woensdag 14 maart 2018

Stephen Hawking

Vanmorgen werd ik wakker met het nieuws dat Stephen Hawking overleden was. Meteen realiseerde ik me dat het vandaag 14 maart is, een datum die voor fysicanerds als ik sowieso al een speciale betekenis heeft (pi-dag en de geboortedag van Einstein), en die vanaf nu dus ook herinnerd zal worden als de sterfdag van Hawking.

Hawking – niet Hawkings of Hawkins, zoals je wel eens in de krant leest – was ongetwijfeld een van de briljantste geleerden van onze tijd, en wellicht ook de bekendste, door het feit dat hij een zeldzame vorm van ALS (amyotrofe laterale sclerose) had en daardoor jarenlang aan zijn hi-tech rolstoel gekluisterd zat. Door de ziekte was hij verlamd en verloor hij ook de mogelijkheid om te spreken. Maar iedereen herkent ongetwijfeld onmiddellijk de karakteristieke computerstem die hij ervoor in de plaats kreeg. Wat Hawking in ieder geval niet verloor, is zijn uitstekend gevoel voor humor, en hij verleende graag zijn medewerking aan populaire tv-series voor geeks en nerds, zoals Star Trek: The Next Generation, The Simpsons en The Big Bang Theory.

Dat hij 76 geworden is, mag een klein mirakel heten. In 1963 – Hawking was toen 21 – kreeg hij van zijn dokters te horen dat hij nog hooguit twee jaar te leven had. Die dokters zaten er meer dan 50 jaar naast met hun voorspelling. Dat komt doordat de vorm van ALS waaraan Hawking leed, erg atypisch was. De levensverwachting van ALS-patiënten is doorgaans veel korter.

Zijn droom om ooit een ruimtereis te maken – met Richard Bransons Virgin Galactic – is helaas niet uitgekomen, maar Hawking kreeg wel al een voorproefje toen hij in 2009 mee mocht met een zero-G-vlucht.

De wereld heeft vandaag een groot denker verloren, die onze kijk op het universum enorm heeft verbreed, en ik zal Hawking erg missen. Tijd om binnenkort A Brief History of Time en The Universe in a Nutshell nog eens te herlezen en The Theory of Everything nog eens te herbekijken...

www.youtube.com/watch?v=jhCPincElC4

donderdag 8 maart 2018

Typfout of typefout?

In de inleiding van Verzamelde typeverslagen 1981-1989, mijn verzamelboek uit 2010 waarin ik een aantal verslagen van trips naar internationale typewedstrijden uit de jaren 80 bijeenbracht, achtte ik het nog nodig een kleine taalkundige toelichting op te nemen: in navolging met de officiële Woordenlijst Nederlandse Taal (het bekende Groene Boekje) zou ik het steevast hebben over typewedstrijd, typemachine, typediploma, typeverslag etc., dus steeds met een ‘e’ na ‘typ’. Deze toelichting was nodig omdat de meeste Belgische lezers (in tegenstelling tot de Nederlanders) dat wellicht niet gewoon waren: zij lieten die ‘e’ doorgaans weg (en schreven dus typwedstrijd, typmachine etc.), hoewel die tussenletter er volgens het Groene Boekje wel degelijk hoorde te staan.

Ondertussen is de situatie veranderd. Wie de nieuwste versie van de officiële woordenlijst raadpleegt op woordenlijst.org, zal merken dat beide varianten (dus zowel met als zonder ‘e’) nu opgenomen zijn. In het Groene Boekje (editie 2015) vind je nu dus ook typcursus (naast typecursus), typdiploma (naast typediploma), typexamen (naast type-examen), enz.

Zo zie je maar dat taal iets levends is, en dat de regels niet in steen gebeiteld zijn maar aangepast worden aan hoe taal in de praktijk gebruikt wordt. In tegenstelling tot wat velen denken, legt een woordenboek overigens niet op hoe het (in theorie) moet, maar legt het vast hoe het (in de praktijk) gaat. Daardoor is het onvermijdelijk dat er om de zoveel tijd een nieuwe editie van het Groene Boekje of of van de Dikke Van Dale gepubliceerd wordt. Er ontstaan voortdurend nieuwe woorden en woordvormen, oude woorden raken in onbruik, en bestaande woorden krijgen nieuwe of verliezen oude betekenissen.

In een tijd als die waarin we nu leven, waarin technologische ontwikkelingen elkaar heel snel opvolgen en waarin er heel snel nieuwe sociale omgangsvormen ontstaan, merken we dat dat gepaard gaat met een snelle evolutie van de taal. Het taaltje dat jongere mensen en computernerds tegenwoordig gebruiken (met woorden als chillen, chatten, liken en streamen), is daardoor vaak zo goed als onbegrijpbaar geworden voor het oudere segment van de bevolking.

taaladvies.net/taal/advies/vraag/1525