als ik er nu op terugblik, maar bijzonder leuk. Dankzij het experimenteren met dat toestel heb ik in die beginjaren heel veel computerkennis opgedaan.
In het boek volgen we de Commodore 64-ervaringen van de auteur en zijn vrienden, en ondertussen steken we ook nog wat op over de technologische ontwikkelingen en de tijdgeest van die periode. We beleven als het ware de tachtiger jaren opnieuw, en dat is voor een prille vijftiger als ik best leuk. Het boek is geïllustreerd met tal van foto’s, en ik heb het met heel veel plezier gelezen.
Na een aantal jaren heb ik mijn Commodore 64 ingeruild voor zijn opvolger: de Amiga, net als de C64 een toestel dat zijn tijd behoorlijk ver vooruit was. Het eerste model, de Amiga 1000, vond ik aanvankelijk te duur, maar al gauw was ik de trotse bezitter van een betaalbaardere Amiga 500, mijn eerste computer met een grafische gebruikersinterface en een muis. Als ik daar ook nog een nostalgisch boek over vind, wil ik het absoluut hebben!
Edit 2017-04-10: net van de auteur zelf vernomen dat hij momenteel druk bezig is met de voorbereidingen voor een boek over de Amiga. Ik kijk er in ieder geval halsreikend naar uit!
Ik heb op deze blog al meermaals over FACTS geschreven, dat ondertussen uitgegroeid is tot het grootste Comic Con-evenement in de Belenux en op een internationaal publiek kan rekenen. Afgelopen weekend vond in Flanders Expo de Spring Edition 2017 plaats. Ja, FACTS blijft maar groeien en heeft sedert vorig jaar niet één, maar twee edities: eentje in de lente en eentje in de herfst. Blijkbaar blijft de vraag groot naar dergelijke evenementen, want beide edities trekken héél veel volk.
Ik kom erg graag naar FACTS. De organisatoren hebben ondertussen erg veel ervaring kunnen opdoen, en het is een gestroomlijnde, goed georganiseerde machine geworden. Alles is er prima geregeld. Elk soort bezoeker komt er aan zijn trekken: de verzamelaars, de cosplayers, de gamers, degenen die hun favoriete acteurs en actrices willen ontmoeten, degenen die voor de complete VIP-ervaring willen gaan, of degenen die gewoon met vrienden en gelijkgezinden een leuke dag of een fijn weekend willen beleven.
Ik ga voornamelijk om acteurs en actrices van mijn favoriete series over hun werk te horen vertellen op de panels en Q&A’s, maar ik wil ook de rest van FACTS niet missen. Daardoor kom ik niet toe met één dag, en maak ik er tegenwoordig graag een weekendje van (als mijn drukke agenda het toelaat, tenminste, want ik heb ook nog andere hobby’s en activiteiten).
Op dag 1 heb ik voornamelijk de Q&A’s bijgewoond. De eerste gast was Spencer Wilding. Vóór hij op de gastenlijst van FACTS verscheen wist ik niet wie hij was, maar hij blijkt de man te zijn achter het Darth Vader-masker in Rogue One. Hij was ook te zien in enkele Harry Potter-films en vertolkte rolletjes in Game of Thrones, Batman Begins, Doctor Who en Guardians of the Galaxy. Wegens zijn relatieve onbekendheid was er jammer genoeg maar weinig belangstelling voor zijn Q&A en voor zijn autogrammen. Voor de andere gasten zat de zaal telkens afgeladen vol en moesten er zelfs mensen rechtstaan.
Nathan Fillion ken ik voornamelijk als Captain Malcolm Reynolds (‘captain tightpants’) uit Firefly, Joss Whedons bijzonder geslaagde mix tussen sci-fi en western, die helaas en tot groot ongenoegen van een grote schare toegewijde fans na amper 14 afleveringen werd gecanceld. Hij had ook een rol in Whedons Dr. Horrible’s Sing-Along Blog (met Felicia Day en Neil Patrick Harris). Tegenwoordig is Fillion vooral gekend van zijn titelrol in de politieserie Castle. Fillion was één van de twee Firefly/Serenity-acteurs op FACTS. Ook medespeelster Morena Baccarin (Inara) was te gast op deze con.
Na Nathan Fillion was het de beurt aan Amanda Tapping, die ik drie jaar geleden voor het eerst ontmoet heb op FedCon, de grote sci-fi-con in Duitsland waar ik jaarlijks naartoe trek. Amanda Tapping kennen we als de sympathieke Sam Carter uit de Stargate-franchise, en als de ietwat mysterieuze dr. Helen Magnus in Sanctuary.
De volgende acteur was enkele jaren geleden nog gewoon DJ en heeft nog maar één rol van betekenis op zijn palmares, bovendien met bijzonder weinig dialoog. Toch wist hij een volle zaal te trekken: Kristian Nairn, bekend als de onnavolgbare Hodor uit Game of Thrones. Nairn mocht zijn DJ-talenten ook botvieren tijdens FACTS – The Sequel, de FACTS-afterparty die zaterdagavond plaatsvond in Flanders Expo. Not my cup of tea, maar heel wat mensen zullen zich daar ongetwijfeld goed geamuseerd hebben.
Maar voor het eind van de dag stonden nóg drie Q&A’s op het programma. De eerste daarvan was die van Ben McKenzie, die de rol van detective James Gordon vertolkt in de DC-serie Gotham, een reeks die ons laat kennismaken met de origin stories van heel wat villains uit de Batman-franchise. Gotham speelt zich af tijdens de jeugd van Bruce Wayne (spoiler: de latere Batman!).
Wat ik op deze FACTS geleerd heb, is dat Ben McKenzie getrouwd is met Morena Baccarin, de volgende gaste. Ook Baccarin heb ik eerder al ontmoet, in 2008, tijdens FACTS 18. Ik ken haar van Firefly en Serenity en heb haar later ook aan het werk gezien in Stargate SG-1, V, Homeland en Gotham.
De dag werd afgesloten met een Firefly-dubbelpanel met de twee Firefly-acteurs, Morena Baccarin en Nathan Fillion.
Op dag 2 heb ik de rest van FACTS bekeken en heb ik maar één panel bijgewoond: het Gotham-dubbelpanel met Morena Baccarin en haar echtgenoot Ben McKenzie, die het publiek warm maakten voor het aankomende seizoen van Gotham, waar we hopelijk niet al te lang meer op moeten wachten.
Hoewel de Q&A’s erg druk bijgewoond worden, vermoed ik dat de meeste bezoekers toch voor andere zaken komen. Er is dan ook van alles te doen en te beleven op FACTS. Om te beginnen zijn er de vele stands met merchandise, waar verzamelaars van alles en nog wat hun hartje kunnen ophalen. Action figures, schaalmodellen, T-shirts, comics, boeken, cd’s, dvd’s, blu-rays, games, lightsabers, sonic screwdrivers, pins, bordspellen, kostuums, uniformen, posters, en nog véél, véél meer. Je kunt het zo gek niet bedenken, of je komt het wel tegen bij een van de standhouders.
Dan zijn er de vele artiesten, die graag een tekening voor je maken en die je graag te woord staan over hun creaties; er zijn fotosessies en handtekeningensessies met de acteurs, er zijn workshops en demonstraties. Je kunt een bezoek brengen aan de vele fanclubs die je graag wegwijs maken in de werelden van Star Trek, Star Wars, Harry Potter of Doctor Who.
En dan is er natuurlijk de cosplay. Heel wat FACTS-bezoekers komen verkleed als een van hun favoriete personages uit comics, films, tv-reeksen, anime-reeksen of games, laten zich graag fotograferen en/of doen mee aan de cosplay-wedstrijd. Sommigen hebben afgelopen week nog snel iets gekocht of in elkaar geflanst (kom je verkleed, dan krijg je korting op de toegangsprijs), anderen zijn maanden bezig geweest met het ontwerpen van gedetailleerde, bijzonder waarheidsgetrouwe creaties. Cosplayers kunnen hun kostuums showen op de catwalk, meelopen met een van de Cosplay Parades, deelnemen aan de FACTS Cosplay Contests of meedingen bij de ECG Selections (European Cosplay Gathering). Op het grote podium in de cosplay-hal voeren ze een korte act op, en sommigen laten daarbij hele decorstukken aanrukken.
De cosplayers zijn van allerlei slag. Harley Quinn en Deadpool blijken nog altijd erg populair, en behalve superhelden, supervillains, personages uit games, uit de Marvel- en DC-werelden, uit sci-fi- en fantasy-films of -series, heb ik deze keer toch ook heel wat Disney-figuren gezien. Beauty and the Beast is tegenwoordig natuurlijk in, en ik kwam ook nog de halfgod Maui uit Disneys Vaiana (hier uitgebracht onder de titel Moana) tegen.
Aan eten en drinken is er op FACTS ook geen gebrek. Verschillende catering-standen staan over de beurs verspreid, en er is overal voldoende gelegenheid om te zitten. Dat was vroeger ooit anders. Bij Brainfreeze hebben ze bijzonder lekkere koffie! En ik heb me natuurlijk weer tegoed gedaan aan mijn favoriete Japanse snack: overheerlijke onigiri. Japan is overigens opvallend aanwezig op FACTS. Dat komt wellicht door het succes van manga (de Japanse comic) en anime (de Japanse animatiefilm).
In het najaar is er alweer een FACTS, maar eerst kunnen we ons nog eens uitleven op Comic Con Gent op 8 en 9 juli en op Comic Con Antwerp op 24 september.