donderdag 17 november 2016

De IJ

Na meer dan een half leven twijfelen hoe het nu precies moest, ben ik er inmiddels al een tijdje achter dat je woorden als IJslander en IJzer wel degelijk met twee hoofdletters moet schrijven. De reden dat ik daar zo lang over heb moeten nadenken, is dat dat op het eerste zicht tegen alle logica in gaat. Op school hebben we immers duidelijke regels voor het gebruik van hoofdletters geleerd, en ze hebben ons nooit verteld dat je bij sommige woorden niet enkel de eerste, maar ook de tweede letter als hoofdletter moest schrijven.

Ik ben er dus lang van overtuigd geweest dat je Ijslander en Ijzer moest schrijven – dus met een hoofdletter I gevolgd door een kleine letter j – en als verwoed kruiswoordpuzzelaar ergerde ik me er ook steevast aan dat je in de meeste kruiswoordraadsels de IJ in één vakje moest proppen, ondanks het feit dat het wel degelijk om twee aparte letters gaat.

Er zijn nog meer zaken waar ik me aan erger. Dat mensen de IJ en de Y met elkaar verwarren, bijvoorbeeld. Dat wiskundedocenten het steeds over ‘x en ij’ hebben wanneer ze het over ‘x en ypsilon’ (of ‘x en i-grec’) zouden moeten hebben. En erger nog: dat woorden die met IJ beginnen – zoals IJslander – in sommige woordenlijsten onder de Y gealfabetiseerd worden in plaats van onder de I.

Maar ondertussen weet ik precies hoe het zit met die IJ. Of dat denk ik toch.

In het Nederlands is de ij namelijk een digraaf en een ligatuur. Digraaf is gewoon een ander woord voor tweeklank. Een ligatuur is een typografisch begrip waarbij een teken samengesteld is uit twee of meer letters.

Een bekende ligatuur is bijvoorbeeld de œ in het Frans, die samengesteld is uit een o en een e. Je vindt deze ligatuur terug in Franse woorden als sœur, œuvre en œuf. Dat laatste woord schrijf je aan het begin van de zin als Œuf. Zie je al waar dit naartoe gaat? Begint Œuf nu met twee hoofdletters in plaats van één? Neen, helemaal niet! Aan het begin van Œuf staat één hoofdletter, namelijk de Œ, een ligatuur die samengesteld is uit een O en een E.

Net als de O en de E in Œ vormen ook de I en de J in IJ een ligatuur, met dat verschil dat de I en de J hier niet tegen elkaar aan kleven en je dus nog steeds de samenstellende letters apart kunt onderscheiden. Maar omdat het om een ligatuur gaat, wordt ij dus IJ (en niet Ij) aan het begin van een zin of aan het begin van een eigennaam.

De ij-toets op een oude Nederlandse schrijfmachine

De IJ en de ij zijn ook als één teken (glyph) opgenomen in de Unicode-standaard. Unicode is een internationale standaard waarin zo goed als alle bestaande tekens uit bijna alle talen ter wereld een plaatsje hebben gekregen. Computers maken gebruik van Unicode om al die tekens op te slaan en weer te geven. De Unicode voor de IJ is U+0132, voor de ij U+0133. Maar die codes worden uiterst zelden gebruikt. Wanneer je echter Unicode U+0133 gebruikt voor de ij, dan zal de computer wel correct ‘ijzer’ veranderen naar ‘IJzer’ wanneer je hem vraagt om het woord met een hoofdletter te laten beginnen (een functie die in het Engels ‘capitalize’ heet).

Wanneer je de IJ als één teken beschouwt (en dus Unicode U+0132 gebruikt in plaats van twee aparte letters I + J), dan heeft dat nog meer gevolgen. Wanneer je een woord aanspatieert (d.w.z. wanneer je meer ruimte tussen de letters plaatst), dan krijg je bijvoorbeeld dit:

V R IJ D A G (in plaats van V R I J D A G)

Of als je de letters onder elkaar plaatst, zoals in een kruiswoordpuzzel, dan krijg je dit:

V
R
IJ
D
A
G

In de meeste lettertypen zul je geen of nauwelijks verschil zien tussen de ligatuur-IJ en de aparte letters I + J, maar in sommige lettertypen is dat verschil wél duidelijk. In het lettertype Familiar Pro bijvoorbeeld wordt de I een flink stuk korter en wordt hij als het ware in de J geschoven. Het geheel lijkt dan sterk op een hoofletter U met een stukje eruit.

De combinatie I + J (uiterst links) en de ligatuur-IJ (uiterst rechts) in het lettertype Familiar Pro

In Nederland is het gebruik van de ij als ligatuur veel meer ingeburgerd dan in Vlaanderen (al zijn natuurlijk lang niet alle Nederlanders zich daarvan bewust). Nederlanders schrijven dus vaker ‘IJzer’, Vlamingen vaker ‘Ijzer’. Vóór de invoering van de personal computer hadden Nederlandse schrijfmachines vaak een aparte toets waarop de ij als één teken stond, maar merkwaardig genoeg kon met die toets alleen de kleine letter ij getypt worden, niet de hoofdletter IJ (zie foto aan het begin van dit artikel).

Tot slot nog dit: de IJ mag alleen een ligatuur worden wanneer het om de digraaf (tweeklank) gaat. In het Nederlands is dat het geval bij de meeste woorden met een IJ, maar niet altijd. Een tegenvoorbeeld is een uit het Frans afkomstig woord als bijouterie. Hier gaat het niet om de digraaf ij, met andere woorden: de i en de j vormen in dat woord geen tweeklank en horen daarom niet bij elkaar. Ze behoren immers tot twee verschillende lettergrepen: bi-jou-te-rie.

Samengevat: voortaan schrijf ik woorden als IJsland en en IJzer met twee hoofdletters, en ik voel me daar niet langer ongemakkelijk bij.

Meer over de ij vind je op onderstaande links naar Wikipedia, het Genootschap Onze Taal en de website van Ruud Harmsen. Je leest er onder andere waarom het soms toch zin heeft om woorden met een IJ in alfabetische lijsten onder de Y te sorteren.

nl.wikipedia.org
onzetaal.nl
rudhar.com

RRFFF 2016

Van 10 tot 15 november vond in Brugge weer het Razor Reel Flanders Film Festival plaats, kortweg RRFFF. Traditiegetrouw heb ik weer enkele filmpjes meegepikt. Het gaat voornamelijk om minder commerciële films uit het fantastische genre: scifi, horror, fantasy, anime, psychologische thrillers et cetera. Een aantal vertoningen wordt traditioneel gecombineerd met een Q&A met de makers (regisseurs, producers, acteurs en actrices). Er is ook een selectie aan kortfilms.

Razor Reel Flanders Film Festival 2016

Naast nieuwe producties worden ook vaak enkele oudere cultfilms vertoond. Eén van die oudere films dit jaar was Star Trek: The Motion Picture. Met de eerste Star Trek-film, uit 1979, wilden de organisatoren een ode brengen aan 50 jaar Star Trek. Hoewel slechts weinige Trekkies dit als hun favoriete film zullen beschouwen – er zit niet genoeg vaart in – vond ik het toch wel de moeite om de film nog eens op een groot bioscoopscherm te bekijken. De film kreeg drie Oscarnominaties, waaronder die voor de beste muziek. De symfonische score van Jerry Goldsmith is inderdaad subliem, en zindert momenteel, meer dan vijf dagen na de voorstelling, nog altijd na in mijn hoofd.

Ik hoop dat mijn mede-Trekkies het me zullen vergeven, maar ik heb er jammer genoeg niet op tijd aan gedacht om dat aan te kondigen in de Facebook-groep van de Star Trek-fanclub. Anders waren er misschien nog wel een paar fans van de andere kant van het land naar Brugge gekomen...

Eergisteren werd het festival in stijl afgesloten met Train to Busan, een zeer goed gemaakte Koreaanse zombiefilm (met fast zombies). Totaal iets anders dan The Walking Dead.

Lang niet iedereen houdt van dit soort films, maar het festival is erg succesvol en kan op een schare toegewijde bezoekers rekenen. Volgend jaar ben ik dus zeker weer present!

www.rrfff.be

woensdag 16 november 2016

Robbedoes

In mijn jonge jaren las ik graag Robbedoes, een weekblad vol met strips, waarvan de meeste als vervolgverhaal in wekelijkse afleveringen verschenen. Dankzij dat weekblad heb ik kennis gemaakt met reeksen als Yoko Tsuno, De Blauwbloezen, Guust Flater, Agent 212, Bollie en Billie, en natuurlijk Robbedoes en Kwabbernoot. Af en toe stonden in Robbedoes ook artikels en interviews. Ik herinner me een interview met kunstenaar Robert McCall, die in 1976 een grote muurschildering maakte voor het National Air and Space Museum in Washington, en artikels over mysterieuze onderwerpen zoals het Paaseiland, de lijnen van Nazca en het Moberly-Jourdain-incident. Als mijn geheugen me niet in de steek laat ten minste, want het kan evengoed zijn dat ik die artikels elders gelezen heb.

Robbedoes verzamelalbum 152Het begon eigenlijk met een verzamelboek dat ik op zekere dag van mijn oma kreeg: een dikke bundeling van eerder verschenen nummers van het weekblad. Het was een geniale zet van de uitgeverij om de te veel gedrukte, niet verkochte nummers van het weekblad toch nog te gelde te maken. Om de zoveel tijd werden die overschotjes gebundeld in dikke verzamelalbums, die dan weer in de boekwinkel verkocht konden worden. Het voordeel van zo'n verzamelalbum was dat je al die vervolgverhalen, die anders in wekelijkse afleveringen verschenen, gewoon achter elkaar kon lezen. Een beetje zoals bingewatching op Netflix, maar dan met stripverhalen. Maar het had natuurlijk ook nadelen: sommige verhalen waren aan het einde van het album nog niet af, dus je moest de volgende bundel kopen als je de rest wou lezen.

Na het verzamelboek had ik de smaak te pakken, en begon ik wekelijks de losse nummers te kopen. In de zomer, wanneer er veel toeristen verbleven in de badplaats waar ik woonde, had ik wel eens pech en was Robbedoes soms al uitverkocht op het moment dat ik naar de krantenwinkel kon gaan. Maar gelukkig verkochten ze aan de kust ook de Franse versie van het blad, Spirou. Op die manier heb ik dus ook een aantal nummers van Spirou gekocht en gelezen, om maar niets van mijn favoriete strips te moeten missen. Ineens las ik geen Blauwbloezen, Robbedoes en Kwabbernoot, Guust Flater of Bollie en Billie meer, maar Les Tuniques Bleues, Spirou et Fantasio, Gaston Lagaffe en Boule et Bill. Gaston Lagaffe (m’enfin!) was overigens in het Frans soms nóg grappiger dan Guust Flater (nou moe?) in het Nederlands was.

Robbedoes / Spirou was niet het enige stripblad in die tijd. Grote concurrent was Kuifje / Tintin, waarvan de laatste nummers in 1993 verschenen. Hoewel ik wel een groot fan was van Kuifje, de stripreeks van Hergé, was ik geen liefhebber van het weekblad met dezelfde naam. Van dat weekblad las ik soms wel enkele nummers in de wachtkamer bij de tandarts, maar de reeksen die erin stonden konden mij niet erg bekoren.

Later ben ik erachter gekomen dat mijn vader in zijn kindertijd ook al Robbedoes las. Ondertussen bestaat het weekblad Robbedoes niet meer. In 2005 werd het blad stopgezet omwille van de steeds slinkende verkoopcijfers. Spirou bestaat wel nog.

De reeks die mij uit die eerste Robbedoes-bundel best is bijgebleven en waarvan ik nog steeds een groot fan ben, is Yoko Tsuno. In mijn verzamelboek stonden wekelijkse afleveringen van het album De dochter van de wind, weet ik nog. Dat verhaal is in 1978 in Robbedoes en Spirou verschenen. De combinatie van tekenstijl en sciencefiction-elementen hebben spraken mij meteen aan. Ondertussen heb ik alle albums in mijn verzameling. Ik kijk al in spanning uit naar het volgende album, dat ergens in mei volgend jaar zal verschijnen.

www.spirou.com
www.yokotsuno.be

dinsdag 15 november 2016

FACTS 2016

Op 22 en 23 oktober werd Flanders Expo weer overspoeld door duizenden cosplayers en fans van sciencefiction, fantasy, superhelden, manga, anime, comics en al wat daarbij hoort. In een weinig flatterend en fel bekritiseerd krantenartikel in De Morgen werden ze ‘freaks’ genoemd, wat bij velen – terecht! – in het verkeerde keelgat is geschoten.

De bezoekers fan FACTS zijn immers geen freaks, maar geeks, die in bovengenoemde genres een uitlaatklep vinden om even te kunnen ontsnappen aan de saaiheid van het alledaagse bestaan. Het zijn overwegend vriendelijke, tolerante en intelligente mensen, die geen vlieg kwaad zouden doen. Het gemiddelde IQ van een FACTS-bezoeker ligt zonder enige twijfel een heel stuk boven dat van, zeg maar, een doorsnee-voetbalsupporter. Het beste bewijs is dat de FACTS-bezoekers zich allemaal netjes weten te gedragen, geen vernielingen aanbrengen, niemand de huid vol schelden, zich niet lazarus drinken, geen herrie schoppen, geen grove taal gebruiken en niet met elkaar op de vuist gaan.

Wat van voetbalsupporters beslist niet gezegd kan worden.

We komen met duizenden bijeen, maar toch moet er geen politie te paard opgetrommeld worden om de menigte in toom te houden. Neen, er mogen best meer van dat soort mensen zijn. De wereld zou er ongetwijfeld een heel stuk beter aan toe zijn!

Van rechts naar links: Annelies, Werner, Miche en ik

Het succes van FACTS en andere Comic Con-verwante evenementen is enorm, en het blijft maar toenemen. Het is dan ook niet echt een verrassing dat FACTS 2016 nóg uitgebreider was dan FACTS 2015. Vanaf dit jaar pakt de organisatie overigens uit met niet één, maar twee evenementen per jaar. Naast de gebruikelijke FACTS in het najaar is er nu ook een Spring Edition in de lente.

Dit jaar ben ik voor het eerst twee dagen naar FACTS geweest. Vroeger volstond één dag, maar tegenwoordig lukt dat niet meer. Als je enkele Q&A’s met populaire film- en tv-acteurs wil zien, alle stands met merchandising wil aflopen, de cosplay-wedstrijd wil bijwonen, jezelf wil laten fotograferen als Doctor Strange, even naar het drone racing wil gaan kijken, een of meer workshops wil bijwonen en nog wat tijd wil vrijmaken om even bij te praten met vrienden en bekenden, dan is één dag FACTS tegenwoordig te kort.

Vroeger ging ik altijd alleen, maar dit jaar zijn mijn vrouw en dochter voor het eerst mee geweest, verkleed nog wel. Werner, een van mijn vrienden van de BVC (de Belgische Star Trek-fanclub), was daar overigens erg blij mee.

Doctor Who-merchandising op FACTS

Eén van de acteurs die dit jaar op FACTS te gast waren, was David Hasselhoff. Bij het grote publiek is hij voornamelijk bekend om zijn rollen als Michael Knight in Knight Rider en Mitch Buchannon Bay Watch. Uiteraard ben ik naar zijn Q&A geweest, en het viel me meteen op dat hij erg vriendelijk met zijn fans omgaat. Geen tv-ster met kapsones dus (want zo zijn er natuurlijk ook wel een paar).

Andere acteurs en actrices die we op deze editie van FACTS te zien kregen, waren Alaina Huffman (Tamara Johansen in Stargate Universe / Dinah Lance in Smallville), Erika Eleniak (Shauni McClain in Baywatch), Hafþór Júlíus Björnsson (Gregor Clegane in Game of Thrones), Kristin Bauer (Maleficent in Once Upon a Time), Nicholas Brendon (Xander Harris in Buffy the Vampire Slayer), Sylvester McCoy (The 7th Doctor in Doctor Who), Paul McGann (The 8th Doctor in Doctor Who) en Sean Astin (Sam Gamgee in The Lord of the Rings).

De volgende FACTS-editie vindt plaats in het weekend van 1 en 2 april 2017.

www.facts.be

donderdag 27 oktober 2016

World Soundtrack Awards Concert

Vorige week ben ik naar een concert geweest. Wie mij een beetje kent, weet dat ik met concert niet bedoel zo’n massabijeenkomst in het Sportpaleis waar een joelende menigte staat te springen en te headbangen terwijl een of andere popartiest zich op het podium hees staat te schreeuwen, en waar je zonder oordopjes gegarandeerd blijvende gehoorschade oploopt. Neen, met concert bedoel ik een echt concert, met een symfonieorkest, een dirigent en solisten van wereldniveau, bij voorkeur in een echte concertzaal met comfortabele stoelen.

Naar zo’n concert ben ik vorige week dus geweest. Het betrof het World Soundtrack Awards Concert, dat plaatsvond in het kader van het Film Fest Gent.

Het voormalig Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent heet sedert 2013 kortweg Film Fest Gent, en al sinds 2001 worden op het festival ook de World Soundtrack Awards uitgereikt aan verdienstelijke filmcomponisten.

16th World Soundtrack Awards

Voor het eerst werd het World Soundtrack Awards-evenement over twee dagen uitgesmeerd. Op woensdagavond was de eigenlijke uitreiking van de awards, maar die avond was ik helaas al bezet. Donderdag was er dan een concert dat deze keer niet in het teken stond van de filmmuziek, maar van de muziek bij tv-series. Aangezien ik een groot liefhebber van series ben en al gezien had dat de muziek van enkele van mijn favoriete series op het programma stond, kon ik dat alleen maar toejuichen.

Ik had een prima plaats, centraal op de eerste rij. Eigenlijk op rij 5, maar de eerste vier rijen waren onbezet. Het podium van de Gentse Capitole werd volledig ingenomen door het Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor. Boven hun hoofden hingen drie grote projectieschermen. Tijdens het concert werden op het centrale scherm fragmenten uit de betreffende tv-series getoond; op de zijschermen kwamen beelden van het orkest, het koor of de solisten. Precies zoals bij Barco Escape!

Op het programma stonden medleys, thema’s en suites van zowel oudere als recente tv-series, van gekende componisten onder wie Jerry Goldsmith, Bill Conti, Alexander Courage, Ennio Morricone, Danny Elfman, Jeff Russo, Jeff Beal en David Arnold.

Een bijzonder moment kwam al vrij vroeg op de avond, toen Alexander Courages Star Trek-thema in al zijn symfonische glorie ten gehore gebracht werd. De volledige versie, dus langer dan wat je in de serie hoort. Bovendien mét vocals van sopraan Joke Cromheecke. Een perfecte uitvoering, waar ik als levenslange Star Trek-fan bijzonder van genoten heb!

Verder kregen we nog muziek te horen uit onder andere Dynasty, Mission Impossible, Hawaii Five-O, The Simpsons, Twin Peaks, Fargo, Homeland, House of Cards en The Leftovers. Stuk voor stuk zeer sterke en memorabele melodieën.

Ronduit fantastisch waren de vertolkingen van het thema uit Moses van Ennio Morricone en de suite uit Roots van Alex Heffes. Dat laatste stuk werd vocaal ondersteund door de Brit Lincoln Jean-Marie.

Kers op de taart was de suite uit Sherlock, met muziek van David Arnold en Michael Price.

Enkele van de componisten van wie werken vertolkt werden, waren op het concert aanwezig en een aantal van hen hielpen zelfs met de vertolking. Zo ging Jeff Russo voor zijn thema uit Fargo zelf aan de drum zitten en speelde Jeff Beal de sublieme trompetsolo’s van zijn suite uit House of Cards. Daags voordien had Beal de dit jaar voor het eerst uitgereikte prijs voor de beste tv-componist in ontvangst mogen nemen. Ook Sean Callery nam plaats aan de piano, voor zijn muziek uit Homeland. Unieke momenten!

Het Brussels Philharmonic, aangevuld met het Vlaams Radio Koor, stond onder de leiding van dirigent Dirk Brossé. Brossé componeert zelf overigens ook en bracht een eigen stuk: Song For Peace uit Parade’s End. De muziek die Brossé voor deze Amerikaans-Brits-Vlaamse coproductie componeerde, leverde hem een Emmynominatie op.

De avond werd gepresenteerd door Thomas Vanderveken, gekend van Klara, het Nieuwjaarsconcert en de Koningin Elisabethwedstrijd.

Als mijn drukke agenda het toelaat, ga ik volgend jaar beslist weer naar het WSA-concert.

worldsoundtrackawards.com

zaterdag 1 oktober 2016

Waar zijn ze?

Waar zijn ze? was de nieuwsgierig makende titel van het colloquium dat Skepp vorig weekend in samenwerking met de VVS organiseerde in Brussel. Skepp staat voor Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-wetenschap en het Paranormale, de VVS is de Vereniging voor Sterrenkunde. De ‘ze’ uit de titel verwijst naar buitenaardse levende wezens, al dan niet van het intelligente soort. Het betrof een kritisch wetenschappelijk colloquium over de zin en onzin rond buitenaards leven, met boeiende sprekers als Johan Braeckman, Anne-Marie Lambeir, Christoffel Waelkens, Jan Cami, Tim Trachet en Paul De Belder.

Kleine groene mannetjes

Vroeger (en dan heb ik het over pakweg een halve eeuw geleden) werd je als wetenschapper nog min of meer voor gek versleten als je het over buitenaards leven durfde te hebben, maar hoewel het bewijs ervoor nog steeds niet is geleverd, houdt de wetenschap tegenwoordig ernstig rekening met het bestaan van leven elders in het heelal. Het heelal is nu eenmaal zo ontzettend groot, dat het wel heel erg onwaarschijnlijk is dat de Aarde de enige plek zou zijn waar leven is ontstaan. Bovendien – maar dat is geen wetenschappelijk argument – zou het een enorme verspilling van ruimte zijn.

Daar komt bij dat er plaatsen bij de vleet zijn waar leven zich zou kunnen ontwikkelen. De laatste jaren zijn er – vooral dankzij de Kepler-ruimtetelescoop – al meer dan duizend exoplaneten (planeten bij andere sterren) ontdekt, en een aantal daarvan zijn naar alle waarschijnlijkheid geschikt voor leven. En dan heeft Kepler nog maar een heel klein stukje van de hemel afgespeurd. Je begrijpt het: het aantal planeten in het universum moet een enorm groot getal zijn.

De oudste sporen van leven op Aarde dateren van relatief kort na het ontstaan van onze planeet, wat erop kan wijzen dat, wanneer de omstandigheden eenmaal gunstig zijn, leven zich vrij snel kan ontwikkelen, wat dan weer impliceert dat het heelal vol leven zou kunnen zitten. Intelligent leven is echter andere koek. Als je de geschiedenis van het leven op Aarde bekijkt, dan stel je vast dat de komst van de mens eigenlijk pas vrij recent heeft plaatsgevonden. En dat zou erop kunnen wijzen dat intelligent leven eerder zeldzaam is.

Maar eigenlijk kunnen we daar allemaal niet veel over zeggen, want we hebben tot nu toe maar één voorbeeld van een plek waar leven is in het heelal, namelijk onze Aarde. Uit slechts één voorbeeld kun je geen veralgemeende conclusies trekken.

Als we zeker willen zijn dat er elders in de ruimte leven of intelligent leven is, dan zullen we er dus naar op zoek moeten gaan. Telescopen als Kepler kunnen ons vertellen waar er exoplaneten zitten, en een volgende generatie nog krachtiger instrumenten zal ons in staat stellen om de atmosferen van die planeten te onderzoeken. Daaruit zullen we dan misschien met veel meer zekerheid uitspraken kunnen doen over de aan- of afwezigheid van leven op die planeten.

Naar intelligent leven wordt al decennia lang gespeurd via het SETI-project (Search for Extra-Terrestrial Intelligence), dat radiosignalen uit de ruimte analyseert in de hoop om signalen te vinden die geen natuurlijke oorsprong kunnen hebben en dus van intelligente wezens afkomstig moeten zijn. Ook die technieken worden alsmaar veelbelovender.

Als er elders leven is, dan wordt de kans met de dag groter dat we het vinden. Maar we zullen nog even geduld moeten hebben. We hebben immers nog maar een piepklein deeltje van het ons omringende melkwegstelsel afgespeurd…

skepp.be
www.vvs.be

donderdag 8 september 2016

50 jaar Star Trek

Voor mijn lezers is het al lang geen geheim meer dat ik een Trekkie in hart en nieren ben. Vandaag heb ik dus, net als miljoenen mede-Trekkies over de hele wereld, iets te vieren!

Het is vandaag, 8 september, namelijk exact 50 jaar geleden dat Star Trek voor het eerst werd uitgezonden op de Amerikaanse televisie. Sedertdien is Star Trek een begrip geworden. Zelfs wie geen fan is, heeft ongetwijfeld al van Captain Kirk en Mr. Spock gehoord (niet te verwarren met de Amerikaanse kinderpsychiater Dr. Spock!), of kent de slagzin ‘Beam me up, Scotty’. Een halve eeuw later is Star Trek nog altijd springlevend, getuige het succes van de recente bioscoopfilms, én het feit dat we binnenkort alweer een nieuwe tv-serie mogen verwelkomen.

De originele cast: Kirk, Spock, McCoy, Scotty, Uhura, Sulu en Chekov

Het ging de originele Star Trek-reeks uit de jaren ’60 van de vorige eeuw nochtans niet voor de wind. Het ging al mis bij de pilootaflevering, die de studiobazen ‘te cerebraal’ vonden. Met een tweede pilootaflevering – een unicum in de tv-geschiedenis – kon bedenker Gene Roddenberry hen wel overtuigen, maar na amper twee seizoenen wilde men de reeks alweer stopzetten. Met een tot dan toe ongeziene briefschrijfcampagne konden de fans echter toch nog een derde seizoen forceren. Maar daarmee kwam een einde aan de eerste Star Trek-serie. De reeks werd echter door tal van tv-stations over de hele wereld aangekocht, uitgezonden en heruitgezonden. De populariteit steeg naar ongekende hoogten.

Daarna is Star Trek, met tussenpozen, altijd blijven terugkomen. In het begin van de jaren ’70 zag een tekenfilmreeks het licht. In 1979 kwam er een eerste bioscoopfilm, Star Trek: The Motion Picture, die tot op vandaag door de fans als de slechtste Star Trek-film ooit wordt bestempeld. Er zat bijzonder weinig actie in. Omdat de film nogal slaapverwekkend was, kreeg hij al gauw de bijnaam The Motionless Picture.

50 jaar Star TrekMaar gelukkig kwam er een sequel, The Wrath of Khan, die véél beter was en door de fans bijzonder werd gesmaakt. Er bleven nieuwe films komen, met hoogten en laagten. In 1987 kwam Star Trek terug op televisie, met een nieuwe reeks: The Next Generation. Dit was nog steeds Star Trek, maar met een andere cast en een grotere en meer geavanceerde versie van het ruimteschip Enterprise, met nieuwe aliens en betere visual effects. Dit luidde een nieuwe periode in de geschiedenis van Star Trek in. Van 1987 tot 2005 werden continu nieuwe Star Trek-afleveringen geproduceerd. Na The Next Generation, die het maar liefst zeven seizoenen volhield, kwamen er nog twee vervolgreeksen: Star Trek: Deep Space Nine, over het leven aan boord van een ruimtestation, en Star Trek: Voyager, over een schip dat gestrand is aan de andere kant van het Melkwegstelsel. Ook deze series gingen elk zeven seizoenen mee, en gedurende enkele jaren waren er zelfs twee series tegelijkertijd op tv. Een voorlopig laatste spin-off was het vier seizoenen tellende Star Trek Enterprise, een prequel-reeks over de tijd vóór Kirk en Spock.

Er kwamen ook nog meer bioscoopfilms met de originele cast en de Next Generation-cast, maar van Deep Space Nine, Voyager en Enterprise zijn er nooit films gemaakt.

50 jaar Star Trek

Dan bleef het enige tijd stil rond Star Trek, tot J.J. Abrams in 2009 met zijn reboot kwam. Een ‘reboot’ is eigenlijk een heruitvinding van een bestaand iets, om met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. De tien bioscoopfilms die tot dan toe waren uitgebracht en de vijf Star Trek-tv-series met in totaal meer dan 700 afleveringen vertegenwoordigden alles bij elkaar maar liefst zowat 550 uur aan beeldmateriaal. (En dan heb ik de animatiereeks nog niet eens meegeteld!) Als je alle Star Trek-afleveringen en films ononderbroken en zonder reclameblokken achter elkaar zou afspelen, dan heb je daar meer dan 23 dagen voor nodig! Als je daarop verder moet bouwen, dan is het een heel karwei om erover te waken dat je niets doet dat in tegenspraak is met wat eerder is verschenen. Een reboot maakt korte metten met dat probleem: je gaat terug naar het begin en je hebt weer vrij spel.

Onlangs nog kwam dus de nieuwste film in de bioscoopzalen: Star Trek Beyond, en vanaf januari 2017 worden we getrakteerd op een gloednieuwe tv-reeks: Star Trek Discovery. Ik ben benieuwd wat de volgende 50 jaar Star Trek zullen brengen...

De vijftigste verjaardag van Star Trek wordt door miljoenen fans over de hele wereld uitgebreid gevierd. Ter illustratie daarvan deze video, die eergisteren op het YouTube-kanaal van Tele 5 verscheen:

 
Edit 2016-09-14: ondertussen is bekend geworden dat de première van de nieuwe tv-serie Star Trek Discovery verschoven is van januari naar mei 2017.

www.startrek.com
http://youtu.be/PQ1TsjXIYLU