Ik heb een bijzonder muzikaal weekend achter de rug: vrijdagavond naar de avant-première van Annie, zondagmorgen naar een aperitiefconcert, en zondagavond naar de spektakelmusical 40-45.
Ja, we zijn er dan eindelijk toch geraakt. Deze musical ging op 7 oktober vorig jaar al in première in het pop-uptheater van Studio 100 in Puurs. Iedereen had er de mond van vol en gooide kwistig met superlatieven. Eigenlijk stond ik er eerst wat argwanend tegenover. Vijf jaar geleden hadden we de voorganger gezien, ’14-’18: de musical, en daar was ik niet echt wild van. Veel spektakel, dat wel, maar als musical vond ik ’m toch niet erg geslaagd. De liedjes bleven niet hangen, en het verhaal was maar zo-zo.
Net als bij 14-18 wordt ook bij 40-45 gebruik gemaakt van rijdende tribunes. Bij 14-18 reed de tribune soms wat vooruit, dan weer wat achteruit, en dat was het dan. Bij 40-45 heeft men het anders aangepakt. Er zijn acht rijdende tribunes, die onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Niet enkel vooruit of achteruit, maar alle kanten op. Soms staan alle tribunes naast elkaar opgesteld, even later vier aan de ene kant, vier aan de andere kant, en op een ander moment staan ze allemaal in een cirkel. Daardoor wordt de techniek veel beter benut dan bij de vorige musical, en de bewegingen (vooruit, achteruit, opzij of draaiend) zorgen voor een ervaring die vergelijkbaar is met de camerabewegingen in een bioscoopfilm, waardoor het spektakel erg filmisch overkomt.
Ook al is het niet veel, rijdende tribunes maken toch wat lawaai, dat hadden we vorige keer al ondervonden. Maar deze keer hadden we er minder last van, omdat we allemaal een koptelefoon op hadden. Dat wist ik van tevoren, en dat was eigenlijk ook een van de redenen waarom ik wat argwanend was. Een muzikale voorstelling bijwonen met een koptelefoon op je hoofd, het leek me een bijzonder vreemd idee. Er is geen live orkest. Je luistert dus via een koptelefoon naar muziek die van tevoren opgenomen is. Tja, dat kan ik thuis natuurlijk ook. De acteurs zingen en spreken gelukkig wel live.
Maar het geluid viel best mee. De koptelefoon zat comfortabel, en is eigenlijk een noodzaak wanneer de tribune alle kanten op rijdt. Niet enkel om het lawaai van het rijden wat te dempen, maar ook om een ander probleem op te lossen. In een gewone concertzaal bevinden de luidsprekers of het orkest zich op een vaste plaats, en dat zou niet werken wanneer je als toeschouwer voortdurend naar een andere plek in de zaal rijdt.
Ik moet eerlijk toegeven dat 40-45 mijn verwachtingen ruimschoots overtroffen heeft. Het verhaal kon boeien; de muziek en de songs waren bijzonder genietbaar. Alles zat goed, eigenlijk heb ik nergens iets op aan te merken. Studio 100 heeft duidelijk geleerd van het experiment met 14-18 en is erin geslaagd de opvolger in alle opzichten beter te maken. Deze nieuwe productie heeft een beter verhaal met zowel ernstige, vrolijke, dramatische als ontroerende scènes. Ze heeft betere liedjes, bevat nog meer technisch vernuft, maakt beter gebruik van de rijdendepodiumtechniek en is bij momenten ronduit spectaculair. Het bijzonder uitgestrekte podium biedt niet enkel plaats aan een grote groep acteurs en figuranten; er rijden decorstukken, auto’s en een trein op, en er stort zelfs een vliegtuig op neer. O ja, ik moet ook waarschuwen voor de occasionele pyrotechnische effecten en luide knallen, die sommige bezoekers misschien wat schrik zouden kunnen aanjagen.
Toch zijn er enkele minpuntjes. De zitjes in het pop-uptheater zijn een stuk minder comfortabel dan de stoelen in een écht theater, ik miste toch wel de aanwezigheid van een live orkest, en de parking zit vol putten en hobbels. Aan dat laatste erger ik me dubbel omdat een parkeerticket niet bepaald goedkoop is: 10 euro als je het vooraf online koopt, 12 euro als je het ter plekke betaalt. Voor die prijs mag Gert Verhulst op zijn minst die putten eens laten vullen! Als je de beste plaatsen wilt (in de eerste zes rijen op de tribunes), betaal je daar een stevig prijskaartje voor, en ook de drankjes in de bar zijn eerder prijzig.
Over de muziek (van Steve Willaert en Will Tura), het script en de teksten (van Frank Van Laecke en Allard Blom) ben ik vol lof, net als over de acteer- en zangprestaties van de cast.
Jelle Cleymans en Jonas Van Geel nemen de hoofdrollen voor hun rekening. Van Cleymans wist ik al dat hij meer dan behoorlijk kon acteren en zingen. Ik ken hem datuurlijk van Spring, maar ik had hem ook al twee keer in een musical aan het werk gezien: Kuifje – De Zonnetempel (2007) en 14-18 (2014). Jonas Van Geel kende ik eigenlijk alleen maar als gekkebekkentrekker op tv, maar in 40-45 laat hij zien dat hij ook serieuze rollen aankan.
Verder deden er nog een hele resem bekende acteurs en actrices mee: Nathalie Meskens, Marleeen Merckx, Peter Van De Velde, Jan Schepens en Jo De Meyere. Die laatste heeft ondertussen de respectabele leeftijd van 80 jaar bereikt, maar voelt zich nog prima thuis op een podium en beschikt nog over een krachtige stem. Als je de musical een hele tijd geleden gezien hebt of pas later gaat bekijken, kan het overigens goed zijn dat je met een andere cast te maken kreeg of nog zult krijgen.
Mocht je nog twijfelen, aarzel niet langer! 40-45 is méér dan de moeite waard. Alle lof en positieve kritieken die de productie krijgt toebedeeld, zijn meer dan terecht! Er zijn nog voorstellingen tot half mei 2020.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten