Tot afgelopen zondag kon je in Design museum Gent naar R2-D2 gaan kijken. Op FACTS kon je natuurlijk ook al R2’s en andere astromech droids zien rondrijden, maar daar ging het om radiogestuurde replica’s, gemaakt door een groep hobbyisten die zich de R2 Builders Club noemen. In Design museum Gent stond echter een pronkstuk uit de filmgeschiedenis: de enige, echte, onvervalste, authentieke, originele R2-D2 uit de privécollectie van Star Wars-bedenker George Lucas. De droid stond in Gent opgesteld als onderdeel van het rariteitenkabinet van de ‘Hello Robot’-tentoonstelling.
Nou ja, de omschrijving ‘enige echte’ klopt echter niet helemaal. Er werden namelijk meerdere versies van de robot gebruikt tijdens het filmen van de Star Wars-films: de romp van deze R2 werd gebruikt bij het filmen van Star Wars uit 1977; de overige onderdelen (armen/benen en ‘hoofd’) werden gebruikt bij The Empire Strikes Back (1980). Wat weinig mensen blijken te weten, is dat er een acteur van kleine gestalte, Kenny Baker, in R2’s romp kroop voor het filmen van bepaalde scènes. Baker kloeg erover dat de cast en crew hem vaak vergaten wanneer ze een lunchbreak hielden, en dan zat hij vast in R2-D2!
Het pronkstuk werd met de nodige omzichtigheid naar Gent getransporteerd. De medewerkers van het museum mochten de kist waarin R2 aankwam, niet zelf openen. Eenmaal aangekomen werd hij door de persoonlijke assistente van Lucas uitgepakt en geïnspecteerd op eventuele transportschade. De robot zou voor twee miljoen dollar verzekerd zijn. Vanaf 2021 zal deze wereldberoemde droid te zien zijn in Lucas’ eigen museum in Los Angeles, dat nu nog in opbouw is.
Mocht je je afvragen waarom ik het in dit stukje steeds heb over Design museum Gent en niet over het Designmuseum Gent zoals de meeste traditionele media? Nou, omdat ze dat zelf zo willen.
Afgelopen weekend waren alle liefhebbers van comics, sciencefiction, fantasy, anime, games en cosplay uit België en omstreken weer verzameld in Flanders Expo in Gent. Volgens vrtnws waren ze met ruim dertigduizend! In tegenstelling tot de rest van de Belgen, die weer massaal in de file richting kust gingen staan (want de zon scheen toevallig), konden de bezoekers van FACTS weer twee dagen lang genieten van elkaars gezelschap, zich vergapen aan de vele stands met verleidelijke koopwaar, handtekeningen verzamelen van comics-artiesten, acteurs en actrices, workshops en panels bijwonen, games uitproberen, zelf meestappen in een van de cosplayparades, of zich laten fotograferen in de captain’s chair van de U.S.S. Enterprise, met stormtroopers en bijzonder overtuigend uitgedoste cosplayers, of met de acteurs en actrices uit hun favoriete tv-series.
Ik ken er zelfs een paar die speciaal naar FACTS trokken voor The Beast, ’s werelds grootste opblaasbare hindernissenparcours. Het gevaarte nam een complete hal van Flanders Expo in beslag en bestond uit een aaneenschakeling van 30 modules, in totaal 272 meter lang, 1440 vierkante meter groot, en gevuld met zo maar eventjes twee miljoen liter lucht.
Zelf heb ik het eerder rustig aan gedaan op FACTS. Een groot deel van de tijd heb ik doorgebracht op de Q&A’s van de gastacteurs en -atrices. Ik kende ze alle zes van tv-series die ik volg of gevolgd heb.
Op zaterdag werd de spits afgebeten door Manu Bennett, die ik ken als Slade Wilson / Deathstroke in Arrow. Wat ik aanvankelijk niet wist (maar nu dus wel), is dat deze Nieuw-Zeelandse acteur ook een rol had in de Hobbit-trilogie. Daar vertolkte hij de rol van Azog, de leider van de Orks, door middel van motion capture. Bennet is daarnaast ook bekend door zijn rol van Crixus in de tv-reeks Spartacus.
Daarna was het de beurt aan Cobie Smulders, een sympathieke actrice met Nederlandse roots (maar die helaas de Nederlandse taal niet machtig bleek). Ze vertolkt de rol van Maria Hill in de Marvel-tv-serie Agents of S.H.I.E.L.D. en in de Marvel-films The Avengers en Avengers: Age of Ultron.
De zaal zat afgeladen vol voor de hoofdgaste van het weekend: Gillian Anderson, die in het collectieve geheugen gegrift staat als Dana Scully van The X-Files. Voor deze iconische televisieserie zaten we in de jaren 90 massaal aan ons tv-toestel gekluisterd. Na negen seizoenen dachten we in 2002 dat het afgelopen was met de reeks, maar in 2016 kwam er tot groot genoegen van velen toch nog een tiende seizoen, al moesten we ons wel tevreden stellen met amper zes afleveringen. Dat tiende seizoen werd goed onthaald en zette de deur open voor meer. Vanaf volgende week kunnen we op Q2 naar seizoen elf kijken. Deze keer krijgen we tien nieuwe afleveringen. Ook daarna bestaat de mogelijkheid dat The X-Files, die in 2018 zijn zilveren jubileum viert, verder gaat, maar dan zal het helaas zonder Anderson zijn. In januari kondigde de actrice aan dat seizoen 11 haar laatste X-Files-seizoen is.
De vierde Q&A was voor Joe Keery, een jonge acteur die de rol van Steve Harrington voor zijn rekening neemt in de immens populaire Netflix-serie Stranger Things. De hele sfeer van deze serie, inclusief de synthesizermuziek van Michael Stein en Kyle Dixon, ademt jaren 80 uit.
Daarna moest ik toch even de benen gaan strekken. Er stonden nog twee gasten op het programma, maar vier uur stilzitten vond ik al welletjes. Geen probleem, want alle acteurs komen ook nog op dag 2 aan bod. Emilie de Ravin en Isaac Hempstead-Wright stelde ik dus uit tot zondag.
Zondagmorgen moest ik dan wel vroeg (nou ja, voor een zondag toch) uit de veren, want de eerste Q&A van de ochtend was voor Isaac Hempstead-Wright, die in Game of Thrones de rol van Bran Stark speelt. Toen hij met Game of Thrones begon, was hij amper tien jaar oud; ondertussen is hij 19, wat betekent dat hij al zowat de helft van zijn bestaan als Bran Stark door het leven gaat.
In de vroege namiddag was het dan tenslotte de beurt aan Emilie de Ravin, mij bekend als Claire in Lost, die ondertussen echter ook al zeven jaar de rol van Belle vertolkt in Once Upon a Time.
De Spring Edition 2018 van FACTS was weer een bijzonder geslaagd evenement. Het aftellen is ondertussen begonnen naar de Fall Edition, op 29 en 30 september.
In Ready Player One, de jongste film van Steven Spielberg, worden we ondergedompeld in het wereldje van online gaming. Maar niet zoals dat vandaag de dag bestaat. Het verhaal speelt zich af in de niet zo verre toekomst, het jaar 2045, waar zowat iedereen dagelijks heel wat uurtjes doorbrengt in Oasis, een virtual reality-omgeving. Een groot deel van de bevolking leidt een saai, armoedig bestaan en gebruikt Oasis als uitlaatklep.
Wanneer de ontwerper van Oasis sterft, blijkt dat hij in Oasis drie sleutels verstopt heeft, die moeten leiden naar een kluis met zijn erfenis (een aanzienlijk geldbedrag én de volledige controle over Oasis). Iedereen wil natuurlijk deelnemen aan de zoektocht, en er komt heel wat inventiviteit aan te pas om het spel tot een goed einde te brengen.
De film is een homage aan de pop culture van vooral de jaren 80, en er zijn heel veel verwijzingen naar andere films. Het hoofdpersonage rijdt met een DeLorean en zelfs de affiche doet wat denken aan die van Back to the Future. Liefhebbers van Stanley Kubricks The Shining zullen in de wolken zijn, want een lange scène speelt zich af in en rond een virtuele recreatie van het Overlook Hotel. Een complete opsomming geven van alle verwijzingen naar films, tv-series, muziek, games, speelgoed en comics is onbegonnen werk, want het zijn er meer dan honderd! Ready Player One is een bijzonder geslaagde combinatie van scifi en nostalgie.
De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Ernest Cline, maar wijkt daar op heel wat punten van af. Ik heb het boek nog niet gelezen, maar ik heb het ondertussen wel toegevoegd aan mijn leeslijst, want ik ben erg benieuwd naar het originele verhaal waarop de film gebaseerd is.
Misschien ga ik deze film binnenkort nóg wel eens bekijken, maar dan in IMAX-3D!
Onlangs zijn we naar A Night at the Opera geweest, een aaneenschakeling van hoogtepunten uit de Italiaanse opera. Op het programma stonden aria’s en koorfragmenten uit onder andere Nabucco, Rigoletto, Il Trovatore en La Traviata (Verdi), Tosca en Turandot (Puccini), en L’Elisir d’amore (Donizetti). Er werden ook enkele orkestrale stukken opgevoerd, zoals de prelude uit Cavalleria Rusticana van Mascagni en de ouverture uit La Gazza Ladra van Rossini, een opera die de meeste Kuifje-fans wel van naam zullen kennen uit het album De juwelen van Bianca Castafiore.
De vier Italiaanse solisten (Pier Luigi Dilengeti, bariton, Michael Spadaccini, tenor, Sandra Buongrazio, mezzo-sopraan en Valeria Esposito, sopraan) gaven het beste van hun kunnen, met passende kostuums en geprojecteerde decors. Ze konden zich wat mij betreft gerust meten met La Castafiore! De solisten werden begeleid door het Music Hall Classical Orchestra and Choir, onder de leiding van dirigent Igor Tchernetsky.
Ik ben natuurlijk al langer een operaliefhebber, maar voor mijn vrouw en dochter was het hun allereerste opera-ervaring (amper enkele maanden na hun eerste operette). Voor hen was A Night at the Opera een prima kennismaking met het genre: niet meteen een compleet stuk, maar een best-of van de Italiaanse opera.
Zo waren ze al een beetje voorbereid op de voorstelling van de week nadien: dan zijn we in de Antwerpse Stadsschouwburg gaan kijken naar Schoppenvrouw (ook gekend als Pique Dame, of onder de originele titel Пиковая дама) van Tsjajkovski. Ja, ze hadden de smaak te pakken en waren klaar voor hun eerste echte opera, deze keer in het Russisch. Gelukkig waren er Nederlandse boventitels en hadden we op het internet al een samenvatting gelezen, zodat we het verhaal een beetje konden volgen.