zondag 29 mei 2016

FedCon 25

Twee weken geleden ben ik weer naar Duitsland geweest voor FedCon, de grootste sciencefictionconventie van Europa. Mijn verslag is nog niet af, dus dat hebben jullie nog tegoed. Maar ondertussen heb ik al een video en een selectie van mijn foto’s online geplaatst.

FedCon 25

FedCon was dit jaar aan een feesteditie toe: in 2016 vierden we de 25e editie van FedCon samen met de nakende 50e verjaardag van Star Trek. Meer details daarover binnenkort in het verslag.

Mijn foto’s vind je op Facebook, mijn video op YouTube.

www.fedcon.de
www.startrek.com

vrijdag 11 maart 2016

20 jaar internaut

Dit jaar heb ik weer iets te vieren. In 2016 ben ik namelijk twintig jaar internaut. Internaut, zeg je? Een internaut is iemand die zich beweegt op het internet. Naar analogie met astronaut, kosmonaut, Argonaut etc.

Ondertussen zijn we natuurlijk bijna allemaal internaut. Iemand die vandaag de dag het internet niet gebruikt, is bijna een zonderling. Maar de meesten gebruiken het natuurlijk nog lang geen twintig jaar, en ook niet zo intensief als ik. Ik kan dus bogen op een rijkere ervaring.

In twintig jaar tijd is het internet behoorlijk veranderd. Van breedband was toen nog geen sprake. Ik ben begonnen met een schamele 14k4 baud modem – of zou het misschien toch al een 28k8 geweest zijn? In ieder geval, het ging allemaal tergend traag. Iedereen surfte nog met Netscape, de meeste webpagina’s zagen er ontzettend saai en grijs uit, we verstuurden onze e-mail met Eudora en de enige zoekmachines van betekenis waren Altavista en Yahoo!. Maar het was in die tijd wel ontzettend hip als je een e-mailadres op je naamkaartje of in je briefhoofd kon vermelden. (Ja, in die tijd verstuurden we ook nog vaak brieven gewoon met de post!)

Windows 3.1 Program Manager

In de voorbije twintig jaar ben ik natuurlijk mee geëvolueerd. Al gauw kreeg ik een (iets) snellere 56k baud modem, en van zodra breedband in mijn regio beschikbaar kwam, ben ik overgeschakeld op internetten via de kabel. Dan kon mijn vrouw meteen ook weer bellen terwijl ik online was. Want voor wie nog niet zo oud is als ik: internetten ging vroeger via de vaste telefoonlijn, dus terwijl je op het internet zat, kon je de telefoon niet gebruiken en vice versa, tenzij je over een tweede vaste lijn beschikte. Mobieltjes hadden we in die tijd ook nog niet. Mijn maximale downloadsnelheid is nu theoretisch 200 Mb per seconde – dat is meer dan tienduizend keer zo snel als die piepende en krakende 14k4-modem – en ik kan me haast niet meer voorstellen dat het ooit anders is geweest.

Ik had nog maar net mijn eerste stapjes op het internet gezet, of ik had al mijn eigen bescheiden webpagina ineengeknutseld. Ik ben immers bijzonder leergierig van aard, en binnen de kortste keren had HTML voor mij geen geheimen meer. Al gauw ging ik me verdiepen in XHTML, CSS, PHP en JavaScript. Allemaal zelfstudie; er staan genoeg gratis tutorials op het internet, en al doende leert men. Ik heb trouwens geen tijd om ’s avonds na het werk nog ergens een of andere cursus te gaan volgen.

In oktober 2005 begon ik mijn eerste blog (op het ter ziele gegane MSN Spaces), en in februari 2009 stapte ik over naar Blogger (alias Blogspot), waar ik nog steeds vrolijk verder blog.

En toen kwam de explosie van sociaalnetwerksites. Ik was in juni 2007 al begonnen op MySpace, maar dat vond ik een erg rommelige en daardoor eerder onaantrekkelijke site. Enkele jaren later begon Facebook snel aan belang te winnen. Die site trok me meteen aan omdat het er allemaal veel gestroomlijnder en properder uitzag. Facebook begon toen ook enorm te groeien, en nu moet je al heel goed zoeken om nog een internaut te vinden die niet op Facebook zit.

Maar daar bleef het niet bij. Ik maakte accounts aan op LinkedIn, Google Plus, YouTube, Flickr, Foursquare, Delicious, Goodreads, SoundCloud, Instagram en nog een heleboel andere sites. Van zodra een nieuwe site een beetje populair begint te worden, probeer ik ’m graag even uit. Andere heb ik ondertussen vaarwel gezegd, zoals MySpace, Netlog, LiveJournal, Yahoo! en Hyves.

Via het internet heb ik vanaf 2005 ook kennisgemaakt met het podcastingfenomeen. Podcasts beluisteren is nu al meer dan tien jaar een niet meer weg te denken onderdeel van mijn dagelijkse activiteiten. Ik luister terwijl ik werk. Meestal niet naar muziek, maar naar Engelstalige talkshows over sciencefiction, over wetenschap, kritisch denken, computers en schrijven. Uit al die podcasts heb ik een massa nieuwe dingen geleerd.

Eudora Options

Het internet is ook mijn belangrijkste bron van nieuws geworden. Wat je vanavond op het tv-journaal zult zien, heb ik vanmiddag al online gelezen. Wat morgen in de krant zal verschijnen, staat vandaag al uitgebreid op het internet beschreven. Het internet laat ook toe om gespecialiseerde nieuwskanalen te raadplegen (bv. filmnieuws en wetenschapsnieuws), die in de traditionele media veel te weinig aan bod komen. En tegelijkertijd kan ik onderwerpen die mij totaal niet interesseren (lees: sport en celebrity-nieuws) volledig links laten liggen (terwijl daar in de kranten en de roddelblaadjes veel te veel papier aan wordt verspild).

Vroeger was het internet iets wat ik alleen maar thuis en op het werk gebruikte, maar sedert een jaar of vijf maak ik volop gebruik van mobiel internet. Het is iets waar je bijzonder snel aan went. Ik weet niet hoe ik ooit zonder heb gekund. Gelijk waar ik ben kan ik nu op mijn smartphone of tablet mijn mail raadplegen, snel iets opzoeken op Google, even Facebook checken, een tweet de wereld in sturen of een foto delen op Instagram. En ook de mogelijkheden van Google Maps, in combinatie met de in de smartphone ingebouwde gps, zijn eigenlijk onmisbaar geworden. Vroeger reden of liepen we in een vreemde stad wel eens verloren; tegenwoordig vinden we altijd, overal, feilloos en moeiteloos de weg.

Een andere trend van de laatste jaren is gegevensopslag in de cloud: zo staan mijn mail, mijn e-books, een groot aantal van mijn documenten, mijn muziekcollectie en zelfs mijn back-ups niet alleen meer op de harde schijf van mijn computer, maar ook in de cloud, zodat ik er van overal bij kan, dankzij services als Dropbox, Gmail, Google Drive en online back-updiensten. Reuze handig!

En een van de beste dingen die het internet ons de laatse jaren heeft gebracht, is high definition videostreaming. YouTube-filmpjes hebben de wereld veranderd. Via Netflix kun je alle afleveringen van een serie achter elkaar bekijken als je dat wilt, en dat zonder reclame! Dankzij Skype kun je een videogesprek voeren met vrienden aan de andere kant van de wereld. Nog niet zo lang geleden was dat sciencefiction; nu ligt het binnen ieders bereik!

En dan heb ik het nog niet gehad over e-commerce. Tegenwoordig zetten we nauwelijks nog voet in een reisbureau; we boeken ons hotel en ons vliegtuig gewoon zelf via het internet (net als onze bioscooptickets of kaartjes voor concerten, musicals en andere evenementen). Tien jaar geleden bestelde ik nog papieren boeken en audio-cd’s via Amazon; nu download ik e-books en mp’3-tjes (volledig legaal, uiteraard). En ik vul al jaren mijn belastingaangifte online in, véél handiger dan de papieren manier. Bovendien kan ik dan meteen ook zien hoeveel ik zal terugkrijgen (of hoeveel ik zal moeten bijbetalen).

Mensen die tegenwoordig het internet niet gebruiken, lopen hopeloos achter, beseffen echt niet wat ze allemaal missen en leven nog in de twintigste eeuw!

Het internet is nog steeds in volle ontwikkeling en er komen steeds nieuwe mogelijkheden en toepassingen bij. We kunnen enkel gissen welke fantastische nieuwe mogelijkheden de volgende twintig jaar zullen brengen...

zondag 6 maart 2016

Pinokkio

PinokkioOmdat we vorige keer zo aangenaam verrast waren door het jeugdkoor en -ensemble Bosmolens uit Izegem, hebben we meteen kaartjes geboekt toen we vernamen dat Bosmolens met een nieuwe musicalvoorstelling op de proppen kwam. In 2010 bracht dit amateurgezelschap de musical Cats naar Cultuurhuis De Leest in Izegem, en dat deden ze op een voortreffelijke manier.

Dit jaar staat Pinokkio op de affiche, het alom gekende verhaal van de houten pop die zo graag een echte jongen wil worden, maar die niet naar zijn geweten luistert en bij iedere leugen zijn neus een stukje ziet groeien.

Jeugdkoor Bosmolens heeft ons ook deze keer niet teleurgesteld. Het is duidelijk dat ze er ook nu weer bijzonder veel tijd en energie in hebben gestopt. Én dat ze over het nodige talent beschikken. Niet enkel de dansende en zingende koorleden, maar ook de leden van het jeugdensemble, de kostuumontwerpers en de decorbouwers zijn tot het uiterste gegaan.

We kijken al vol verwachting uit naar de volgende Bosmolens-musical!

www.deleest.be
www.jeugdkoorbosmolens.be

zaterdag 30 januari 2016

Een schrijver schrijft…

Ja, ik weet het, ik verwaarloos deze blog een beetje. Je zou dat op twee manieren kunnen interpreteren: ofwel weet ik niets interessants om over te schrijven, ofwel heb ik zo veel interessante dingen te doen dat ik gewoon geen tijd heb om er iets over te schrijven. Wie mij een klein beetje kent, weet dat dat laatste het meest waarschijnlijke scenario is.

Het Boedapest-verslag in wording

Inderdaad. Sedert mijn vorig schrijfsel heb ik Star Wars: Episode VII een aantal keer in de bios gezien, zijn we van de kerstsfeer gaan genieten in Disneyland Parijs, hebben we oud en nieuw gevierd met vrienden, heb ik enkele dagen van een verdiende rust genoten, en ben ik weer beginnen schrijven.

Schrijven? Jawel: ik ben dezer dagen druk bezig met het al veel te lang uitgestelde Boedapest-verslag. Afgelopen zomer zijn we met een aantal Belgen naar een internationaal congres getrokken in de Hongaarse hoofdstad. We hebben er het 50e Intersteno-congres bijgewoond, met daaraan gekoppeld de wereldkampioenschappen tekstproductie, tekstcorrectie, tekstverwerking en aanverwante disciplines.

Zonnige typegroetjes uit Boedapest!En daar maak ik nu dus een verslag van. Nou ja, eigenlijk een reisverhaal. ‘Verslag’ klinkt een beetje saai; ‘reisverhaal’ klinkt al veel boeiender. Inmiddels heb ik al 74 pagina’s bij elkaar geschreven, en ik ben nog lang niet klaar. Het verhaal wordt ook nog geïllustreerd met de nodige foto’s, dus de magische grens van 100 pagina’s zal zeker overschreden worden.

Boedapest is een bijzonder dankbare locatie. Het is een prachtige stad aan de Donau, gelegen in een land met een interessante geschiedenis en cultuur. Na de congresweek, waarin we ook enkele uitstapjes naar andere plaatsen hebben gemaakt, hebben we onze eigen post-congress tour georganiseerd en hebben we nog een bezoek gebracht aan Wenen, Bratislava en Keulen. Meer dan voldoende stof om over te schrijven dus.

De gebeurtenissen waarover ik schrijf zijn ondertussen al weer een half jaar geleden, maar ik herinner het me nog allemaal alsof het gisteren was. Tijdens de reis heb ik geschreven nota’s en audionotities gemaakt en bijna alles op foto of video vastgelegd, zodat ik de hele reis exact kan reconstrueren.

De bedoeling van mijn reisverhalen is om al die mooie herinneringen niet verloren te laten gaan. Ik weet hoe vluchtig het menselijk geheugen is, en als ik nu niet alles aan het papier en de harde schijf toevertrouw, dan is de kans groot dat ik over een aantal jaar heel wat zaken vergeten zal zijn. Maar ik zou het natuurlijk niet doen mocht ik niet graag schrijven. Wanneer het verhaal af is, mogen alle reisgenoten en andere geïnteresseerden ervan meegenieten.

www.intersteno.org
www.intersteno2015.org

vrijdag 18 december 2015

Wanagogo Ice Magic

Gisteren zijn we in de grote tent op het Brugse stationsplein naar de ijssculpturen gaan kijken. We waren uitgenodigd door een van de sponsors voor een exclusief avondje en werden in de verwarmde tent verwelkomd met een glaasje cava en borrelhapjes. Na de verwelkoming mocht iedereen de ijstent in.

Wanagogo Ice Magic

Het thema dit jaar is Wanagogo Ice Magic. Ik had geen idee wat Wanagogo was, maar het is iets van Studio 100. Met andere woorden: Maya (of is het Maja?) de bij, kabouter Plop, Wickie de Viking, Samson en Gert, K3 en nog een paar figuren die ik niet meteen thuis kon wijzen.

Het eerste wat me opviel toen we de ijstent binnengingen, was dat de overwegend blauwe en paarse belichting van vorige edities vervangen was door lichtere kleuren. Veel geel en groen, hier en daar ook blauw en rood. Dat vind ik alvast een hele verbetering.

Wanagogo Ice Magic

Het is fijn om hier rond te lopen met een beperkte groep mensen die elkaar niet te veel in de weg lopen. Overdag is het hier vaak enorm druk, weten we, en staan de mensen in een lange rij aan te schuiven bij de kassa. Hoewel het Studio 100-thema mij eigenlijk niet meteen aansprak, heb ik toch weer heel wat foto’s gemaakt, want het moet gezegd: de ijssculpturen zijn erg mooi gemaakt (en deze keer ook erg mooi belicht).

Wanagogo Ice Magic

Traditioneel stond er weer een ijsbar. De warme chocolademelk was helaas op, maar gelukkig was er nog glühwein en Jägermeister. Ook een vast gegeven is de ijsglijbaan (twee banen deze keer).

Kinderen zullen het hier vast heel leuk vinden en veel Studio 100-figuurtjes herkennen, maar eigenlijk kan iedereen hiervan genieten. Je hoeft niet te weten welk figuurtje er nu precies voor je staat is om de ijspracht te kunnen waarderen. De sculpteerders hebben weer prima werk afgeleverd.

Meer foto’s hieronder of op Google Photos.

www.ijssculptuur.be

woensdag 16 december 2015

Update

Het is al eventjes geleden dat ik op deze blog nog iets van mij liet horen. Dat betekent echter niet dat ik de afgelopen tijd niets beleefd heb, in tegendeel! Ik heb het weer zodanig druk gehad met van alles, dat er gewoon geen tijd meer over bleef om hier iets te posten.

Dat moet dus goed gemaakt worden, vandaar deze update. Kort na mijn vorig schrijven van eind oktober zijn we Halloween (en de verjaardag van Annelies) gaan vieren in Disneyland Parijs (foto’s hier), heb ik enkele films meegepikt op het achtste Razor Reel Flanders Film Festival, zijn we naar de Antwerpse boekenbeurs geweest, heb ik het laatste deel van Amoras gelezen, heb ik enkele blockbusters gezien in de bioscoop (de nieuwste Bond-film Spectre en The Hunger Games: Mockingjay, Part 2), hebben we samen met de Nederlandse collega’s en vrienden van Interinfo een bezoek gebracht aan de schrijfmachinecollectie van W.F. Hermans in Gent, zijn we ondanks de terreurdreiging een dagje gaan kerstshoppen in Luik, hebben we daar ook Ice Star Wars bezocht (foto’s hier), en zijn we naar een aantal theatervoorstellingen gaan kijken.

Tussendoor ben ik ook nog naar de kapster geweest, naar de tandarts, naar de garage, naar de autokeuring, op vrienden- en familiebezoek, en enkele avonden naar Volkssterrenwacht Beisbroek om wat bij te leren over sterren, planeten, ruimteonderzoek, licht en zonnezeilen.

Ik heb nog veel meer gedaan, maar ik ga jullie niet opzadelen met allerlei vervelende details. Kortom: een overvolle agenda. Soms wou ik dat er 26 uren in een dag waren, of vijf dagen in een weekend.

Op de schaarse avonden waarop ik nog wat tijd over had, ben ik voor het kleine scherm gaan zitten voor Jessica Jones, Doctor Who, Under The Dome, Game of Thrones, The Walking Dead, Da Vinci’s Demons, The Flash en Wayward Pines – ja, ik ben erg blij met de komst van Fox op de Vlaamse Telenetkabel. Ook een paar Vlaamse series: De Bunker, De Ridder en T. Maar nee, voor mij alstublieft geen Thuis, Familie, K3 zoekt K3, Safety First of Bevergem!

O ja, ik heb natuurlijk ook nog mijn dvd’s met de originele Star Wars-trilogie eens opnieuw bekeken, ter voorbereiding van van Episode VII: The Force Awakens. Ben héél erg benieuwd naar de nieuwe Star Wars en volgens de vele positieve reacties die ik al gelezen heb van mensen die avant-premières bijgewoond hebben, zal deze film beslist niet teleurstellen. Maar daar had ik natuurlijk geen moment aan getwijfeld, met een genie als J.J. Abrams aan het roer!

maandag 26 oktober 2015

The Martian: wetenschappelijk accuraat?

De voorbije weken kon je op deze blog al heel wat lezen over The Martian, het boek en de film waar iedereen het tegenwoordig over heeft.

Voor het grote publiek gaat het om een boeiend en interessant verhaal, maar je kunt je natuurlijk afvragen hoe realistisch het allemaal is. Hoe zit het met de wetenschappelijke juistheid van The Martian?

In het kort: op een paar details na valt het reuze mee! Auteur Andy Weir heeft alles in het werk gesteld om zijn verhaal zo geloofwaardig mogelijk te maken. Hij heeft zich verdiept in hemelmechanica (het kruispunt van sterrenkunde en wiskunde, een vakgebied dat zich bezighoudt met de berekening van de banen van hemellichamen en ruimtevaartuigen) om de reistijd en baan van de Marsraket nauwkeurig te kunnen uitrekenen. Weir is computerprogrammeur, en voor hem was het een koud kunstje om zelf de nodige software te schrijven voor het uitvoeren van alle berekeningen die hij nodig had voor zijn verhaal. Wat dat aspect van The Martian betreft, klopt alles alvast als een bus!

The Martian

Zonder die nodige software zouden die berekeningen een hels karwei zijn. De Hermes, het ruimteschip dat de astronauten van en naar Mars brengt, maakt immers een gebruik van een ionenmotor. Daardoor beweegt het zich niet met een constante snelheid voort in de ruimte, maar wordt het voortdurend versneld (gedurende de eerste helft van de trip) of vertraagd (gedurende de tweede helft).

Zo goed als alle technologie in het verhaal is gebaseerd op bestaande NASA-technologie. Uiteraard heeft de NASA vandaag de dag nog geen raket om mensen naar Mars te brengen, maar die tijd is niet meer zo veraf. Als je je baseert op wat de NASA vandaag de dag al verwezenlijkt heeft en wat de plannen zijn voor de nabije toekomst, dan is het eenvoudig om te extrapoleren.

Bemande Marsmissies zullen waarschijnlijk ongeveer verlopen zoals in The Martian: op het ogenblik dat astronauten naar Mars gelanceerd worden, staat er op Mars al een raket klaar om hen terug naar de ruimte te brengen: de MAV (Mars Ascent Vehicle). Dat blijkt uiteindelijk Watneys redding te zijn, maar hij moet er wel een lange rit met de marsrover voor over hebben om vanaf zijn locatie, de landingssite van Ares III – zo heet de fictieve derde bemande Marsmissie –, naar de Ares IV-site te rijden, waar al een MAV klaar staat voor toekomstige astronauten.

Bij zijn pogingen om zo lang mogelijk op Mars te overleven, moet astronaut Mark Watney zeer creatief omspringen met de materialen die hij ter beschikking heeft. Daarbij maakt hij gebruik van zijn kennis van scheikunde om water, zuurstof en brandstof te creëren en zich te ontdoen van schadelijke gassen. Ook wat scheikunde betreft heeft Weir zich uitstekend geïnformeerd, en klopt alles tot in de details. Of toch bijna, want één detail heeft Weir over het hoofd gezien, zo bleek na feedback van een van zijn lezers, een chemicus. Bij het chemische proces waarmee het hoofdpersonage brandstof creëert zou de temperatuur in de habitat namelijk met 400 graden gestegen zijn, en dat is natuurlijk fataal. Had hij dat op voorhand geweten, dan had de auteur dat probleem eenvoudig kunnen oplossen door het proces over een langere tijd te laten verlopen, zodat de temperatuurstijging binnen de perken zou blijven.

Twee dingen zijn echter niet wetenschappelijk accuraat, en dat wist Andy Weir al toen hij het boek schreef. Maar het grote publiek zal er beslist niet op letten. Aan het begin van zijn verhaal had Weir een dramatische gebeurtenis nodig die ervoor moest zorgen dat de bemanning van Ares III de planeet halsoverkop moest verlaten terwijl Mark Watney voor dood achterbleef. De auteur koos voor een storm, die hardware vernielde of omver blies en zelfs de MAV dreigde te doen kantelen.

Nu stormt het inderdaad wel eens op Mars, maar die stormen lijken geenszins op de orkanen die de Aarde af en toe teisteren. Het grote verschil is namelijk dat Mars een bijzonder ijle atmosfeer heeft. In vergelijking met de Aarde is de Marsatmosfeer ongeveer 200 keer zo ijl. Wanneer het ‘stormt’ op Mars, dan stelt de kracht van de wind dus eigenlijk niet zoveel voor. Een storm op Mars is daardoor eerder te vergelijken met een zacht briesje op Aarde en kan dus onmogelijk voor de vernieling zorgen die aan het begin van het verhaal wordt beschreven. Maar goed, dit was de trigger die de plot in gang zette, en van dan af aan is alles wetenschappelijk gezien behoorlijk accuraat.

The Martian

Een tweede zaak is de kwestie van de kosmische straling. In het verhaal wordt ervan uitgegaan dat Watneys ruimtepak, zijn Marsrover en de Marshabitat hem voldoende bescherming bieden tegen straling. In werkelijkheid is dat niet zo. Wanneer we straks écht astronauten voor langere tijd naar Mars gaan sturen, dan is dat een van de problemen die nog opgelost moeten worden. In tegenstelling tot de Aarde beschikt Mars dus niet over een dikke atmosfeer (zie hoger) en ook niet over een magnetisch veld. Op Aarde zorgen die twee voorzieningen ervoor dat het grootste deel van de schadelijke straling uit de ruimte wordt afgebogen of geabsorbeerd: het magnetisch veld vangt de geladen deeltjes in en leidt ze langs de magnetische veldlijnen naar de polen, waar ze voor noorderlicht en zuiderlicht zorgen. De deeltjes die toch door het magneetveld raken, worden op hun tocht doorheen de atmosfeer geabsorbeerd. De weinige deeltjes die het aardoppervlak bereiken, kunnen nog weinig schade aanrichten.

Ter info: kosmische straling bestaat voornamelijk uit deeltjes en gammastralen. Ze worden door de zon uitgestoten en onze richting op geblazen of komen uit het verre heelal (bv. van ontploffende sterren). Hoe hoger je je bevindt, hoe meer van die straling je te verwerken krijgt. Mensen die veel vliegen (met name piloten en ander vliegtuigpersoneel) krijgen dus in de loop van hun leven een hogere dosis straling te verwerken dan wie met twee voeten op de grond blijft, en bij het vliegen over de polen loop je meer straling op dan bij het vliegen over lagere breedtegraden.

Astronauten op Mars zullen dus in een goed beschermde habitat moeten verblijven en hun tijd buiten de habitat zoveel mogelijk moeten beperken. In The Martian doet astronaut Mark Watney dat absoluut niet: hij brengt heel wat tijd op het Marsoppervlak door, en het mag dan ook een wonder heten dat hij het zo lang op Mars uithoudt. Om de stralingsniveaus binnen de perken te houden, zou de habitat beschermd moeten worden door een laag lood van meerdere centimeters dik, een laag van 10 cm water of een meter rots! Omdat zoveel water of lood een enorm gewicht vertegenwoordigt dat onmogelijk vanaf de Aarde gelanceerd kan worden, ligt het dus voor de hand om astronauten op Mars ondergronds te laten wonen (in natuurlijke grotten of lavatunnels van uitgedoofde vulkanen).

Aan die twee puntjes kunnen science geeks zich misschien wat ergeren, maar het blijft fictie natuurlijk. Voor de rest zit The Martian bijzonder knap in elkaar en heeft Andy Weir zijn huiswerk écht wel heel goed gedaan. Alle lof!

Al bij al is The Martian wellicht de meest realistische van alle sciencefictionfilms die we de laatste tijd te zien hebben gekregen.

www.foxmovies.com/movies/the-martian