maandag 16 januari 2017

Rogue One

Hij speelt al enige tijd in de bioscopen: Rogue One: A Star Wars Story. Ondertussen heb ik ’m drie keer gezien, twee keer in een gewone bioscoopzaal en een keer in IMAX-3D, wat een ronduit fantastische kijkervaring was. Voor meer over IMAX verwijs ik je naar mijn artikel van 12 januari. Vandaag wil ik het vooral over de film zelf hebben.

Na heel wat jaren zonder nieuwe Star Wars bracht Disney (die in 2012 Lucasfilm heeft overgekocht) eind 2015 het langverwachte vervolg uit: Star Wars Episode VII: The Force Awakens. Hoewel de verhaallijn misschien iets te veel leek op de originele Star Wars uit 1977 (Episode IV: A New Hope), waren de meeste fans laaiend enthousiast. Disney’s motieven mogen dan naar alle waarschijnlijkheid overwegend van commerciële aard zijn, de fans zijn maar al te blij met de overname. Disney beloofde immers om voortaan ieder jaar voor een nieuwe Star Wars-film te zorgen. Het vervolg op Episode VII mogen we eind 2017 in de zalen verwachten, en ondertussen kregen we eind 2016 dus Rogue One als kerstcadeau.

Rogue One: A Star Wars Story

Rogue One: A Star Wars Story is de eerste van de anthology-reeks: verhalen die zich afspelen in het Star Wars-universum, maar die niet passen in het rijtje van Episodes uit de Star Wars-saga. Op dit moment zijn er al plannen voor een tweede en een derde anthology-film rond de figuren van Han Solo en Boba Fett. We zullen de komende jaren dus flink verwend worden. Dank je wel, Disney!

Rogue One vertelt hoe de rebellen de plannen van de beruchte Death Star weten te bemachtigen en speelt zich af net voor de gebeurtenissen van A New Hope. We weten dus eigenlijk al bij voorbaat dat de rebellen in hun opzet zullen slagen, maar je weet wat er gezegd wordt: de reis is belangrijker dan de bestemming. En wat voor reis!

In heel wat opzichten is deze film een bijzonder geslaagde Star Wars-film. Heel wat fans en critici spreken over de beste Star Wars sedert 1980 (waarmee verwezen wordt naar de erg gesmaakte Episode V: The Empire Strikes Back), of over ‘een prequel zoals een prequel hoort te zijn’ (waarmee men aangeeft deze film veel meer te appreciëren dan de eerdere fel bekritiseerde prequels, Episodes I, II en III).

Hoewel... In de loop van 2016 had men ons toch eventjes bang gemaakt met berichten over de vele reshoots die nodig waren om de film te ‘redden’. De doemberichten bleken volledig onterecht. Rogue One is een bijzonder geslaagde film geworden, en bevat, net als Episode VII, heel wat leuke extraatjes voor de fans van het eerste uur.

Zo heeft men een aantal personages uit A New Hope op een wonderbaarlijke manier terug tot leven gewekt. Het meest uitgewerkte personage is dat van Grand Moff Tarkin, in 1977 vertolkt door de ondertussen overleden acteur Peter Cushing. Als je niet beter wist, zou je bij het zien van Rogue One denken dat de acteur uit de doden is opgestaan en in de tijd is teruggecatapulteerd, want hij ziet er in deze film net hetzelfde uit als 40 jaar geleden. Deze wonderbaarlijke wederopstanding heeft men voor elkaar gekregen door een aantal zaken op een slimme manier te combineren. In Rogue One wordt het personage van Tarkin gespeeld door de Britse acteur Guy Henry, die een beetje op Cushing gelijkt en vooral heel goed zijn stem kan imiteren. Henry heeft de acteerprestatie van Cushing in A New Hope goed bestudeerd om zijn personage zo geloofwaardig mogelijk neer te zetten. Via CGI (computer-generated imagery) werd Cushings gezicht over dat van Henry geplakt, en het resultaat is verbluffend! Het CGI-model van Cushings hoofd is gebaseerd op een afdruk die in 1984 van hem is gemaakt voor de film Top Secret. Dat men zo’n afdruk had om te scannen, was een meevaller, waardoor de CGI-Tarkin bijna niet te onderscheiden is van de Tarkin van vlees en bloed.

CGI Peter Cushing als Grand Moff Tarkin

Later in de film zien we twee X-Wing-piloten (Red Leader en Gold Leader) die we kennen uit A New Hope. Voor deze personages werd met ongebruikte beelden uit 1977 gewerkt. Maar de kers op de taart komt helemaal aan het einde van de film, wanneer de buitgemaakte plannen van de Death Star overhandigd worden aan niemand minder dan Princess Leia. Een jaar geleden zagen we nog een oudere Princess Leia in The Force Awakens, maar het einde van Rogue One speelt zich af net vóór A New Hope, dus moest Leia, net als Tarkin, eruit zien zoals in 1977. Ook hier werd gewerkt met de combinatie van een actrice en CGI. De scène duurt maar enkele seconden, maar laat een erg emotionele indruk na, die nog versterkt wordt door het onverwachte, schokkende nieuws dat we in de laatste dagen van 2016 kregen: het nieuws van het overlijden van Carrie Fisher, de actrice die Princess Leia in de eerdere Star Wars-films vertolkte. Fisher zal eind dit jaar nog te zien zijn in Episode VIII, waarvoor de opnames al waren afgerond.

Rogue One is de eerste Star Wars-film die niet begint met de traditionele ‘opening crawl’ (de inleidende tekst die aan het begin van alle andere films over het scherm scrolt). Wellicht heeft men ervoor gekozen om de anthology op die manier te onderscheiden van de saga. Het is ook de eerste Star Wars-film waarvoor de muziek niet door John Williams werd gecomponeerd. Williams, die ook de muziek voor tal van andere films schreef, werd wereldberoemd met zijn score voor Star Wars.

De filmcomponist die Rogue One van muziek voorzag, is Michael Giacchino, natuurlijk ook geen onbekende. Ook Giacchino heeft ondertussen een indrukwekkend oeuvre opgebouwd en is bijzonder productief. In 2016 alleen al verzorgde hij de scores bij Zootopia, Star Trek Beyond, Doctor Strange en Rogue One. John Williams is en blijft mijn topfavoriet, maar ook Michael Giacchino is een bijzonder getalenteerd componist, die ik erg waardeer. Voor Rogue One heeft Giacchino erg zijn best gedaan om in dezelfde stijl van Williams te blijven. Hij heeft heel goed naar zijn voorganger geluisterd, en zijn muziek voor deze film klinkt echt als ‘Star Wars’. Hier en daar gebruikt hij cues uit de Star Wars-scores van John Williams, zoals enkele noten uit Leia’s Theme op het moment wanneer senator Bail Organa (Leias stiefvader) voor het eerst in beeld komt.

Felicity Jones als Jyn Erso

De hoofdrol in Rogue One (Jyn Erso) wordt vertolkt door Felicity Jones, een opkomende jonge actrice die al een indrukwekkende filmografie op haar naam heeft staan. Een tijdje geleden zagen we haar nog als sidekick van Robert Langdon (Tom Hanks) in Inferno en als Jane Hawking in The Theory of Everything, een rol die haar een Oscarnominatie opleverde. Andere bekende namen in de cast zijn Forest Whitaker als Saw Gerrera, James Earl Jones als de stem van Darth Vader, Mads Mikkelsen als Galen Erso, en Alan Tudyk (die we nog kennen van Firefly en Serenity) als de geherprogrammeerde keizerlijke androïde K-2SO. Er is ook een heel klein rolletje voor Anthony Daniels als C-3PO, die daarmee de enige acteur is die in alle acht Star Wars-films tot nu toe heeft meegespeeld.

Dat ik Rogue One nog maar drie keer gezien heb, komt natuurlijk doordat ik ook nog een leven buiten Star Wars heb en doordat er dezer dagen nog andere films in de bioscoop draaien, die ik óók wou zien. Zo ben ik tussen mijn Rogue One-bezoeken door ook nog naar Fantastic Beasts, Arrival en Passengers gaan kijken. Zoals steeds zie ik nu al vol ongeduld uit naar de blu-rayrelease.

www.starwars.com

vrijdag 13 januari 2017

Zwaartekrachtsgolven

Voor een van de eerste blogjes van dit jaar stort ik me al meteen op een ‘zwaar’ onderwerp: zwaartekrachtsgolven. Eerder deze week heb ik daarover een bijzonder boeiende lezing bijgewoond van Steven Bloemen van de Radboud Universiteit in Nijmegen (voorheen verbonden aan de K.U. Leuven). Bloemen is een van de vele co-auteurs van het beroemde Physical Review Letters-artikel waarmee in februari vorig jaar de allereerste waarneming van zwaartekrachtsgolven werd gepubliceerd.*

Sinds de algemene relativiteitstheorie van Einstein uit 1915 wisten we al dat er zoiets als zwaartekrachtsgolven moest bestaan, maar dat ze nu ook voor het eerst effectief waargenomen konden worden, mag zonder blozen dé wetenschappelijke revelatie van het jaar genoemd worden. Het artikel werd gepubliceerd in februari 2016, maar de waarnemingen zelf werden al in september 2015 gedaan, bijna exact 100 jaar nadat Einstein met zijn algemene relativiteit op de proppen kwam. Mooi meegenomen, toch?

Dat het zo lang geduurd heeft, heeft te maken met het feit dat het waarnemen van gravitatiegolven spitstechnologie van de bovenste plank vereist. Pas nu zijn we in staat om de extreem nauwkeurige detectoren te bouwen, die het uiterst zwakke effect kunnen waarnemen.

Zwaartekrachtsgolven uitgestuurd door twee om elkaar heen draaiende zware objecten

Maar wat zijn zwaartekrachtsgolven nu precies? Het zijn letterlijk rimpelingen in de ruimtetijd. Ze ontstaan in principe telkens wanneer een object zich in de ruimte beweegt, maar in het gros van de gevallen zal dat geen enkel meetbaar effect opleveren. Dat wordt pas het geval wanneer erg zware massa’s zich heel snel door de ruimte bewegen. Zoals we uit de relativiteitstheorie weten, veroorzaakt elke massa een plaatselijke kromming van de ruimtetijd, net zoals een zware bowlingbal een ‘put’ maakt in het oppervlak van een trampoline. Die kromming is des te groter, naarmate de massa zwaarder is. Zo veroorzaakt de Aarde een bepaalde kromming, en de zon (die veel zwaarder is) een veel grotere kromming. Het is overigens die kromming, die ervoor zorgt dat de planeten in een baan om de zon blijven draaien (en manen of satellieten om de planeten). We kunnen die kromming of verstoring niet zien, maar we ervaren ze als zwaartekracht.

Een zwaartekrachtsgolf is nu zo’n verstoring van de ruimtetijd, die zich met de lichtsnelheid doorheen het universum voortplant. Overal waar zo’n zwaartekrachtsgolf voorbijkomt, worden afstanden tijdelijk wat korter en daarna weer langer. Alles wat door zo’n zwaartekrachtsgolf getroffen wordt, wordt dus als het ware eerst een beetje samengeperst en daarna weer uitgerokken. Maar het effect is bijzonder klein – de lengteverandering die de detector moet kunnen waarnemen, is kleiner dan de diameter van een proton! – en dus erg moeilijk te meten. Jij en ik zullen er bijgevolg niets van merken.

Het signaal: de golf neemt toe in frequentie en amplitude tot aan de versmelting en dooft daarna uitVoor het detecteren is bijzonder gesofisticeerde apparatuur nodig. De detectoren waarmee de ontdekking gedaan werd, zijn twee instrumenten van het Laser Interferometer Gravitational-wave Observatory (LIGO) in de Verenigde Staten. Ze werken met 4-kilometer lange tunnels waar laserstralen doorheen gestuurd worden. Ik bespaar je de details, maar het hoeft geen betoog dat het meten van zo’n kleine verandering een bijzonder grote technologische uitdaging is. Er zijn bovendien heel wat mogelijke storingsbronnen, die een effect op de metingen kunnen hebben. Denk maar aan aardbevingen (zelfs aan de andere kant van de Aarde), de beweging van de oceanen langs de kusten en menselijke activiteit, zoals voorbijrijdende voertuigen. Voor al die storingen wordt zo veel mogelijk gecompenseerd, en de ontdekking werd uiteindelijk bevestigd door de resultaten van twee aparte LIGO-detectoren op enkele duizenden kilometers afstand van elkaar (eentje in Livingston, Louisiana en eentje in Hanford, Washington) met elkaar te vergelijken. Enkel bij signalen die door beide detectoren worden waargenomen, kan men plaatselijke stoorzenders uitsluiten.

Interessant wordt het, wanneer twee erg zware objecten op heel korte afstand (en bijgevolg erg snel) om elkaar heen draaien, bijvoorbeeld twee neutronensterren, of twee stellaire zwarte gaten, of een neutronenster en een zwart gat. Doordat ze zwaar zijn en snel bewegen, zenden ze meetbare zwaartekrachtsgolven uit. Die kun je vergelijken met de golven op het oppervlak van een vijver, wanneer je er een steen in gooit (maar dan in drie dimensies in plaats van in twee). Door het uitzenden van die golven verliezen de objecten overigens energie, waardoor ze elkaar steeds dichter naderen en uiteindelijk met elkaar zullen versmelten. Zo’n cataclysmische gebeurtenis veroorzaakt dan weer een gigantische verstoring van de ruimtetijd, waarbij gedurende korte tijd erg sterke zwaartekrachtsgolven uitgestuurd worden. Na de versmelting doven de golven snel uit.

Dát hebben de onderzoekers in september 2015 gemeten: een signaal dat afkomstig is van de laatste momenten in het leven van twee om elkaar heen draaiende zwarte gaten, tot vlak na het moment dat ze met elkaar versmelten.

Ondertussen zijn er nog meer signalen gemeten en worden in Europa en in Azië nieuwe detectoren gebouwd. In de (niet zo verre) toekomst zullen betere detectoren meer en zwakkere signalen kunnen ontvangen. Over afzienbare tijd wil men ook detectoren in de ruimte bouwen. Die hebben het grote voordeel dat ze geen last hebben van lokale aardse storingsbronnen, en de ‘armen’ van de detector kunnen, in plaats van 4 km, wel een miljoen km of langer zijn (door de laserstralen tussen verschillende satellieten heen en weer te sturen). Dat moet tot veel meer en veel nauwkeuriger waarnemingen leiden.

Hiermee wordt een totaal nieuw venster op het universum geopend. Tot nu toe verkregen astronomen en kosmologen hun informatie nagenoeg uitsluitend uit het verzamelen van licht (fotonen) door middel van telescopen. Licht moet hier ruimer geïnterpreteerd worden dan het zichtbare licht dat mensen kunnen waarnemen. De kleuren in het zichtbare licht komen overeen met verschillende frequenties van de lichtgolven. Daarnaast bestaat er ook licht met hogere en lagere frequenties, die we niet met onze ogen kunnen zien, maar die we wel met onze instrumenten kunnen opvangen. Zo is er infrarood licht en ultraviolet licht, maar ook radiogolven, gammastraling en microgolven zijn vormen van licht.

Zwaartekrachtsgolven zijn van een heel andere orde. Ook zwaartekrachtsgolven komen, net als lichtgolven, in een spectrum van verschillende frequenties. Hiermee kunnen we informatie verkrijgen over objecten in het heelal die we met licht niet kunnen zien. Licht wordt immers tegengehouden door bijvoorbeeld stofwolken, maar zwaartekrachtsgolven gaan overal doorheen, ze laten zich door niets of niemand stoppen. We staan dus aan het begin van een geheel nieuw tijdperk in de wetenschap. Astronomen zullen dankzij waarnemingen van zwaartekrachtsgolven ongetwijfeld tal van nieuwe dingen over het universum kunnen leren. Net als een blinde die voor het eerst in zijn leven kan zien!

Allemaal goed en wel, leuk voor die astronomen, maar heeft dat ook enig praktisch nut voor de samenleving, vraag je je misschien af. Dat zal nog moeten blijken, maar de kans is bijzonder groot, als je ’t mij vraagt. Ook bij de relativiteitstheorie stelden mensen zich indertijd die vraag. De meeste mensen zullen het wellicht niet beseffen, maar het is bijvoorbeeld dankzij onze kennis van de relativiteitstheorie dat de gps in je wagen of in je smartphone werkt. Aan het aardoppervlak is de ruimtetijd namelijk sterker gekromd dan in de hoge baan waarin de gps-satellieten om onze planeet draaien. Daardoor – en door de grote snelheid, waarmee ze bewegen – moeten hun klokken gecorrigeerd worden, en dat kun je alleen maar op de juiste manier doen als je de formules van de relativiteitstheorie toepast. Stel dat we geen kennis zouden hebben van relativiteit, dan zouden onze gps’en al na korte tijd afwijkingen van tientallen of honderden meters vertonen en dus compleet onbruikbaar zijn!

Wie weet tot welke technologische doorbraken zwaartekrachtsgolven zullen leiden? De spitstechnologie die momenteel ontwikkeld wordt voor een betere detectie ervan, zal vermoedelijk al snel interessante spin-offs voortbrengen.

Ik heb het al vaker gezegd, en ik blijf het herhalen: wat leven we toch in boeiende tijden!

twitter.com/stevenbloemen

* B.P. Abbott et al. (LIGO Scientific Collaboration and Virgo Collaboration), Observation of Gravitational Waves from a Binary Black Hole Merger, Phys. Rev. Lett. 116, 061102.

donderdag 12 januari 2017

IMAX: terug van weggeweest

It’s back, and it’s huge! Dat is de slogan waarmee Kinepolis vorige maand de heropening van zijn IMAX-theater in Brussel aankondigde. Het aanhoudende succes van IMAX in de ons omringende landen heeft Kinepolis er (eindelijk!) toe aangezet om de IMAX-zaal in Brussel weer in gebruik te nemen. Toen de zaal in 1988 geopend werd, was het de eerste IMAX-zaal in een commerciële bioscoop. IMAX op zich bestond al langer, maar was voordien hoofdzakelijk verbonden aan musea, omdat er uitsluitend documentaires in het IMAX-formaat bestonden. Tegenwoordig worden ook commerciële speelfilms – vaak gaat het films met een hoog spektakelgehalte – in IMAX vertoond.

IMAX is een bioscoopformaat dat gebruikmaakt van een veel groter scherm dan in een gewone bios. Een standaard IMAX-scherm is 22 meter breed en 16 meter hoog, maar nóg groter kan ook. Het scherm in Brussel is met zijn afmetingen van 27,6 m × 19,3 m (532 m²) het grootste van Europa. Daarom is het des te betreurenswaardiger dat de zaal van 2005 tot 2016 gesloten bleef omdat Kinepolis er geen heil meer in zag.

Kinepolis IMAX Brussels – it's back, and it's HUGE!

Met de heropening heeft Kinepolis flink geïnvesteerd. De zaal, die vroeger uitgerust was met een traditionele, analoge 70 mm-IMAX-projector, beschikt nu over digitale 3D-laserprojectie en kreeg ook een nieuw geluidssysteem. Samen staan ze garant voor de meest scherpe, heldere en levendige beelden en een ongeëvenaarde immersieve audio-ervaring.

Ik ben natuurlijk al meteen gaan kijken, want ik ben – ondanks de lange afwezigheid in België – al jaren lang een groot fan van IMAX. De eerste film die na de heropening in Brussel vertoond werd, was Rogue One: A Star Wars Story (die overigens nog steeds op het programma staat). Die film wou ik sowieso meerdere keren zien, en ik was bijzonder onder de indruk van de IMAX-3D-versie.

Wanneer ik een film in een gewone bioscoop bekijk, gaat mijn voorkeur doorgaans uit naar de 2D-versie. Maar in Brussel heb ik Rogue One dus in IMAX-3D gezien, en ik moet zeggen dat het een fantastische ervaring was. Op een IMAX-scherm komt 3D pas écht tot zijn recht. Door de grote oppervlakte van het scherm is een veel groter deel van je gezichtsveld gevuld, waardoor de 3D veel realistischer overkomt.

Maar die sublieme ervaring heeft natuurlijk wel een bijpassend prijskaartje. Bovenop de prijs van een gewoon bioscoopticket betaal je bij Kinepolis 4 euro extra voor een gewone (2D) IMAX-vertoning en 6 euro extra voor een vertoning in IMAX-3D. Maar dat was het beslist waard. Ik zal natuurlijk niet om de haverklap naar Brussel rijden, maar voor een speciale film als een nieuwe Star Wars heb ik het er graag voor over.

Go rogue in IMAX

Ik ben benieuwd of ze bij Kinepolis af en toe ook nog documentaires in hun IMAX-zaal zullen vertonen, zoals ze vóór 2005 deden. Ik vermoed van niet, want het aanbod aan commerciële films in IMAX-formaat is ondertussen erg groot. Maar ik hoop het stilletjes wel. In Nederland zijn IMAX-documentaires al decennia lang een groot succes in het Haagse Omniversum.

Omdat het IMAX-scherm zo gigantisch groot is en je dus eigenlijk niet goed weet waar eerst te kijken, wordt bij IMAX bij voorkeur zo weinig mogelijk met ondertitels gewerkt. IMAX-documentaires zijn dan ook doorgaans gedubd en voorzien van een Nederlandstalige commentaarstem. Zo kun je je ogen op het interessante deel van het beeld gericht houden en hoef je niet voortdurend naar de onderkant van het scherm te staren, waar de ondertitels verschijnen.

DolphinsIn België stelt dat natuurlijk een probleem dat ze in Engeland, Frankrijk, Duitsland of Nederland niet hebben: films voor de Belgische markt moeten immers, zeker in Brussel, in twee versies komen: een Nederlandstalige versie en een Franstalige versie. Wou je vroeger een IMAX-documentaire gaan bekijken, dan moest je rekening houden met het feit dat de film op bepaalde uren in het Nederlands en op andere uren in het Frans vertoond werd.

Ook Rogue One wordt in Kinepolis Brussel in twee versies vertoond. Gelukkig hebben ze de film niet in het Nederlands gedubd, dat zou pas belachelijk zijn. In het Frans is nog belachelijker, maar dat lijken de Franstaligen niet door te hebben. Je kunt dus kiezen tussen de in het Frans gedubde versie van Rogue One en de originele, Engelstalige versie met tweetalige ondertitels. Goed opletten naar welke voorstelling je gaat is dus de boodschap, of je zit twee uur met een vreselijk irritante Franse dub opgezadeld (als je voor die tijd de zaal niet uit gevlucht bent natuurlijk).

Doorgaans worden IMAX-films op een plat scherm geprojecteerd, maar er bestaat ook een variant, IMAX Dome genaamd (voorheen OmnIMAX), waarbij de film op een koepelscherm geprojecteerd wordt. Een dergelijk theater is het Omniversum in Den Haag, waar jaar in, jaar uit meerdere documentaires per dag geprojecteerd worden. Wij zijn grote fans van het Omniversum en raden je een bezoekje ten stelligste aan.

O ja, toch nog even dit: België mag dan wel het grootste scherm hebben, we moeten het stellen met maar één IMAX-zaal. Bij onze noorderburen kun je ondertussen in maar liefst zeven IMAX-bioscopen terecht. Naast het eerder genoemde Omniversum in Den Haag heeft de bioscoopketen Pathé zalen in Arnhem, Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Tilburg en Den Haag.

kinepolis.be
www.imax.com
www.omniversum.nl
www.pathe.nl