Zowat een half jaar geleden heb ik m’n oude smartphone (een HTC Desire) nieuw leven ingeblazen door hem te rooten en er CyanogenMod op te installeren. De bedoeling van deze operatie was om het veel te krappe geheugen waarmee mijn oude toestel was uitgerust, wat efficiënter te gebruiken zodat ik niet om de haverklap een melding kreeg dat er weinig ruimte was.
Die operatie leek in eerste instantie goed geslaagd, maar na een tijdje kreeg ik toch weer met plaatsgebrek te kampen. Hoog tijd dus voor een nieuwe smartphone, en deze keer heb ik veel beter op de specificaties gelet alvorens een keuze te maken.
Maar om dan maar meteen het recentste, krachtigste (en duurste!) topmodel aan te schaffen, dat gaat me toch wat te ver. Ik weet het: iedereen wil altijd het nieuwste en het beste hebben, maar doorgaans betaal je daar dan in verhouding veel te veel voor. Voor een toestel dat na hooguit twee of drie jaar alweer aan vervanging toe is, ga ik geen 600 of 700 euro neertellen. Ik ben dus best tevreden met een iets ouder toestel aan de helft van die prijs, voor zover dat toestel aan al mijn wensen voldoet.
Zodoende is mijn keuze gevallen op de Samsung Galaxy S3 (of S III, eigenlijk). Ik heb natuurlijk op voorhand wat research gedaan, en vond in een recent artikel op androidplanet.nl heel goede argumenten om nog voor de S3 te kiezen.
Zeker als je vergelijkt met mijn oude toestel, is m’n nieuwe een gigantische verbetering: de nieuwste Android-versie, véél meer geheugen, een groter scherm, een snellere processor, een batterij die langer meegaat, een betere schermresolutie, een betere camera én een tweede camera aan de voorkant. Wat wil een mens nog meer? Zeg nu zelf, waarom zou ik nog een paar honderd euro méér moeten betalen voor een nóg beter toestel? Neen, de S3 is een prima model, en ik ben er erg blij mee. Het doet alles wat ik ervan verwacht. Het enige wat ik er niet mee kan, is overal gaan pronken dat ik het nieuwste en het duurste heb. Maar daar is het mij natuurlijk absoluut niet om te doen.