woensdag 16 november 2016

Robbedoes

In mijn jonge jaren las ik graag Robbedoes, een weekblad vol met strips, waarvan de meeste als vervolgverhaal in wekelijkse afleveringen verschenen. Dankzij dat weekblad heb ik kennis gemaakt met reeksen als Yoko Tsuno, De Blauwbloezen, Guust Flater, Agent 212, Bollie en Billie, en natuurlijk Robbedoes en Kwabbernoot. Af en toe stonden in Robbedoes ook artikels en interviews. Ik herinner me een interview met kunstenaar Robert McCall, die in 1976 een grote muurschildering maakte voor het National Air and Space Museum in Washington, en artikels over mysterieuze onderwerpen zoals het Paaseiland, de lijnen van Nazca en het Moberly-Jourdain-incident. Als mijn geheugen me niet in de steek laat ten minste, want het kan evengoed zijn dat ik die artikels elders gelezen heb.

Robbedoes verzamelalbum 152Het begon eigenlijk met een verzamelboek dat ik op zekere dag van mijn oma kreeg: een dikke bundeling van eerder verschenen nummers van het weekblad. Het was een geniale zet van de uitgeverij om de te veel gedrukte, niet verkochte nummers van het weekblad toch nog te gelde te maken. Om de zoveel tijd werden die overschotjes gebundeld in dikke verzamelalbums, die dan weer in de boekwinkel verkocht konden worden. Het voordeel van zo'n verzamelalbum was dat je al die vervolgverhalen, die anders in wekelijkse afleveringen verschenen, gewoon achter elkaar kon lezen. Een beetje zoals bingewatching op Netflix, maar dan met stripverhalen. Maar het had natuurlijk ook nadelen: sommige verhalen waren aan het einde van het album nog niet af, dus je moest de volgende bundel kopen als je de rest wou lezen.

Na het verzamelboek had ik de smaak te pakken, en begon ik wekelijks de losse nummers te kopen. In de zomer, wanneer er veel toeristen verbleven in de badplaats waar ik woonde, had ik wel eens pech en was Robbedoes soms al uitverkocht op het moment dat ik naar de krantenwinkel kon gaan. Maar gelukkig verkochten ze aan de kust ook de Franse versie van het blad, Spirou. Op die manier heb ik dus ook een aantal nummers van Spirou gekocht en gelezen, om maar niets van mijn favoriete strips te moeten missen. Ineens las ik geen Blauwbloezen, Robbedoes en Kwabbernoot, Guust Flater of Bollie en Billie meer, maar Les Tuniques Bleues, Spirou et Fantasio, Gaston Lagaffe en Boule et Bill. Gaston Lagaffe (m’enfin!) was overigens in het Frans soms nóg grappiger dan Guust Flater (nou moe?) in het Nederlands was.

Robbedoes / Spirou was niet het enige stripblad in die tijd. Grote concurrent was Kuifje / Tintin, waarvan de laatste nummers in 1993 verschenen. Hoewel ik wel een groot fan was van Kuifje, de stripreeks van Hergé, was ik geen liefhebber van het weekblad met dezelfde naam. Van dat weekblad las ik soms wel enkele nummers in de wachtkamer bij de tandarts, maar de reeksen die erin stonden konden mij niet erg bekoren.

Later ben ik erachter gekomen dat mijn vader in zijn kindertijd ook al Robbedoes las. Ondertussen bestaat het weekblad Robbedoes niet meer. In 2005 werd het blad stopgezet omwille van de steeds slinkende verkoopcijfers. Spirou bestaat wel nog.

De reeks die mij uit die eerste Robbedoes-bundel best is bijgebleven en waarvan ik nog steeds een groot fan ben, is Yoko Tsuno. In mijn verzamelboek stonden wekelijkse afleveringen van het album De dochter van de wind, weet ik nog. Dat verhaal is in 1978 in Robbedoes en Spirou verschenen. De combinatie van tekenstijl en sciencefiction-elementen hebben spraken mij meteen aan. Ondertussen heb ik alle albums in mijn verzameling. Ik kijk al in spanning uit naar het volgende album, dat ergens in mei volgend jaar zal verschijnen.

www.spirou.com
www.yokotsuno.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten