woensdag 5 oktober 2022

JVS/VVS-weekend en ESA open dag 2022

Het eerste weekend van oktober stond traditioneel weer helemaal in het teken van sterrenkunde en ruimtevaart. In Genk hield de JVS/VVS haar 36e JVS/VVS-weekend, dat net zoals vorig jaar ook via streaming gevolgd kon worden. Daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Op die manier kon ik op zaterdag alle presentaties online bijwonen zonder mij naar de andere kant van het land te moeten verplaatsen. Bijkomend voordeel: ik kon dan ook wat langer uitslapen. Dat was nodig, want zondag moest ik vroeg opstaan als ik op tijd in Noordwijk wou zijn. Daar vond voor de elfde keer de ESA open dag plaats bij ESTEC (European Space Research and Technology Centre), het grootste onderzoeks- en technologisch centrum van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Die verplaatsing vond ik wél de moeite waard, want op de ESA open dag kun je niet alleen presentaties volgen, je kunt er ook een bezoek brengen aan de gebouwen en installaties van ESTEC, astronauten ontmoeten, kennis maken met onderzoekers en nog veel meer.

36e JVS/VVS-weekend

Maar daarover heb ik het straks. Eerst terug naar zaterdag. Het JVS/VVS-weekend vond plaats in de Limburgse Volkssterrenwacht Cosmodrome. Net als vorige edities stond er een evenwichtige mix van verschillende onderwerpen op het programma, gebracht door professionele astronomen én door jeugdige en al wat rijpere amateursterrenkundigen. Op zaterdag waren het met name twee jeugdige sprekers die bijzonder boeiende onderwerpen op een uitstekende manier wisten te brengen. In de voormiddag had Wout Goesaert, astronomiestudent aan de Universiteit van Leiden en voorzitter van JVS-Descartes in Limburg, het over zijn onderzoek naar kosmische magneetvelden in sterrenstelselclusters door middel van gepolariseerd radiolicht – een hele mondvol.

Na de lunch was het dan de beurt aan Daan Van Waesberghe, met een al even boeiend gebrachte lezing met als titel ‘Op zoek naar de stochastische gravitatiegolfachtergrond’. Daan won eerder dit jaar overigens de eerste prijs bij de Vlaamse Sterrenkunde Olympiade, een wedstrijd die sinds 2008 jaarlijks georganiseerd wordt door de JVS/VVS in samenwerking met de universiteiten van Leuven, Gent en Brussel en met de Nederlandse Sterrenkunde Olympiade.

Er stond ook een boekvoorstelling op het programma: ‘Nucleosynthese’, door professor Claude Doom. Het boek ontstond naar aanleiding van de gelijknamige cursus die de auteur in het voorjaar van 2021 gaf voor Volkssterrenwacht Beisbroek, en die ik met belangstelling gevolgd heb. Ik heb al meerdere cursussen van hem gevolgd, en hij weet als geen ander vaak complexe materie op een zeer bevattelijke en boeiende manier uit te leggen. De bijgaande powerpointpresentaties zijn ook altijd zeer duidelijk, verhelderend en mooi vormgegeven. Dit boek is ongetwijfeld een aanrader voor al wie nu eindelijk eens wil weten waar alle chemische elementen waaruit de wereld om ons heen is samengesteld, vandaan komen.

Professionele gastsprekers waren dr. Rik ter Horst met ‘Schmidt-Cassegrain-optiek, van groot naar klein’ en prof. dr. Huib Jan van Langevelde met ‘Inzoomen op superzware zwarte gaten met millimetertelescopen’, ook twee erg interessante lezingen.

De presentaties van zondag (met o.a. prof. dr. Christoffel Waelkens over de James Webb-telescoop) heb ik gemist omdat ik die dag bij ESTEC was, maar binnenkort worden alle presentaties van het weekend voor de deelnemers online beschikbaar gesteld, en dan hoop ik de gemiste lezingen alsnog te kunnen bekijken.

11e ESA open dag bij ESTEC

Het JVS/VVS-weekend mag dan bijzonder boeiend zijn, nóg interessanter is natuurlijk een bezoek aan ESTEC, waar de ESA open dag na twee digitale edities voor het eerst sinds 2019 weer fysiek kon plaatsvinden. Bij ESTEC worden ruimtemissies gepland en ontworpen en worden satellieten getest alvorens ze (elders) in de raket worden gestopt die hen naar de ruimte zal brengen. Als Europeanen mogen we best trots zijn op ESA. Onze Europese ruimtevaartorganisatie beschikt over het beste satellietnavigatiesysteem en de beste aardobservatiesatellieten ter wereld.

Bij de ingang ontmoette ik mijn Nederlandse space- en scifi-buddy’s Annette en Detlef, met wie ik de dag verder zou doorbrengen. Na de openingsceremonie begonnen we met een bezoek aan het hoofdgebouw, met heel wat stands over de lopende en geplande ESA-ruimtemissies: Solar Orbiter, BepiColombo, Juice, Cheops, ... Uiteraard ook aandacht voor de James Webb-ruimtetelescoop (een gezamenlijke missie van ESA, NASA en CSA). Aan elke stand waren posters, stickers en andere goodies te krijgen. Ook aandacht voor Careers at ESA: informatie voor jongeren (of iets minder jongeren) die ervan dromen om voor de ESA te gaan werken.

Het hoofdgebouw is via een lange, brede gang verbonden met het lab. Ook in die gang een aantal interessante standen, o.a. over Galileo (de Europese tegenhanger van GPS). In de aansluitende gang van het lab heel wat informatieve standen over zonnepanelen, reactiewielen, aardobservatie, geavanceerde materialen etc.

Even verderop kunnen we een werkende centrifuge bekijken: de Large Diameter Centrifuge. Hierin wordt verhoogde zwaartekracht gesimuleerd ten behoeve van wetenschappelijke experimenten. Het doet me denken aan een scène uit Moonraker, de James Bond-film waarin 007 met een spaceshuttle van het fictieve Drax Industries naar de ruimte reist (en bijna het loodje legt in een op hol geslagen centrifuge).

Het bezoek aan het Test Centre is een beetje teleurstellend. Hier kunnen we enkel een nieuwe cleanroom bezichtigen. In tegenstelling tot vorige keren is de rest van het Test Centre dit jaar verboden terrein voor bezoekers, omdat er toestellen opgesteld staan die top secret zijn! Bij mijn eerste bezoek, in 2018, heb ik in het Test Centre onder andere de indrukwekkende Hertz radio frequency test chamber kunnen aanschouwen, die een complete satelliet kan huisvesten. In die reusachtige kamer, waarvan de wanden bekleed zijn met materialen die radiogolven absorberen en op die manier de lege ruimte simuleren, worden grote antennesystemen of hele satellieten getest.

Tijdens de open dag kon het publiek kennismaken met twee ESA-astronauten: de Nederlander André Kuipers (vaste klant bij ESTEC) en de Duitser Matthias Maurer. Maurer vloog in november vorig jaar naar het ISS met de SpaceX Crew-3-vlucht, met een Crew Dragon-capsule van SpaceX, het commerciële ruimtevaartbedrijf van Elon Musk. Daarmee werd hij de 600e persoon in de ruimte. Tijdens zijn praatje vertelt hij over zijn verblijf in het ISS en zijn vlucht met de Crew Dragon.

Daarna volgen we twee hoogst interessante presentaties: een eerste over de James Webb-telescoop en een tweede over het Artemis-project, dat in de eerstkomende jaren weer mensen naar de maan moet brengen (maar ondertussen met wat vertraging te kampen heeft).

Na een bezoek aan het Erasmus-gebouw met maquettes en replica’s van ruimtetuigen (o.a. het Columbus Orbital Lab) en de grote NL Space Tent, waarin vooral de Nederlandse ruimtevaartactiviteiten in de verf gezet worden, komen we bij het podium van Space Rocks, een initiatief dat omschreven wordt als ‘a celebration of space exploration and the art, music, and culture it inspires’.

Een van de gasten was de Britse actrice Dominique Tipper, gekend van haar rol als Naomi Nagata in de alom geprezen scifi-serie The Expanse. Eerder op de dag was er al een gesprek geweest met Andy Saunders over zijn nieuwe fotoboek Apollo Remastered, met foto’s van de Apollo-missies. Jammer dat ik dat heb gemist, maar ik was wel op de hoogte van het verschijnen van dit nieuwe boek, dat binnenkort beslist een plaatsje in mijn boekenkast krijgt. Voor het boek werden nieuwe hogedefinitiescans van het originele filmmateriaal gemaakt en de beelden werden digitaal verbeterd tot een verbluffend gedetailleerd, contrastrijk en kleurrijk resultaat.

We waren wel nog op tijd voor Mark McCaughreans presentatie over de James Webb-ruimtetelescoop. Zoals we van Mark gewoon zijn – we hebben hem al vaak aan het werk gezien, zowel op eerdere edities van de ESA open dag als op FedCon, de scifi-conventie in Duitsland waar we ieder jaar naartoe gaan – was de presentatie weer tot in de puntjes verzorgd en bijzonder interessant en informatief.

Daarna waren er nog twee programmapunten: een panel met Andy Saunders en Matthias Maurer, en tenslotte ‘The Rhythm of Space’, waarin dj Lilly Palmer haar nieuwste project kwam voorstellen. Ik ben niet zo’n fan van dj’s en had dus nog nooit van Lilly Palmer gehoord, maar ze is blijkbaar wel bekend bij liefhebbers van het genre. Wat doet zo’n dj op de ESA open dag, vraag je je misschien af. Welnu, ze heeft een video mogen opnemen in de befaamde Hertz room, die het publiek deze keer niet mocht bezoeken. Het resultaat kun je zien op haar YouTube-kanaal. Ik heb een poging gedaan om er eens naar te luisteren. Het duurt maar liefst een uur en vijf minuten, maar gaat al snel vervelen wegens bijzonder monotoon en repetitief. Ik heb het dus niet helemaal uitgekeken. Maar de setting is natuurlijk wel uniek. Een video mogen opnemen in de Hertz room, wie zou daar niet voor tekenen?

www.amazon.nl/Apollo-Remastered
www.esa.int
www.esa.int/About_Us/ESTEC
www.esa.int/About_Us/ESTEC/Open_Day_2022
www.space-expo.nl
www.vvs.be
www.vvs.be/nucleosynthese
www.vvs.be/subsite/vlaamse-sterrenkunde-olympiade
youtu.be/r3YCGFKwBr8

zondag 18 september 2022

Space – The Human Quest

Al sinds eind april loopt in Antwerp Expo de tentoonstelling Space – The Human Quest. Om een heleboel redenen was ik er nog niet eerder geraakt, maar afgelopen weekend heb ik de expo samen met mijn gezin eindelijk kunnen bezoeken. Het was even zoeken naar de ingang, want we konden Antwerp Expo niet binnen langs de gebruikelijke ingangen aan de Jan van Rijswijcklaan. We moesten via de ‘achteringang’ aan de Vogelzanglaan. Toch een beetje vreemd voor een groots opgezette tentoonstelling die wordt aangekondigd als ‘de grootste ruimtevaartexpo van Europa’.

Goed punt: er is een audiogids, in tegenstelling tot de vorige grote ruimtevaarttentoonstelling die we in 2015 bezochten in Brussels Expo: Gateway to Space. Nog een goed punt: er zijn aparte versies van de audiogids voor volwassenen en voor kinderen, zodat iedere bezoeker de uitleg krijgt op een aangepast niveau.

De tentoonstelling begint met een mooie videocompilatie die in enkele minuten tijd op drie videoschermen de geschiedenis van de (bemande) ruimtevaart samenvat, en zelfs een blik werpt op de plannen voor de nabije toekomst. Daarna kun je op eigen tempo doorheen de rest van de tentoonstelling wandelen en de uitleg beluisteren via de audiogids. Wie geen zin heeft in de audiogids, kan ook de wat beknoptere begeleidende teksten lezen.

Space – The Human Quest laat op 2.000 m² tal van historische objecten, modellen en replica’s van ruimtetuigen zien, voornamelijk van de NASA en de ESA. Enkele van die replica’s (her)kende ik van eerdere tentoonstellingen. Het horizontaal opgestelde model met de verschillende trappen van de Saturnus V-maanraket leek verdacht veel op het model dat ik in 2014 op de ruimtevaarttentoonstelling in Utrecht had gezien (A Human Adventure), en als ik me niet vergis was ook de replica op ware grootte van de neus van de spaceshuttle hetzelfde exemplaar dat in Utrecht opgesteld stond. In dat model kun je ontdekken hoe de cockpit van een spaceshuttle eruit ziet.

Maar de tentoonstelling in Antwerpen liet nog veel meer moois zien: een kopie van een Russische Vostok, een Mercury-capsule, een Gemini-capsule en een Apollo-capsule. Geen échte ruimtevaartuigen, maar allemaal kopies dus. Die geven een perfect beeld van hoe zo’n ruimtetuig eruit ziet, maar het is natuurlijk indrukwekkender om naast een échte Apollo-capsule te staan, die in de ruimte heeft gevlogen en de sporen van de terugkeer door de atmosfeer vertoont, zoals de Friendship 7 van John Glenn of de Columbia die de Apollo 11-astronauten naar de maan bracht, toestellen die ik in het National Air and Space Museum in Washington kon aanschouwen, of de Kitty Hawk, de commandomudule van Apollo 14, die ik in het Kennedy Space Center bezocht.

The Human Quest is een mooi opgezette tentoonstelling die heel wat boeiend materiaal laat zien. Na het eerste deel van de expo – de ‘space tunnel’ – kom je in een grote zaal waar een levensgrote replica van een maanlander staat opgesteld. Het blijft indrukwekkend om te zien hoe groot zo’n ding in het echt is. Thuis heb ik er een kleiner model van staan, drie jaar geleden zelf gebouwd met Lego. Meer dan een half leven geleden heb ik ook nog eens een Revell-model van de maanlander gebouwd, maar dat exemplaar heeft de tand des tijds niet overleefd. In de buurt van de maanlander staat ook een opengewerkt model van de maanlander-cockpit en een model van een Lunar Rover, de maanauto die de astronauten van de latere maanvluchten in staat stelde om een groter gebied rond hun lander te verkennen.

Maar de tentoonstelling bevat niet enkel kopies of schaalmodellen van ruimtetuigen, er zijn nog heel wat andere interessante dingen te zien, zoals historische foto’s en documenten, een mooie ruimtevaart-postzegelverzameling, een door zeven Apollo-astronauten gesigneerd exemplaar van Hergé’s Kuifje-album On a marché sur la lune (Mannen op de maan), een origineel Apollo 11-vluchtplan, verzekeringsenveloppes van Apollo-astronauten, artefacten die in de ruimte hebben meegevlogen, door de astronauten gesigneerde foto’s, etc.

De verzekeringsenveloppes waren enveloppes met ruimtevaart-postzegels en speciale Apollo-gerelateerde opdrukken, gesigneerd door de astronauten. Omdat de maanastronauten indertijd geen levensverzekering konden afsluiten – geen enkele verzekeringsmaatschappij durfde het risico nemen – hadden ze zelf een manier bedacht om hun gezin financieel veilig te stellen mochten ze hun ruimtevlucht niet overleven. Stel dat de astronauten tijdens hun maanreis omgekomen zouden zijn, dan zouden hun weduwes de enveloppes achteraf ongetwijfeld voor een aanzienlijk bedrag hebben kunnen verkopen.

Ook het beeldje Fallen Astronaut van Paul Van Hoeydonck krijgt de nodige aandacht. Van Hoeydoncks aluminium beeldje (8,5 cm groot) is tot nu toe het enige kunstwerk op een ander hemellichaam – en de kunstenaar is een Belg, daar mogen we toch wel een beetje trots op zijn. Een poosje geleden werd op Canvas nog een documentaire over het kunstwerk en zijn kunstenaar uitgezonden (helaas niet langer beschikbaar op VRT Max, ze hadden wellicht extra serverruimte nodig voor De Kampioenen).

Uiteraard worden ook de twee Belgische astronauten, Dirk Frimaut en Frank De Winne, in de picture geplaatst met foto’s, video’s, persoonlijke voorwerpen (o.a. Frimouts crew notebook) en ruimtepakken (Frimouts flight suit en De Winnes Russische drukpak). Dirk Frimout is ondertussen met pensioen, maar Frank De Winne is momenteel nog actief als hoofd van het opleidingscentrum voor ESA-astronauten in Keulen. Tijdens zijn tweede ruimtevlucht in 2009 werd De Winne de eerste Europese gezagvoerder van het internationaal ruimtestation.

De tentoonstelling heeft nog veel meer moois in petto. Je hebt nog tot 16 oktober de tijd om het zelf in Antwerpen te gaan ontdekken.

www.xpospace.be

donderdag 18 augustus 2022

NECSS 2022

Voor het derde jaar op een rij heb ik de Northeast Conference on Science and Skepticism bijgewoond, kortweg NECSS (uitgesproken als ‘nexus’). Vroeger kon ik er nooit naartoe, want deze conferentie vond altijd plaats in New York, en dat is toch een heel eind pendelen. Sinds 2020 echter (dankzij de covid-19-pandemie) is NECSS omgevormd tot een volledig online gebeuren. De organisatoren zagen meteen het voordeel van deze nieuwe manier van werken: in plaats van hooguit enkele honderden voornamelijk Amerikaanse bezoekers konden ze voortaan bogen op een wereldwijd publiek van om en bij de 1.500 belangstellenden! De nieuwe formule is zo succesvol dat de organisatoren er de komende jaren alvast mee willen doorgaan, covid of niet.

NECSS 2022 vond plaats tijdens het weekend van 5 en 6 augustus, op het ogenblik dat ik in Maastricht zat (neen, niet voor grootste Ironman-triatlon van de Benelux, maar voor het 53e Intersteno-congres). Toch heb ik geen seconde van NECSS moeten missen, want ik kon het gebeuren na thuiskomst gewoon uitgesteld bekijken.

Het thema dit jaar was Navigating the Misinformation Apocalypse, een zeer actueel onderwerp. We maken allemaal vrijwel dagelijks gebruik van het internet, van radio- en tv-programma’s en/of van de geschreven pers om op de hoogte te blijven van wat er in de wereld gebeurt. Maar niet al die nieuwsbronnen zijn even betrouwbaar of geloofwaardig. Ik vertel je niets nieuws wanneer ik je zeg dat er héél veel desinformatie de wereld ingestuurd wordt.

In zijn inleiding lichtte Steven Novella (neuroloog en docent aan de Yale University School of Medicine (USA) en organisator van NECSS) de twee termen toe. We spreken van misinformatie wanneer verkeerde informatie verspreid wordt, niet noodzakelijk met de bedoeling om te misleiden; we spreken van desinformatie wanneer doelbewust onjuiste informatie verspreid wordt. Dat laatste kan om allerlei redenen, bv. om het doelpubliek aan te zetten tot kopen of doneren, om hen te overtuigen om voor een bepaalde politieke kandidaat te stemmen, om hen voor een bepaalde ideologie of levensbeschouwing te winnen, of ronduit om hen uit te buiten en op te lichten.

De keynote op vrijdagavond bestond uit een anderhalf uur durend gesprek tussen niemand minder dan David Copperfield en Bill Nye. Copperfield is een wereldberoemde illusionist naar wie tal van mensen heel erg opkijken. Al decennia lang voert hij opmerkelijke illusie-shows op en hij is bijzonder bedreven in wat hij doet. Copperfield voert nog steeds 14 shows per week op in Las Vegas. Een illusionist misleidt zijn publiek voortdurend, maar toch is hij geen bedrieger: als je naar een goochelshow gaat, dan wéét je immers van tevoren dat je bedrogen zult worden waar je bij staat; je wéét dat de goochelaar trucs uithaalt, illusies opvoert en je misleidt. Copperfields illusies zijn zó verbluffend realistisch, dat sommige mensen, zo vertelt hij, er heilig van overtuigd zijn dat hij over bijzondere (bovennatuurlijke) gaven beschikt. Er is een categorie van mensen die halsstarrig weigeren te geloven dat het om illusies gaat, en blijven zweren dat Copperfield écht kan vliegen of écht door de Chinese Muur kan lopen (wat voor alle duidelijkheid dus niet het geval is, duh!).

Zo haalde Copperfield het voorbeeld aan van James Brown (de beroemde soul-zanger), die maar niet wou geloven dat het om illusies gaat, en van een arts (!) die er niet in slaagde zijn zoon van zijn hoofdpijn af te helpen en ten einde raad bij David Copperfield ging aankloppen, omdat hij ervan overtuigd was dat hij dat met zijn ‘magie’ wél zou kunnen. Artsen zouden beter moeten weten: ze hebben een degelijke wetenschappelijke opleiding achter de rug, maar blijkbaar is dat geen voldoende garantie om gespaard te blijven van geloof in bovennatuurlijke hocus pocus.

Uit dat laatste voorbeeld onthouden we dat het beslist niet alleen domme of minder goed opgeleide mensen zijn die in nonsens geloven; ook intelligente mensen die een degelijke opleiding genoten hebben en van zichzelf vinden dat ze rationele denkers zijn, kunnen net zo goed ten prooi vallen aan bijgeloof en pseudowetenschappelijke onzin. Meer nog: als je eenmaal rotsvast in iets gelooft (ook al is het aantoonbaar onwaar), dan helpt je opleiding en intellect vaak mee om allerlei (drog)redenen te verzinnen om dat geloof te rationaliseren. Dat maakt het ontzettend moeilijk om mensen te overtuigen van wat waar en wat niet waar is.

Zelfs als rationeel denkende sceptici moeten we er ons steeds van bewust zijn dat ook wij te allen tijde in zo’n val kunnen trappen. We moeten daarom vooral voortdurend onze eigen denkbeelden, en niet alleen die van anderen, in vraag stellen en aan een kritische analyse onderwerpen. Hier is alvast één waarheid: iedereen, ook jij, beste kritische lezer, gelooft op dit moment op zijn minst één ding dat onwaar is. Het feit dat zowel minder goed opgeleiden als intellectuelen met evenveel ontzag en verbazing naar de illusies van iemand als David Copperfield zitten te kijken, bewijst dat we allemaal even vatbaar zijn voor misleiding. Houd deze bemerking in gedachten de volgende keer dat je denkt ergens 100% zeker van te zijn.

Bill Nye is vooral in de Verenigde Staten gekend als The Science Guy, die vooral in de jaren 90 zijn best deed om op tv wetenschap en technologie op een bevattelijke manier uit te leggen (een beetje zoals Chriet Titulaer bij ons een decennium eerder al deed). Enkele jaren geleden had hij nog een succesvolle wetenschapsshow op Netflix onder de titel Bill Nye Saves the World. Hij is ook de CEO van The Planetary Society, een internationale organisatie ter promotie van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van astronomie en ruimtevaart (in 1980 opgericht door Carl Sagan).

De hoofdbrok van NECSS 2022 was voor de zaterdag, met meerdere respectabele sprekers. De dag begon met een bijzonder interessant gesprek tussen Steven Novella en Richard Wiseman, professor psychologie aan de universiteit van Hertfordshire (UK). Verder waren er nog presentaties van Ilyse Hogue, Adam Berinsky, Christie Aschwanden, Andrea Jones Rooy, Jennifer Pann, Akil Patterson en Kasha Patel, en uiteraard zoals elk jaar een live aflevering van de SGU Podcast, waarin actuele wetenschappelijke onderwerpen besproken worden. Het geheel werd zoals gewoonlijk erg vlotjes aaneengepraat door George Hrab (muzikant en scepticus).

Wil je het allemaal zelf bekijken? Dat kan. Hoewel het live event afgelopen is, kun je nog steeds registreren op necss.org. Je krijgt dan nog tot eind oktober toegang tot de video’s van alle presentaties.

necss.org
planetary.org
www.theskepticsguide.org

dinsdag 26 juli 2022

Van GB naar UK

Het was me een poosje geleden al opgevallen dat ik geen auto’s meer zag met GB erop. GB staat natuurlijk voor Great Britain (of Groot-Brittannië), maar ik grapte altijd dat die auto’s met een sticker van mijn fanclub rondreden; de letters GB zijn namelijk ook mijn initialen.

Dat het United Kingdom (Verenigd Koninkrijk) als autokenletters GB gebruikte, was eigenlijk een beetje vreemd. Great Britain is immers niet de naam van het land, wel van het grootste eiland dat tot dat land behoort. Het was dus eigenlijk een beetje raar dat men als autokenletters niet gewoon UK had gekozen, dat lag immers veel meer voor de hand.

In het Latijn heet zoiets een pars pro toto: men gebruikt de naam van een deel om te verwijzen naar het grotere geheel waartoe het behoort.

Maar eind vorig jaar kwam daar blijkbaar verandering in. Voortaan gebruiken de Britten niet langer GB, maar UK als autokenletters. De kenletters UK zijn sinds 28 september 2021 verplicht voor Britse automobilisten die naar het buitenland reizen, en de wijziging kadert in een rebranding van het land na de Brexit.

Het Verenigd Koninkrijk zit best ingewikkeld in elkaar. Als je denkt dat België een ingewikkelde staatsstructuur heeft, dat is nog niets vergeleken met die van het Verenigd Koninkrijk! Het Verenigd Koninkrijk is namelijk, vreemd genoeg, een ‘land van landen’ (geen deelstaten, zoals de Duits Bundesländer, de states in de Verenigde Staten of de Gewesten in België, maar echte, volwaardige landen!). Vier landen zijn lid van het UK: Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland. Drie van die landen liggen op het hoofdeiland, dat de naam Groot-Brittannië draagt. Het vierde (Noord-Ierland) ligt op het noordoostelijke deel van het Ierse eiland. De rest van dat eiland wordt ingenomen door een andere onafhankelijke staat: de Ierse Republiek (Ierland), die volledig los staat van het UK.

Om het nog ingewikkelder te maken, worden de termen ‘Groot-Brittannië’ of ‘Brits’ vaak toch gebruikt wanneer men niet enkel het eiland, maar het hele Verenigde Koninkrijk bedoelt. Pars pro toto, weet je nog?

Groot-Brittannië is dus het hoofdeiland van een eilandengroep die samen de Britse Eilanden genoemd worden. Tot die eilandengroep behoren verder ook nog het eiland Man en de Kanaaleilanden (met de belastingparadijzen Jersey en Guernsey als de bekendste eilanden). Deze eilanden zijn Brits Kroonbezit, maar maken geen onderdeel uit van het Verenigd Koninkrijk en waren ook nooit lid van de Europese Unie.

Het staatshoofd van het Verenigd Koninkrijk is automatisch eveneens staatshoofd van de zogenaamde Commonwealth realms, een aantal onafhankelijke landen binnen het Gemenebest van Naties (voorheen het Britse Gemenebest genoemd). Zo is koningin Elizabeth II naast staatshoofd van het UK eveneens staatshoofd van maar liefst 15 andere landen, waaronder Australië, Nieuw-Zeeland, Jamaica, Canada en de Bahama’s. Vroeger was het Gemenebest nog veel uitgebreider en bevatte het ook landen als Ceylon, Ghana, India, Kenia, Mauritius, Pakistan en Zuid-Afrika. Al die landen hebben in de tweede helft van de vorige eeuw de Commonwealth verlaten.

Ach, ik zou nog bijna Gibraltar vergeten. Gibraltar, gelegen op het zuidpuntje van het Iberisch Schiereiland (onder Spanje) is een van de vele Britse overzeese gebieden, die onder de soevereiniteit van het UK vallen maar er geen deel van uitmaken. Andere overzeese gebieden zijn o.a. Bermuda, de Falklandeilanden, de Britse Maagdeneilanden en de Kaaimaneilanden.

Je merkt het: de invloed van de Britse Kroon strekt zich over de hele wereld uit, een gevolg van het agressieve kolonialiserings- en annexatiebeleid uit het verleden. De Britse vloot bevoer alle wereldzeeën en de Britten bezetten een groot aantal gebieden op alle continenten en in elke oceaan. Het Britse Rijk was het grootste imperium aller tijden. Op zijn hoogtepunt, kort na de Eerste Wereldoorlog, omvatte het met 458 miljoen inwoners – een kwart van de toenmalige wereldbevolking – en strekte het zich met zijn bijna 32 miljoen km² uit over ongeveer een kwart van het totale landoppervlak van onze planeet. Een van de gevolgen is dat de Engelse taal op heel veel plaatsen in de wereld gesproken of in ieder geval begrepen wordt.

De autokenletters van het Verenigd Koninkrijk mogen dan wel gewijzigd zijn naar UK, de ISO-landcode van het land blijft vooralsnog GB. Daar hebben mijn fans me tenminste nog niet in de steek gelaten... Nog niet, want de ISO-landkode UK, die momenteel aan geen enkel land toegewezen is, is alvast door het Verenigd Koninkrijk gereserveerd bij de International Organization for Standardization (ISO). Dus ook daar zit een wijziging er wellicht aan te komen.

maandag 21 februari 2022

Woordel

Eind vorig jaar plaatste Josh Wardle uit Brooklyn (New York) zijn woordspelletje Wordle online. Het principe is simpel: elke dag is er een nieuw vijfletterwoord dat je in maximaal zes pogingen moet zien te raden.

Na elke poging krijg je hints: de letters krijgen een achtergrondkleur die aangeeft hoe dicht je bij het te raden woord zit: groen is een correcte letter op de juiste plaats, geel is een letter die wel in het woord zit, maar op een andere plaats, en grijs is een letter die niet in het woord zit. Met die informatie in gedachten doe je vervolgens een nieuwe poging, tot je uiteindelijk het woord geraden hebt of tot je alle zes beurten opgebruikt hebt.

Het spelletje werd snel een hype. In november 2021 waren er nog maar 90 mensen die Wordle speelden, maar twee maand later was dat aantal al opgelopen tot 300.000, begin februari al meer dan een miljoen. Wordle leverde Wardle geen windeieren op, want eind januari 2022 kon hij de rechten op het spel voor een niet nader genoemd bedrag van minstens een miljoen dollar verkopen aan The New York Times. In februari verhuisde Wordle van Wardles persoonlijke website naar de website van de New York Times, waar het, voorlopig althans, nog gratis beschikbaar blijft.

Heb je het woord geraden, dan kun je je resultaat delen op sociale media. Uiteraard zonder het woord zelf te verraden, want alle spelers moeten elke dag hetzelfde woord zien te raden. Klik je op de ‘Share’-knop, dan wordt een rooster van gekleurde vakjes (zonder letters) naar je klembord gekopieerd, zodat je het kunt plakken in een tweet, in je Facebookstatus of op gelijk welk ander platform. Toen de populariteit van Wordle begon te groeien, verschenen al snel massa’s tweets met gekleurde vakjes op Twitter. Dat maakte andere Twitter-gebruikers nieuwsgierig, waardoor het aantal Wordle-fans snel toenam.

Al snel verschenen de eerste Wordle-klonen: andere programmeurs maakten hun eigen versie van Wordle, zowel in het Engels als in andere talen. Sommigen probeerden er zelfs munt uit te slaan.

Niet zonder enige trots kan ik jullie vandaag aankondigen dat ook ik mijn eigen Nederlandstalige Wordle-kloon gemaakt heb. Ik heb mijn webapp de naam Woordel gegeven en het spel gehost op mijn eigen website. Vanaf vandaag kan iedereen – helemaal gratis! – elke dag Woordel spelen op gebotopia.be/woordel.

Ik heb de broncode van Wordle niet gebruikt of schaamteloos gekopieerd, maar ik heb heel goed opgelet hoe het spel zich gedraagt en vervolgens geprobeerd het gedrag van de oorspronkelijke Wordle zo goed mogelijk na te bootsen met eigen technieken, wat een erg leerrijke ervaring was!

Hier en daar heb ik een kleinigheid aangepast of een extraatje toegevoegd. Zo heb ik de kleuren lichtjes gewijzigd (onder andere lichtoranje in plaats van vuilgeel), een ander (mooier) lettertype gebruikt en ondersteuning voor azerty geïmplementeerd. Voor het maken van Woordel heb ik gebruikgemaakt van PHP, MySQL, HTML, CSS en Javascript. Woordel werkt in alle moderne webbrowsers, maar ik heb niet de extra moeite genomen om Woordel compatibel te maken met verouderde browsers (zoals Internet Explorer), want dat heeft weinig zin. Als je zelf nog zo’n oude browser gebruikt, dan is het de hoogste tijd om te upgraden, alleen al voor je eigen online veiligheid.

In tegenstelling tot wat ik verwacht had, was de grootste uitdaging niet het schrijven van de PHP- of Javascript-code, want dat bleek relatief eenvoudig, maar het op punt stellen van de CSS-stijlen, om alles te laten werken op allerlei verschillende grote en kleine schermen en om de animatie-effecten van Wordle zo goed mogelijk na te bootsen.

Voor Woordel heb ik zelf een eigen lijst van Nederlandse vijfletterwoorden moeten samenstellen. Ik heb me daarvoor gebaseerd op de Nederlandse woordenlijst van OpenTaal. Uit die lijst heb ik in eerste instantie alle vijfletterwoorden geselecteerd (in totaal meer dan 5500). Vervolgens heb ik de lijst ingekort tot iets meer dan 2100 veelgebruikte woorden, waaruit elke dag een willekeurig woord gekozen wordt. Dat aantal is vergelijkbaar met Wordle, dat aanvankelijk een lijst van 2315 Engelse woorden gebruikte. De New York Times heeft die lijst wat ingekort – alle ‘aanstootgevende’ woorden moesten eruit. Mijn uiteindelijke lijst bevat geen accentwoorden, eigennamen of plaatsnamen, wel leenwoorden (Nederlandse woorden die overgenomen zijn uit bijvoorbeeld het Frans of het Engels).

Je kunt Woordel zowel op je desktop en laptop als op je tablet en smartphone spelen. Onderaan op het scherm wordt een virtueel toetsenbord afgebeeld, dat je niet alleen kunt gebruiken om letters te typen, maar waarop je ook gemakkelijk kunt zien welke letters je al gebruikt hebt en welke niet. De oorspronkelijke Wordle en zowat alle andere Wordle-klonen gebruiken daarvoor een qwertyklavier. Javascript kan niet van tevoren detecteren welke toetsenbordlay-out je gebruikt, maar Woordel schakelt al snel over naar een azertyklavier van zodra hij merkt dat je op een azertytoetsenbord aan het typen bent. Daar zullen de Belgische Woordel-fans ongetwijfeld heel gelukkig mee zijn.

Omdat er elke dag maar één woord te raden valt, bestaat er gelukkig geen enkel gevaar dat je aan dit spelletje verslaafd geraakt en het uren aan een stuk blijft spelen waardoor je niet meer aan de rest van je leven toekomt. Elke dag wordt in principe een willekeurig woord gekozen, maar Woordel onthoudt de gekozen woorden en vermijdt dat een woord te snel opnieuw aan de beurt komt.

gebotopia.be/woordel
www.nytimes.com/games/wordle