Gisteren was het tau-dag. Tau is een Griekse letter (τ), en staat voor een wiskundige constante die gelijk is aan 2 × π. Dat laatste symbool is ook een Griekse letter: pi, en daar heeft zowat iedereen ooit wel van gehoord. Pi is namelijk de wiskundige constante die de verhouding weergeeft tussen de omtrek en de diameter van een cirkel.
Wellicht heb je op school geleerd dat pi gelijk is aan 3,14. Dat klopt slechts bij benadering, want in feite volgen er nog veel meer cijfers na de komma. (Zo veel zelfs dat je ze nooit allemaal kunt opschrijven.) Een andere benadering is 22/7. Misschien heb je dat ook op school geleerd.
Pi heb je erg vaak nodig in de wiskunde (en in de fysica), voor het berekenen van allerlei zaken. De meeste mensen zullen pi voornamelijk gebruiken als ze de omtrek of de oppervlakte van een cirkel moeten berekenen, of de inhoud van een bol, een cilinder of een kegel. De omtrek van een cirkel kun je berekenen met de eenvoudige formule O = 2πr, waarbij O de omtrek is en r de straal.
Pi-dag wordt jaarlijks door wiskunde-enthousiasten gevierd op 14 maart, omdat die datum in de Angelsaksische notatie geschreven kan worden als 3.14.
En zo komen we bij tau-dag, die gisteren, op 28 juni, gevierd werd. Een goede benadering van τ is namelijk 6,28 (of op z’n Angelsaksisch: 6.28).
Waarom we behalve π-dag ook τ-dag vieren? Omdat een aantal mensen – en ik kan me volledig in hun redenering vinden – van oordeel zijn dat we in onze formules beter overal 2π zouden vervangen door τ. Dat zou heel wat formules eenvoudiger maken, en tau is een meer voor de hand liggende keuze omdat dat getal de verhouding weergeeft tussen de omtrek en de straal, niet de diameter, van een cirkel. Het hele verhaal kun je nalezen in The Tau Manifesto op tauday.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten